Ludo Bekkers

EXPO: fotografie uit de loopgrachten

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Toen WOI in 1914 uitbrak, stond de fotografie nog in haar kinderschoenen. De camera’s waren log en pas later werden kleinere toestellen beschikbaar. Beide types werden aan het front en in de periferie ervan veelvuldig gebruikt.

Dat fotografie een waarheidsgetrouw beeld van de realiteit toont is nooit vanzelfsprekend geweest. Fotografie is interpreteren volgens de specifieke inzichten van de beeldenmaker met de technische en artistieke middelen waarover hij beschikt. Maar welbepaalde motieven kunnen ook de realiteit een ander en subjectiever gezicht te geven. Neem nu een van de betere case studies hierover, de interpretatie en impact van de beeldgeschiedenis tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen die in 1914 uitbrak, stond de fotografie nog in haar kinderschoenen, de camera’s waren log en pas later werden kleinere toestellen beschikbaar. Beide types werden aan het front en in de periferie ervan veelvuldig werden gebruikt. Waarom en waarvoor, is een vraag die op een tentoonstelling in het Antwerpse FoMu wordt gesteld en voor zover mogelijk beantwoord.

“Het is geen eenduidig verhaal en het gaat niet louter om illustraties bij de geschiedenis” stelt Rein Deslé, mede-curator van deze expositie. “Het loont de moeite om verder te kijken dan wat een foto afbeeldt.” Het gaat dan om wie de foto’s nam en waartoe ze dienden. Nogal wat soldaten, langs beide kanten van het front, waren in het bezit van een eenvoudige camera, een Kodakje bij de geallieerden of een Ernemann bij de Duitsers. Dat waren meestal fotoamateurs die al in vredestijd een camera hanteerden om familie- of vakantie beelden te verzamelen in albums. Het waren onder meer zij die in de loopgrachten en er achter het leven van de frontsoldaat vast legden. Dergelijke foto’s dienden om het thuisfront een zicht te geven op zijn levensomstandigheden en waren allerminst bedoeld om de brute realiteit te tonen. Daar waren andere kanalen voor geschikt zoals de graag bekeken en gelezen geïllustreerde bladen die er in beide kampen propagandistische bedoelingen mee hadden. Zo van “kijk eens hoe moedig wij zijn en hoe gruwelijk de vijand te werk gaat”. Dat er daartoe stevig gemanipuleerd werd blijkt uit het feit dat nogal wat beelden duidelijk in scène werden gezet, gefingeerde aanvallen, stormlopen met de bajonet op het geweer, gesimuleerde doden en gewonden. Het lezerspubliek lustte dat blijkbaar gretig en een bepaalde pers speelde daar lustig op in. Zoals het Franse fotomagazine “Le Miroir” dat er niet voor terugdeinzde om al in december 1914 een oproep te plaatsen waarin lezers werd gevraagd alle interessante, men leze schokkende, beeldmateriaal tegen betaling, nota bene, in te sturen. Dit blad, dat louter op sensatie uit was, verkocht als zoete broodjes met een miljoen exemplaren op het einde van de oorlog. In Groot Brittannië tapten de Daily Mail en de Daily Mirror uit hetzelfde vaatje. Daar staat tegenover dat er van officiële zijde over gewaakt werd dat het fotomateriaal moest dienen, niet om de horror te tonen maar wel om de honneur, de eer die langs beide kanten hoog moest gehouden worden. Liefst met beelden die heldhaftige soldaten toonden of geruststellende situaties zoals een trio Duitse soldaten die vaderlijk poseren met twee kinderen voor hun schamelijk hoevetje of frontsoldaten die in loopgraven de tijd vinden om een boek te lezen.

De oorlogsfotografie had niet uitsluitend een herinnerings-of propagandisch doel.

Ludo Bekkers

Andere foto’s schuwen dan weer niet om de realiteit van het oorlogsgebeuren te tonen en zelfs in boekvorm uit te geven zoals het werk van de Duitse fotograaf Franz Schauwecker “So war der Krieg, 250 Kampfaufnahmen an der Front” of “Das Antlitz des Weltkrieges: Fronterlebnisse deutscher Soldaten” van Ernst Jünger die beide het échte frontleven in beeld brachten. Propagandistisch waren ongetwijfeld ook de beelden van krijgsgevangenen, die al dan niet achter prikkeldraad hun verdere lot afwachtten. En zo gaat het maar door met portretten die gebruikt werden als doodsprentjes en foto’s van familieleden rond de graven van gesneuvelden. Een aspect tonen de beelden van de “verwoeste gewesten” met een opvallende reeks foto’s van het bombardement op Antwerpen van de bekende amateur-fotograaf Jozef Emiel Borrenbergen, een uniek document van de aangerichte vernietigingen ook in Lier, Mechelen en Duffel.

De oorlogsfotografie had niet uitsluitend een herinnerings-of propagandisch doel maar, in sommige gevallen ook een utiliteitsfunctie. Vanuit vliegtuigen werden opnamen gemaakt die voor de legerleiding zowel de vijandelijke stellingen als de troepenverplaatsingen duidelijk zichtbaar moesten maken. De inslag van zware granaten kon minutieus worden gevolgd en zo werd overzichtelijk welke schade er aan gebouwen en monumenten werd aangericht. Maar de fysieke schade die bij de soldaten werd aangericht werd onder meer door de Duitse fotograaf Ernst Friedrich haast systematisch afgebeeld. De afschuwelijke letsels die opgelopen werden documenteerde hij bewust als een deconstructie van de officiële oorlogsretoriek. Het was een anti-propaganda die hem dan ook niet in dank werd afgenomen. Maar de reeks afbeeldingen die als boek werden verspreid met een inleiding en bijschriften in verscheidene talen hebben ook een medische functie gehad. De opnamen van de verwoeste gelaten van sommige soldaten “Les gueules cassées” zouden de medische wereld studiemateriaal bezorgen voor latere reconstructiemethodes. Dat was niet de aanvankelijke bedoeling geweest maar als afgeleide zou het zijn nut hebben gehad.

Zo is deze tentoonstelling over de eerste wereldoorlog een divers panorama geworden van alle aspecten die de fotografie in die periode kon en wou behandelen. Wat museaal in haar nadeel uitvalt is dat het materiaal in vele, zo niet in de meeste gevallen bestaat uit kleine en middelgrote formaten die slechts in vitrinekasten kunnen getoond worden. Alle blow-ups ten spijt en de aanwezige film- en videoreconstructies blijft het een vermoeiende aangelegenheid om het beeldmateriaal grondig te “lezen”. Gelukkig is er de uitstekende boek-catalogus die een intenser zicht geeft op het onderwerp.

Tentoonstelling “Shooting Range, Fotografie in de vuurlinie ?”. Antwerpen, FoMu, nog tot 11 november.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content