Yves T'Sjoen

‘Gedichten lezen met Chinezen: Wie weet wat we vanuit oosters perspectief nog te weten komen over onze literatuur’

Yves T'Sjoen Hoogleraar moderne Nederlandse literatuur (UGent) en verbonden aan de Universiteit Stellenbosch

‘De Taalunie moet investeren in de uitwisseling met Chinese studenten die geïnteresseerd zijn in het Nederlands’, schrijft professor Yves T’Sjoen (UGent). ‘Wie weet wat we binnenkort vanuit oosters perspectief nog te weten komen over onze literatuur.’

Dit academiejaar volgen acht Chinese beursstudenten een opleiding Nederlands aan de Universiteit Gent. Drie anderen verblijven in Leiden. Zij zijn allen verbonden aan de Beijing Foreign Studies University. De coördinator van het uitwisselingsproject is het Universitair Centrum voor Talenonderwijs (UCT). De Chinese neerlandici, derdejaarsstudent in Beijing, zijn geselecteerd op grond van hun taalvaardigheid Nederlands. Naast lessen taalverwerving wonen zij colleges bij over de geschiedenis van het Nederlands en de literatuur van de Lage Landen.

‘Gedichten lezen met Chinezen: Wie weet wat we vanuit oosters perspectief nog te weten komen over onze literatuur’

Het is bekend dat uitwisselingsstudenten uit Azië doorgaans aan een Europese universiteit een proefschrift voorbereiden in de ingenieurswetenschappen, rechten en economie. Volgens het UGent-magazine Durf denken zijn ook architectuur, psychologie en pedagogische wetenschappen populair.

Meestal hebben we voor de neerlandistiek Erasmusstudenten te gast uit Midden-Europa, vooral uit Polen, Tsjechië en Hongarije, ook wel eens Oekraïne en Servië. Er is wel eens een Rus of een Roemeen die komt aansluiten. Met Chinese studenten praten, in de eigen moedertaal, over Nederlandstalige literatuur had ik nog niet eerder beleefd.

Naar verluidt wordt het Nederlands op een hoog niveau aangeboden aan de wetenschappelijk gerenommeerde Beijing Foreign Studies University. In 2005 zijn docenten er begonnen met een opleiding Nederlands. De Universiteit Gent is geselecteerd als enige buitenlandse partnerinstelling voor een studie van onze moedertaal. Het programmavoorstel sprak het meest aan.

Exotische namen

Enkele weken geleden kreeg ik van het UCT het genoegen met gedichten van Rutger Kopland en Herman de Coninck, Lucebert en Hugo Claus een gastcollege aan te bieden. Dat genoegen is zonder meer toe te schrijven aan mijn exotische naam. Je weet niet wat je als docent te wachten staat. De angst alleen wezenloze blikken te trotseren, bleek ongegrond. Hoewel de dichtersnamen hen helemaal niets zeggen en een referentiekader vrijwel geheel ontbreekt, volgden de studenten meer dan anderhalf uur een overzicht met poëzieontwikkelingen in ons taalgebied. Méér nog, ze prevelden de teksten mee en grinnikten wanneer daarvoor aanleiding bestond.

In mijn stoutste dromen hoorde ik hen vanuit oosters perspectief verrassende interpretaties formuleren. Eindelijk, zo dacht ik, heeft de poëzie van J. Bernlef, Gerrit Komrij, Dirk van Bastelaere en Miriam Van hee een nieuw doelgroep gekregen. In mijn verbeelding zie ik in Beijing poëzievertalingen verschijnen. Nederlandse en Vlaamse dichters worden voor een optreden uitgenodigd naar Shanghai. Duizenden Chinese studenten bevolken onze auditoria en worden uitgeroepen tot redders van de neerlandistiek.

Toen ik weer bij de les kwam, lieten de acht studenten hun bewondering horen voor ‘Sebastaan’ van Annie M.G. Schmidt en speelse gedichten zoals ‘Berceuse presque nègre’ van Van Ostaijen. Anderstalige studenten Nederlands kan je altijd bekoren met deze teksten.

Stoutmoedig peilde ik na afloop naar kennis van de Chinese poëzie, zoals Li-tai-pe uit de Tang-dynastie, in de Vlaamse literatuur. Li-tai-pe kennen ze niet. Gaston Burssens heeft tijdens de Grote Oorlog een bundel met bewerkingen van Chinese dichters samengesteld. Het is hen niet bekend.

‘Dat die studenten uit Beijing in Gent een poëziecollege volgen, biedt hopelijk perspectieven voor de toekomst.’

De vermelding was wel een aanleiding hun aandacht te vestigen op het bestaan van een weinig bekend literair grensverkeer tussen Vlaanderen en China. Niet dat ik hiermee zieltjes heb gewonnen voor onze literatuur in het Verre Oosten. Dat die studenten uit Beijing in Gent een poëziecollege volgen, biedt hopelijk perspectieven voor de toekomst. Lezen met de Chinezen. Ik dacht dat Aziaten in Gent, Antwerpen of Leuven alleen kwamen om te doctoren in de bio-ingenieurswetenschappen.

Het prachtige initiatief moet door onze universiteiten worden uitgebreid. De Nederlandse Taalunie moet investeren in deze uitwisseling. Wie weet wat we binnenkort vanuit oosters perspectief nog te weten komen over onze literatuur.

Studente Sun Kaize laat zich ontvallen: “deze taal boeit me met de dag meer”. Het is méér dan wat we soms van eigen studenten en collega’s mogen horen. Naar een bekend middeleeuws lied: Het daghet in den Oosten.

(Met dank aan het Universitair Centrum voor Talenonderwijs (UGent))

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content