Vrije Tribune

‘Goed dat jongeren graag Engels leren, maar waarom moet dat ten koste gaan van andere landstaal?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Je moedertaal leer je al doende op een heel spontane manier. Een nieuwe taal leer je dus het best ook op die manier’, schrijven de Brusselse parlementsleden Bruno De Lille (Groen) en Barbara Trachte (Ecolo).

‘Lelijk, moeilijk en nutteloos’, dat is het beeld dat Franstalige jongeren hebben van het Nederlands, zo stond het onlangs in de Morgen en Le Vif. Wellicht valt er ook een vergelijkbaar artikel te maken over Nederlandstalige jongeren die het Frans ‘idioot moeilijk en overbodig’ vinden.

Zowel in het Vlaamse als het Franstalig landsgedeelte heeft de andere landstaal inderdaad een slecht imago. Engels wordt gezien als de ‘coole’ taal: de taal van nu en de taal om de wereld te leren kennen. Uiteraard is het oké dat jongeren goed Engels leren, maar waarom zou dat ten koste moeten gaan van de andere landstaal?

Goed dat jongeren graag Engels leren, maar waarom moet dat ten koste gaan van andere landstaal?

Er zijn redenen genoeg om elkaars taal te blijven leren. Zelfs mensen die dromen van een onafhankelijke Vlaanderen of Wallonië (en voor alle duidelijkheid: dat doen wij niet), beseffen dat er geen muur tussen de gewesten zal staan. Uitwisseling zal er altijd zijn. Wie al een reis door Europa gemaakt heeft, weet hoeveel deuren er opengaan als je ook noties hebt van iets anders dan het Engels. En ook om in België makkelijk werk te vinden is meertaligheid een troef.

Onze kinderen liggen echter nog niet wakker van hun kansen op de arbeidsmarkt. En ze zien niet hoe groot de wereld is die aan hun voeten kan liggen. Maar wij, als ouders, moeten dat wel doen. En daarom moeten we ons de vraag stellen: waarom willen onze dochters en zonen wel graag Engels leren maar geen Frans of Nederlands?

Wij zien twee redenen. Ten eerste speelt het beeld dat we van elkaar hebben een grote rol. Helaas maken veel politici “de andere” verdacht en versterkt men de wederzijdse clichés. Er heerst een algemene, negatieve sfeer die zorgt voor een afkeer van al wat de andere landstaal is. Dat die vooroordelen er op den duur voor zorgen dat we elkaar zelfs niet meer willen kennen, vinden wij absoluut te betreuren. Met Groen en Ecolo Brussel hebben we een #samensemble-traject opgezet om elkaar weer echt te leren kennen. En dan merk je keer op keer dat je meer gemeen hebt, dan je op het eerste gezicht denkt. Waarom zouden onze scholen dat ook niet doen? Waarom zoeken we onze leerlingen geen penvrienden in het andere landsdeel?

Ten tweede wijzen we de manier waarop het Frans of het Nederlands wordt aangeleerd in onze scholen met de vinger. Engels leren is leuk. Je pikt het op via films, liedjes en strips. Voor ze de lessen op school beginnen, kunnen veel kinderen zich dan ook al aardig redden in het Engels. Nederlands en Frans leren we op school door grammatica en woordenlijsten te studeren. Praten in die nieuwe taal doen we nauwelijks. Ook al omdat veel leerkrachten zich zelf niet zeker genoeg voelen en zich daarom verliezen in het aanleren van de regeltjes. Of in het voortdurend bestraffen van hun leerlingen omdat ze al eens “de of het” of “le et la” door elkaar halen.

Je moedertaal leer je al doende op een heel spontane manier. Een nieuwe taal leer je dus het best ook op die manier.

Verhalen vertellen in het Frans of Nederlands? Je hoort er zelden voorbeelden van. Er zijn scholen in Vlaanderen die jongeren van vijftien Cyrano de Bergerac of de ‘Graaf van Monte Christo’ laten lezen als verplichte Franse lectuur. Wereldliteratuur dat wel, maar niet van die aard dat je jongeren enthousiast voor die nieuwe taal zult krijgen. En in hoeveel Franstalige lagere scholen zijn de boeken van bijvoorbeeld Marc De Bel populair?

Als het Engels zo populair is bij onze kinderen, dan is het vooral omdat ze er ‘dingen in doen’. Ze zijn niet bezig met het leren van de taal: ze kijken een leuke film, horen een hippe song of lezen een spannende manga. Daarom pleiten wij voor het veralgemenen van de CLIL-methode (Content and Language Integrated Learning / Frans: Enseignement d’une matière par intégration d’une langue étrangère of EMILE). Simpel gezegd: je ‘leert’ geen Frans of Nederlands maar je krijgt geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, … in het Frans dan wel het Nederlands. De methode bestaat en bewees al heel doeltreffend te zijn. Professor Piet Van de Craen van de VUB kan boeken vullen met succesverhalen over CLIL.

Je moedertaal leer je al doende op een heel spontane manier. Een nieuwe taal leer je dus het best ook op die manier. Het fijne aan de methode is dat men merkt dat ook het gebruik van je moedertaal er rijker door wordt. Nu blijft CLIL helaas beperkt tot enkele gemotiveerde scholen waardoor teveel leerlingen vast blijven zitten in het oude, minder efficiënte taalonderricht. Het wordt hoog tijd dat onze gemeenschappen de lat voor elke school even hoog leggen. Elke jongere zou op zijn achttiende minstens goed drietalig moeten zijn.

Maak het Nederlands en Frans dus weer aantrekkelijk. Stof die belegen manier van lesgeven af. Stop met onze kinderen Frans en Nederlands te ‘onderrichten’ maar laat ze het praten, spelen en ontdekken (zelfs al is het in het begin met veel haar op). En leer onze kinderen weer vrienden maken in een andere taal.

Bruno De Lille (Groen) en Barbara Trachte (Ecolo) zetelen in het Brussels parlement.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content