‘Fijnsparren in Hoge Venen droegen bij tot overstromingen van juli’ (WWF)

Hoge Venen

De aanwezigheid van fijnsparplantages in de Hoge Venen heeft ervoor gezorgd dat de overstromingen die gebeurden midden juli, verergerd zijn, stelt milieuorganisatie WWF. De Belgische houtsector is het hier grondig mee oneens.

Fijnsparren (epicea) worden vooral gebruikt voor constructiehout en boomschors. Omdat die boomsoort niet graag veel water heeft, zijn de plantages voorzien van afvoerkanalen die het water laten wegspoelen. Daardoor is er volgens WWF nauwelijks andere plantengroei en loopt regenwater snel af van de geërodeerde grond. Tijdens de twee dagen hevige regen van 13 tot 15 juli, is dat precies wat gebeurde, zegt WWF. ‘WWF-experten stelden vast dat sommige afvoerkanalen bijna weggespoeld werden door het vele water dat uit de bossen spoelde.’

Beschermende natuur

Het WWF maakte een rapport, ‘Powering Nature: Creating the conditions to enable Nature-based Solutions’, waaruit bleek dat het aantal mensen dat wereldwijd getroffen werd door overstromingen zal verdubbelen tegen 2030. Ook de schade aan gebouwen en infrastructuur zou verdrievoudigen. Volgens het rapport zouden oplossingen op basis van de natuur ons beter kunnen beschermen tegen dergelijke rampen: ‘Dat betekent dat beleid onder meer moet inzetten op het vermijden van waterafloop in rivieren uit hoger gelegen gebieden, zowel door land- als bosbouw maar ook stoppen met betonnering van terreinen,’ aldus WWF.

Vlaanderen koploper’

‘Vlaanderen is een koploper in het droogleggen en draineren van het landschap,’ schrijft WWF. Uit een studie van de Universiteit Antwerpen blijkt dat 5 procent van Vlaanderen als waterrijk gebied omschreven kan worden. In 1950 was dit nog 19 procent. ‘WWF vraagt dat ons land stopt met natuurgebieden te draineren, en dat het ruimte maakt voor diverse natuur zoals gemengde bossen met veel biodiversiteit,’ zegt Koen Stuyck, woordvoerder van WWF België. ‘Samen met natte (veen)gebieden hebben die een grote capaciteit om water en CO2 vast te houden en ons beter te beschermen. Rijke natuurgebieden met een grote wateropslagcapaciteit zijn een belangrijk deel van de oplossing tegen toekomstige overstromingen.’

‘Intellectueel oneerlijk en misleidend’

Naar aanleiding van het bericht van WWF volgde een ‘recht van antwoord’ van de Belgische houtsector.

‘Alle leden van de Belgische bosbouwen houtindustrie veroordelen deze mededeling scherp en betreuren het dat de milieuorganisatie misbruik maakt van de tegenspoed van mensen om valse en ongegronde informatie te verspreiden’, aldus de mededeling van de sector. ‘De perscampagne van het WWF is dan ook intellectueel oneerlijk en misleidend. Het is een communicatiestrategie die actuele gebeurtenissen gebruikt om een boodschap van een geheel andere aard over te brengen. Hoewel alle bij de bosbouw betrokken partijen erkennen dat bepaalde keuzes op het gebied van bosbouw in het verleden wellicht niet juist zijn geweest door grootschalige monocultuur te beoefenen, voornamelijk als gevolg van een gebrek aan kennis of technische informatie op dat moment, kunnen zij de verspreiding van verkeerde informatie zoals de volgende berichten niet tolereren: “De aanwezigheid van fijnsparplantages in de Hoge Venen heeft ertoe geleid dat de overstromingen die gebeurden midden juli, verergerd zijn”. “Omdat de fijnspar niet graag veel water heeft, zijn de plantages voorzien van afvoerkanalen die het water laten wegspoelen”. Of nog: “WWF vraagt dat ons land stopt met natuurgebieden te draineren (…)”‘

‘In de eerste plaats is het gebruik van afvoerkanalen in Waalse bossen voor nieuwe aanplant sinds 2008 bij wet verboden (artikel 43 van het bosbouwwetboek). De wetgeving veroordeelt ook formeel de instandhouding ervan. Het is onaanvaardbaar om “slecht bosbeheer” aan de kaak te stellen met het argument dat de bossen anno 2021 nog steeds courant drooggelegd worden. Voor de doorsnee burger suggereert de mededeling dat dit een actieve praktijk is die door bosbouwers wordt gesteund, wat helemaal niet het geval is. Op veel plaatsen was deze praktijk bovendien al veel langer geleden afgeschaft. Bovendien bevat het Waalse beheersplan voor overstromingsrisico’s (PGRI) 2022-2027 (dat momenteel wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek) geen elementen die het mogelijk maken een bosbouwpraktijk of specifieke gewassen aan te wijzen als factor die het overstromingsrisico zou kunnen hebben bevorderd. De afspoeling/erosie in het bos zou zeer gering zijn en beperkt blijven tot boswegen of tot enkele percelen die onlangs om sanitaire redenen zijn geoogst.’

‘Ten tweede’, aldus de houtsector, ‘wordt in de mededeling van het WWF, naast het argument van de afwatering van de bossen, de keuze van de fijnspar duidelijk in twijfel getrokken door te verwijzen naar “bomen die er niet tegen kunnen om ‘met de voeten in het water’ te blijven staan”. Deze aanval doet vermoeden dat bosbouwers sparren aanplanten op plaatsen die er niet geschikt voor zijn. Ook hier is sprake van verkeerde informatie, want artikel 40 van het bosbouwwetboek verbiedt de aanplant van soorten die niet standplaatsgeschikt zijn (cf. fichier écologique des essences). Er dient ook op gewezen dat fijnsparren, met hun grote bladoppervlakte en hun hoge interceptiesnelheid van regenwater, het bereiken van het water op het maaiveld aanzienlijk vertragen en zo een onmiskenbare bufferfunctie vervullen vóór de afvloeiing.’

‘Tenslotte is het leggen van een verband met de overstromingen van juli sensatiezucht en recuperatie pur sang. Suggereren dat het water dat van enkele plateaus in de Hoge Venen is gestroomd “de overstromingen heeft verergerd”, leidt het onderwerp af naar een emotionele conclusie die een buzz wil creëren. Volgens officiële KMI-gegevens bereikte de regenval in Jalhay op het hoogtepunt van de crisis in 48 uur een recordniveau van 271 mm, d.w.z. bijna driemaal de normale maandelijkse regenval in twee dagen. Sinds het begin van de meteorologische gegevens zijn in België nooit eerder dergelijke niveaus gemeten. In deze context zou zelfs het prachtigste veenmoeras tekort geschoten hebben. Een andere onwaarheid in het betoog van het WWF is de bewering dat een gemengd bos meer koolstof opslaat dan een naaldhoutopstand. In feite wordt de totale koolstofbalans gemaximaliseerd met naaldhout, wat verre van onaantrekkelijk is in de context van de klimaatnoodsituatie. Voor de bosbouw en de houtindustrie is de mededeling van het WWF erop gericht de productie van naaldhoutsoorten en de productierol van bossen te bezoedelen en te veroordelen. Biodiversiteit is perfect verenigbaar met de productiefunctie van het bos. De drie functies van bossen, namelijk de ecologische, de sociale en de economische, kunnen elkaar zeer goed aanvullen. In geen geval draagt het tegen elkaar uitspelen van biodiversiteit en productie bij aan de oplossing van de klimaatuitdaging. Dit geldt des te meer omdat, als men zich in de toekomst op korte, lokale ketens wil richten, het Belgische bos in staat moet zijn voldoende kwaliteitshout te produceren in het kader van een adaptief en evolutief bosbeheer. Houtproductie is een ecologische en duurzame oplossing in de strijd tegen de opwarming van de aarde (met name door CO2 vast te leggen) én in het waterbeheer, en geen vijand die overstromingen verergert!’

Deze mededeling werd ondertekend door Frédéric Petit, voorzitter van NTF (Nature, Terre, Forêts), Valéry Bemelmans, voorzitter van de nationale federatie van bosexperts (FNEF), Jonathan Rigaux, voorzitter van de Union Ardennaise des Pépiniéristes (UAP), François De Meersman, secretaris-generaal van de Belgische Houtconfederatie, Filip De Jaeger, adjunct-directeur-generaal van Fedustria, Thomas Davreux, algemeen directeur van InDUfed, Maxime Daye, voorzitter van de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië, Dominique Godin, voorzitter van de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij (KBBM), Eric Smeets, voorzitter Koepel Vlaamse bosgroepen.

Partner Content