Erika Vlieghe in Kamercommissie: ‘Ook voor volgende golf is er opnieuw geen plan’

Erika Vlieghe © Belga Image

Het coronavirus heeft volgens infectiologe Erika Vlieghe tijdens de tweede golf zo hard kunnen toeslaan door een gebrek aan een gevoel van urgentie, de versnippering van bevoegdheden en het grote spanningsveld tussen externe experten en het beleid.

Vlieghe zei dat vrijdag in de bijzondere Kamercommissie bevoegd voor het onderzoek naar de aanpak van de covid-19-epidemie in ons land. Ze vreest ook dat er geen solide plan is voor als er een nieuwe golf uitbreekt.

Geen kapitein

Net zoals bij de eerste golf, waren de reacties in de aanloop naar de tweede golf reactief. ‘Er was geen groter plan en het was ook niet duidelijk wie de kapitein van het schip was’, aldus Vlieghe.

‘Enkel de ziekenhuizen konden de nodige flexibiliteit aan de dag leggen omdat ze noodplannen hadden klaarliggen. Als je generieke voorbereidingen klaar hebt, geraak je al heel ver.’

‘Killing factor’: acht ministers van gezondheid

Daarnaast waren er volgens de professor nog verschillende struikelblokken. Zo is er een probleem met de structuur van het beleid, waardoor de bevoegdheden versnipperd zijn.

Vlieghe verwijst onder meer naar de acht ministers van Volksgezondheid. ‘Ondanks de goodwill’, is dat ‘in het beste geval een vertragende factor, maar in het slechtste geval is dat een killing factor’, aldus de infectiologe. Ze wil niet met de verwijtende vinger naar een bepaald niveau wijzen. Vanuit de regio’s en op federaal niveau probeerde iedereen zijn steentje bij te dragen, maar iedereen verwees naar elkaar. Efficiëntie was er niet. ‘Het was net de processie van Echternach.’

Geen gevoel van urgentie

Daarnaast merkte Vlieghe ook op dat een gevoel van urgentie bij politici ontbrak. De herschikking van het adviesorgaan Celeval deed daar geen goed aan. Bedoeling was om het orgaan maatschappelijk open te trekken. De taak van de experts was om ons land te leren leven met het virus. ‘Maar de situatie was nog te explosief’, klinkt het.

Na de herschikking zaten er volgens Vlieghe te weinig biomedische experten in het orgaan. De experten hadden geen ervaring met een epidemie. Zij minimaliseerden de cijfers. ‘Daardoor kon Celeval 2 geen krachtig, epidemiologisch advies geven’, stelt ze.

‘Bovendien was er bij de politici weinig animo om strenge maatregelen te nemen.’ Wie daarvoor pleitte, werd weggezet als paniekzaaier, aldus de professor.

Spanningsveld

Voorts was er een groot spanningsveld tussen de externe experten, die out of the box probeerden te denken en de beleidsmakers, stelt Vlieghe. De voorstellen werden vaak afgeblokt omdat ze niet realistisch waren. Als er nieuwe zaken gerealiseerd werden, was dat vaak onder impuls van externe experts, klinkt het. De overheid is te weinig innovatief.

De tweede golf was er sowieso gekomen. Als er sneller was ingegrepen, in september al, dan was die tweede golf minder groot en zaten we nu al in rustiger vaarwater, aldus Vlieghe.

Geen plan

De infectiologe vraagt zich ook af of ons land bij een volgende golf bereid zal zijn om snel maatregelen te nemen en snel te schakelen. Volgens haar is er opnieuw geen solide plan.

Er moeten volgens haar permanent mensen bezig zijn met corona, ‘zoals het leger ook altijd klaarstaat voor een oorlog’. Er moet een strategische stock van medische hulpmiddelen en medicatie zijn en er moet een generiek plan klaarliggen om bijvoorbeeld triagecentra en contract tracing op te schalen als dat opnieuw nodig is.

Hondenkapsalons

‘Ik heb nooit een duidelijk mandaat gekregen’, zei ze ook nog.

Erika Vlieghe zetelde in de eerste wetenschappelijke commissie, in het adviesorgaan Celeval en zat de GEES voor. Momenteel werkt ze in het team van de coronacommissaris Pedro Facon. Ze werkt 60 procent voor hem en combineert dat met haar werk in het UZ Antwerpen. ‘Het is de eerste keer dat ik een contract heb’.

Tijdens de eerste golf ‘hebben we nooit een duidelijk mandaat gekregen en was het niet duidelijk wat er van ons verwacht werd. In volle crisistijd kregen we bij Celeval van het Crisiscentrum vragen over hondenkapsalons en tuincentra, hekelt de infectiologe. ‘We gaven daar een zo goed mogelijk wetenschappelijk onderbouwd antwoord op. Maar er was geen strategie uitgestippeld. Ik had het gevoel dat niemand het bredere plaatje zag.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content