Geens: ‘Er zijn pogingen gedaan om onderzoek Bende van Nijvel te manipuleren’

Federaal minister van Justitie Koen Geens, 27 juni 2017. © Belga

De minister van Justitie (CD&V) gaf in de Kamer uitleg bij de recente onthullingen in het dossier en het overleg dat hij vorig weekend had met het College van procureurs-generaal.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vindt de piste van de overleden rijkswachter die mogelijk ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel was ‘ongetwijfeld interessant’. Hij waarschuwt dat er geen overdreven verwachtingen mogen worden gekoesterd, maar benadrukt tegelijkertijd dat ‘elke steen moet bovenkomen’. Dat heeft minister Geens dinsdag verklaard in de Kamer, waar hij uitleg gaf bij de recente onthullingen in het dossier en het overleg dat hij vorig weekend had met het College van procureurs-generaal.

Een deel van de informatie die hij vrijgaf, was rechtstreeks afkomstig van de Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer.

Voor het overige sprak Geens over zijn eigen ervaringen en inschattingen. Zo benadrukte hij dat het Bende-dossier vanaf zijn aantreden als minister van Justitie in 2014 altijd zijn volle aandacht heeft gekregen.

Het werd Geens naar eigen zeggen duidelijk dat een aantal onderzoeksstrategieën ‘geen bevredigend resultaat’ had opgeleverd, maar ook ‘dat er pogingen gedaan waren om het onderzoek te manipuleren’, terwijl de slachtoffers en hun nabestaanden hem lieten verstaan dat ze onvoldoende gehoor hadden gekregen in het verleden.

Over de piste van de rijkswachter die zichzelf op zijn sterfbed als De Reus zou hebben bekendgemaakt, citeerde Geens de informatie van procureur-generaal De Valkeneer. Volgens die informatie werd in 2000 een speekselstaal afgenomen bij de rijkswachter en werden zijn vingerafdrukken genomen. De vergelijking tussen deze vingerafdrukken met die uit het dossier was negatief. In 2017 vond een genetische analyse plaats die geen enkel resultaat opleverde.

(Non-)believers

Veel gegevens die de minister aanhaalde, raakten de voorbije dagen bekend via de media. Geens concludeerde dat de piste rond de rijkswachter ongetwijfeld interessant is. ‘En zoals steeds zullen er believers en non-believers zijn. Het is zaak geen overdreven verwachtingen te koesteren, maar elke steen moet bovenkomen’. Dat laatste niet alleen omdat er bij slachtoffers en nabestaanden nog hoop bestaat, maar ook voor de geloofwaardigheid van Justitie en omdat de Bende van Nijvel mogelijk de staat zelf viseerde.

De minister wees erop dat hij het College beloofd heeft dat de procureurs extra mensen kunnen krijgen van de federale gerechtelijke politie en de dienst enquêtes van het Comité P, indien dat nodig is om de recente pistes verder te onderzoeken. Sinds begin september waren al twee Nederlandstalige inspecteurs van gerechtelijke politie toegevoegd aan de equipe van Charleroi, waar al permanent drie andere enquêteurs waren.

Vandaag zien de procureurs-generaal van Bergen en Luik de onderzoeksrechter en de enquêteurs. Volgende week rapporteren ze aan het volledige College van procureurs-generaal. ‘Dan zal ik samen met mijn kabinet en met het College beslissen welke equipes op welke plaatsen moeten worden ingezet’, luidde het. De Directeur-generaal van de gerechtelijke politie heeft de minister al laten weten dat hij bereid was om de equipe te verdubbelen indien nodig.

Vermassen

Minister Geens kwam ook terug op de brieven die advocaat Jef Vermassen aan de procureur-generaal van Gent overmaakte. Volgens De Valkeneer werden alle brieven geanalyseerd op gerechtelijk vlak en bleek dat ze na verificatie ‘geen enkel element bijbrachten voor het gerechtelijk onderzoek’.

Daarnaast verwees de minister naar het onderhoud dat hij in maart had met advocaat Walter Van Steenbrugge, die hem onder meer steun vroeg vanuit het slachtofferfonds om voor zijn cliënten het gehele dossier te kunnen inkijken. ‘Hoewel ik begrip had voor deze vraag, kon daar niet op worden ingaan. De Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden liet mij weten via haar voorzitter dat de cliënten reeds vroeger een financiële bijdrage hadden gekregen en dat de vervaltermijn van 10 jaar is verstreken’.

Tot slot vroeg de minister niet al te streng te zijn voor wie vandaag het dossier tot een goed einde probeert te brengen. Veel mensen uit justitie en politie waren ten tijde van de aanslagen naar jong.

‘Allemaal samen hebben wij een besmeurde erfenis gekregen. Uit een tijd waarin de opsporingstechniek en -ethiek niet dezelfde waren als vandaag. Zeker niet indien er ook maar een kleine kans bestond dat eigen mensen zouden betrokken zijn’, aldus Geens, die opriep ‘geen overspannen, maar realistische verwachtingen’ te koesteren.

Partner Content