‘Europa moet het veel offensiever spelen in de aanpak van de coronacrisis’

‘Europa speelt het veel te braaf op het wereldtoneel. Deels omdat we niet durven, maar ook omdat onze structuur het ons niet toelaat’, schrijft Alexander De Croo naar aanleiding van Europadag.

Het verdween tussen de plooien van de actualiteit, maar het was best belangrijk nieuws. Het Duitse Grondwettelijk Hof verklaarde dinsdag het belangrijkste deel van de aankooppolitiek van de ECB “buitenverdrachtelijk”. Verkapt economisch beleid vermomd als monetaire inflatiedoelstelling, klonk het verdict.

Het is niet de eerste keer dat “Karlsruhe” haar voet onzacht neerzet. Het argument is steeds hetzelfde: meer en meer bevoegdheden worden naar Europa overgeheveld op een ongepaste manier: niet via de Verdragen maar sluiks; als informeel compromis tussen de lidstaten of in secundaire wetgeving waar het niet thuis hoort. Ook nu stond er in het arrest als waarschuwing: ‘de Europese Unie is geen federatie’. Je kon de Duitse rechters tot in Brussel horen zuchten.

Europa moet het veel offensiever spelen in de aanpak van de coronacrisis.

Feit is dat Europa het afgelopen decennium geen enkele crisis met open vizier is te lijf gegaan. De oplossing was telkens één of ander vermoeid compromis tussen de 27 staats- en regeringsleiders dat later “onwettelijk” of onwerkbaar blijkt te zijn. De Europese leiders vertikten het bijvoorbeeld om in volle migratiecrisis ook maar een morzel bevoegdheid af te staan aan Jean-Claude Juncker en Frontex en raakten zo compleet de regie kwijt. Tien jaar na de bankencrisis is men het nog niet eens over het sluitstuk van de bankenunie. En recent was er het beschamend schouwspel van lidstaten die vechtend over straat rolden over beschermingsmateriaal. Ook een “Europese” exit-strategie en de “Europese” Covid-app dreigen in 27 varianten tot stand te komen. Het Europees project kraakt in haar voegen. Je kan de Europese burger horen zuchten tot in Brussel.

In de strijd tegen het coronavirus moet Europa verder kijken dan de loutere crisisbestrijding

Hoe is het zover kunnen komen? Onder de generaties Schuman-Monnet en Kohl-Mitterand leken de bomen wel tot in de hemel te groeien: een interne markt, een eenheidsmunt, het Erasmusprogramma, grenzeloos en betaalbaar reizen. Europa was een genereus project met steeds meer vrijheden en mogelijkheden voor steeds meer mensen. Maar met de invoering van de Schengenzone vergaten we de buitengrenzen te bewaken. Na de terroristische aanslagen bleken de nationale veiligheidsdiensten nauwelijks gegevens uit te wisselen. En nu hebben we dus een Duits hooggerechtshof nodig dat ons met de neus op het evidente drukt: een Centrale Bank kan nooit de rol van schatkist vervullen, noch economisch beleid voeren.

De onenigheden tussen de lidstaten beginnen bovendien absurde proporties aan te nemen. Zelfs wat de democratie en de rechtstaat betreft, loopt er een knoert van een kloof tussen Oost- en West Europa. Door de ‘de facto’ unanimiteit, loopt de Europese Raad steeds verder vast. Een nieuwe, grote hervorming van ons Europese project dringt zich op. Laat ons de Europese Commissie en het Europees Parlement versterken, zodat er makkelijker beslissingen kunnen genomen worden met meer democratische legitimiteit. Wanneer de Raad het niet eens raakt, moeten de twee andere instellingen kunnen overnemen. Vooral op vlak van buitenlandbeleid is hier dringend nood aan. Autocraten als Poetin en Erdogan spelen de Europese lidstaten maar al te graag tegen elkaar uit – of het nu over energie of migratie gaat. Rusland en Turkije bepalen wat er in Syrië gebeurt, Europa draagt zwijgend de gevolgen. Sinds Trump in het Witte Huis zit, is er meer dan ooit nood aan een Europese defensiegemeenschap.

Europa speelt het ’tout court’ veel te braaf op het wereldtoneel. Deels omdat we niet durven, maar ook omdat onze structuur het ons niet toelaat. We moeten onze standaarden en belangen feller durven doordrukken door bijvoorbeeld een CO2-taks te heffen op landen die zich niet aan het Klimaatakkoord van Parijs houden. Na de Covid-19 krimp zullen investeringen in het klimaat trouwens broodnodig zijn om onze economie er terug boven op te helpen. De balans van de Europese Investeringsbank – die de laatste jaren gekrompen is – heeft meer dan voldoende marge om extra risico te nemen en haar kans te wagen met Europese ondernemers die innoveren en voor een klimaatdoorbraak kunnen zorgen.

Ook in de aanpak van de covid-19-crisis moet Europa het veel offensiever spelen. Er is veel goed werk geleverd – zoals bijvoorbeeld de vernietiging van deze nationale ‘export bans’ voor zorgmateriaal en het gemeenschappelijk aankoopbeleid. Maar we moeten voorbij de loutere crisisbestrijding. Laten we die interne markt – die door Jacques Delors werd gelanceerd in de jaren ’90 – updaten, met de sectoren die vandaag nog nationaal afgeschermd worden maar waar nog heel wat winst kan gemaakt worden. Door bijvoorbeeld gezamenlijk energie aan te kopen en door de distributeurs over heel Europa met elkaar te laten concurreren zodat de prijzen zakken. Of door één Europese, digitale regulator te creëren die een fair en open internet garandeert en maar één set digitale regels af moet dwingen voor onze startups in plaats van de huidige 27.

De uitdagingen zijn enorm maar ook de kansen gigantisch: Europa als motor voor vrijheid en vooruitgang. Twee elementen die we in deze COVID crisis opnieuw allemaal naar waarde moeten schatten. En de rechters in Karlsruhe indachtig, moeten we het ditmaal volgens de regels van het spel spelen: via een verdragswijziging en met een sterkere democratische controle. Als we willen, kan Europa morgen opnieuw richting geven in plaats van orders te ontvangen van de grootmachten. Wat meer Europees zelfvertrouwen kan in dat opzicht zeker geen kwaad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content