Lode Lauwaert

‘Gele hesjes, handelsoorlogen, pesten: wanneer is iets geweld?’

Lode Lauwaert Filosoof aan de KU Leuven

Voor de Universiteit Van Vlaanderen staat filosoof Lode Lauwaert stil bij wat we onder ‘geweld’ verstaan.

September 2019 in Saoedi-Arabië: olievelden worden in brand geschoten door drones. Duidelijk een vorm van geweld. Minstens even duidelijk is dat ook bomaanslagen, de genocide in Rwanda, de reactie van het leger op het Tienanmenplein, de twee wereldoorlogen en de Perzische oorlogen voorbeelden van geweld zijn. En verder twijfelt er niemand aan dat dit geen geweld is: sporten, kuisen, bidden, schrijven.

Je zou nu kunnen denken dat die eensgezindheid er is omdat er een duidelijke lijn zit in wat we onder ‘geweld’ verstaan. We? Jij, ik, politici, wetenschappers, journalisten. Een duidelijke lijn? De eensgezindheid suggereert minstens dat er een kenmerk is dat je ziet bij alles wat we ‘geweld’ noemen: seksueel misbruik, aanslagen, bommentapijten. Maar er is meer. De eensgezindheid doet ook vermoeden dat er een scherpe grens is tussen wat we wel en geen ‘geweld’ noemen. Er zou met andere woorden een eigenschap zijn die we bij alle geweld en enkel bij geweld terugvinden. De vraag is: klopt dat? Concreter: is er iets eigen aan alle en enkel geweld, zodat je onmiddellijk weet waarover het gaat wanneer je op het nieuws een politicus, wetenschapper of journalist hoort praten over geweld?

Gele hesjes, handelsoorlogen, pesten: wanneer is iets geweld?

De eerste kandidaat voor een definitie is uiteraard ‘schade’. Veel gewelddaden gaan immers gepaard met materiële, psychische of lichamelijke schade. Duidelijk is echter dat niet alle schade gewelddadig is. Mijn knie bijvoorbeeld kan bloeden omdat ik uitgleed over een natte dweil en viel. En is alle geweld schadelijk? We zien schietpartijen zonder gewonden of doden toch ook als gewelddaden? Of stel dat een ruzie uit de hand loopt. De ene loopt naar de andere, en slaat die in het gezicht. De klappen zijn goed raak, maar het slachtoffer vertoont geen schrammetje. Is dat een reden om die knokpartij geen geweld te noemen?

Een andere kanshebber is ‘moreel fout’. Hoewel natuurlijk de meeste geweldvormen moreel fout zijn, kampt ook die tweede poging met enkele problemen. Er zijn namelijk tal van zaken die een morele grens overschrijden, maar die we toch geen ‘geweld’ noemen. Liegen wanneer je je belastingbrief invult bijvoorbeeld. Daarnaast vinden we geweld in uitzonderlijke omstandigheden wel gerechtvaardigd. Je mag iemand met geweld bedwingen, zo menen de meesten, wanneer blijkt dat die persoon op het punt staat veel schade te veroorzaken.

Nieuwe poging. Kunnen we niet zeggen dat ‘bedoeling’ essentieel is? Hier hetzelfde probleem als daarnet. Hoewel niet alles wat we doen bedoeld is, geldt dat wel voor zo goed als alles: studeren, werken, koken, enzovoort. En klopt het wel dat achter alle geweld een bedoeling zit? Sinds de jaren 1970 wordt vaak gesproken over ‘structureel geweld’. Men doelt daarmee op erg onwenselijke zaken die zouden samenhangen met de structuur van onze laatmoderne westerse samenleving: onrecht, dood, ziekte, armoede. Wie echter meent dat die zaken niet enkel ingebakken zitten in het systeem maar ook een vorm van geweld zijn, wil daarmee nog niet zeggen dat er een bedoeling achter schuilt.

De conclusie die ik daaruit trek is de volgende. Het is een illusie dat er een lijn zit in alles wat we als geweld zien: verkrachtingen, zelfmoordaanslagen, onrecht, enzovoort. Het is ook een misvatting dat je een duidelijke lijn kunt trekken tussen geweld enerzijds en wat we niet als geweld beschouwen anderzijds. We kunnen enkel vaststellen dat ik onder ‘geweld’ niet noodzakelijk hetzelfde versta als de reportagemaker van Pano, Mahatma Gandhi, Steven Pinker, enzovoort, en dat onze opvattingen sterk kunnen verschillen.

Als je dat jammer vindt, moet je wel het volgende in het achterhoofd houden. Een: het is ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, een duidelijke lijn te zien in het gebruik van de termen ‘ziekte’, ‘kunst’ of ‘religie’. Twee: hoewel we sinds een aantal decennia steeds meer zaken gewelddadig vinden, zal een groot aantal zaken nooit onder de noemer van geweld vallen. Lange tijd terug was het (zo goed als) ondenkbaar dat ongewenst seksueel gedrag als een vorm van geweld werd gezien, en wat de toekomst betreft: het is niet uitgesloten dat robots zullen melden dat ze slachtoffer zijn van geweld. Niettemin zullen we tuinieren, zwemmen en tekenen (wellicht) nooit als geweld zien. Drie: ondanks het feit dat ‘geweld’ niet voor iedereen hetzelfde betekent, zijn sommige fenomenen zonder enige twijfel voor (zo goed als) iedereen een vorm van geweld. Een voorbeeld daarvan is zelfmoordterrorisme.

Wie dat boeiend vindt, kan nog altijd de vraag stellen: is die analyse naast interessant ook relevant? Heeft ze praktische waarde? Ben je daar iets mee?

Stel, je wil als journalist een artikel over geweld schrijven, en je belt daarvoor twee wetenschappers op: een bioloog en een antropoloog. Het is dan goed mogelijk dat jij iets anders onder ‘geweld’ verstaat dan hen. Om spraakverwarring te vermijden, is het daarom aangewezen dat je duidelijk maakt wat je als geweld ziet en wat niet. De kans is overigens reëel dat beide wetenschappers ook onderling verschillen. In de menswetenschappen hanteert men doorgaans een breder geweldbegrip dan in de levenswetenschappen.

Is dat de enige relevantie? Is mijn uitleg ook in moreel opzicht nuttig?

Stel je een instelling voor waar ongewenst gedrag wordt gesteld. Hoewel er nauwelijks of geen schade wordt berokkend, is er een zorgbehoevende die slaat, trekt, duwt, bijt. Zorgverstrekker A heeft een smalle geweldopvatting, en rapporteert daarover niet in termen van geweld. Een andere zorgbehoevende stelt precies hetzelfde gedrag, maar wordt geobserveerd door zorgverstrekker B. Deze laatste meent dat het wel een duidelijk geval van geweld is, en noteert dat ook als dusdanig. Beide rapporten worden aan de teamleider voorgelegd. Op basis van het rapport van zorgverstrekker B beslist de teamleider om de tweede zorgbehoevende te straffen; het rapport van zorgverstrekker A is dan weer geen reden om de eerste patiënt te straffen. Een ongelijke behandeling dus, die duidelijk ook onrechtvaardig is.

Je kunt daarom argumenteren dat het beter zou zijn om de term ‘geweld’ niet meer te gebruiken. Beschrijf het gedrag, eerder dan er een label op te plakken. Hoewel dat (wellicht) wenselijk is, lijkt het niettemin naïef. ‘Geweld’ is een oud woord dat zodanig diep in ons taalgebruik zit ingebakken dat het niet gauw zal verdwijnen, ook niet wanneer men collectief beslist het niet meer te gebruiken. Wel realistisch is dat je goed uitlegt wat je onder geweld verstaat wanneer je schrijft, of dat je om uitleg vraagt indien het begrip niet werd verduidelijkt, zoals in het voorbeeld van daarnet. In zekere zin is dat niet enkel wenselijk maar zelfs een plicht.

De gevolgen van het niet verduidelijken of het niet nagaan van wat onder ‘geweld’ wordt verstaan kunnen zich immers ook op een ander dan wetenschappelijk of journalistiek vlak laten voelen. Het is ook mogelijk, zo blijkt uit het voorbeeld van de zorginstelling, dat het onzorgvuldig omspringen met termen en begrippen ook ongewenste morele gevolgen heeft.

Lode Lauwaert is filosoof aan de KU Leuven.

Partner Content