Erevrederechter Jan Nolf: ‘GAS-rechtspraak is recht laten spreken door amateurrechters’

Betoging tegen GAS-boetes in 2013. © BELGA

Knack biedt u een selectie uit De kracht van rechtvaardigheid, het nieuwe boek van erevrederechter Jan Nolf. Samen met zijn zoon Tim wonnen ze het eerste hoger beroep tegen een GAS-boete. ‘In GAS is de burgemeester de baas, de rechter een risico en de pers een lastpost.’

Brief aan Tim, mijn jongste zoon, over GAS

Vooraf: de Gemeentelijke Administratieve Sancties zijn het berekend resultaat van het gewilde falen van justitie. Net zoals de Afkoopwet de machtsgreep van het parket voor de financiële dossiers betekent, is GAS het paard van Troje van cowboys/burgemeesters om de ‘kleine justitie’ in te palmen en de burger te temmen. GAS is pseudojustitie van de ‘rechts-staat’ tegen de rechtstaat.

Lieve grote zoon, beste Tim,

Daar sta je van te kijken, hé: je pa die je een brief schrijft. Du jamais vu. Het was een goed bewaard geheim en je leest met de andere lezers van dit boek deze brief voor het eerst. Het is geen brief aan je broer geworden – Lode, aan wie nochtans een prima advocaat verloren ging – maar aan jou. Als ik aan jullie beiden een brief geschreven had, was dat wellicht over de familierechtbank geweest. Omdat die rechtbank het flauwe afkooksel is van de mooiste job die in justitie bestaat, het vrederechterschap. Omdat ik voor die job gekozen heb voor jullie beiden, toen Anne en ik beslisten dat we samen zouden blijven terwijl jullie zouden opgroeien en bloeien. Omdat Brels ‘Ne me quitte pas’ me nog altijd diep beroert. Omdat ik vind dat partners het soms te snel opgeven en justitie hen daarin nog te weinig helpt.

Ik had ook aan jullie beiden kunnen schrijven over het centrale thema van dit boek: rechtvaardigheid. Want als jullie over iets onverdraagzaam zijn, dan is het wel over onrechtvaardigheid. Die onbuigzaamheid hebben jullie niet van mij, want was ik in de politiek gebleven, dan had ik ondertussen al veel compromissen gesloten. Die onverbiddelijkheid tegen onrecht hebben jullie van jullie mama.

Die rechtlijnigheid maakt het de kracht van rechtvaardigheid leven niet makkelijker. Ze maakt het wel makkelijker met jezelf te leven en dat laatste is meteen ook de voorwaarde om met anderen om te gaan zonder jezelf te verliezen. Als ik geen vrederechter was geworden had ik dus niet alleen jullie jeugd verloren, maar wellicht ook mezelf.

Als rechter heb je het laatste woord, en de illusie besluipt je dat je altijd wint. Dat is nochtans helemaal niet waar: ook rechters moeten overtuigen.

Ik geef het nu wel toe, Tim, ik heb het knap lastig gehad om afscheid te nemen van de advocatuur. Naderhand vond ik de job van (vrede)rechter eerst zoveel makkelijker. Als advocaat moet je immers overtuigen en je wint niet altijd. Als rechter heb je het laatste woord, en de illusie besluipt je dat je altijd wint. Dat is nochtans helemaal niet waar: ook rechters moeten overtuigen. Van hun overtuigingskracht hangt finaal de geloofwaardigheid van justitie af.

Maar ik schrijf die brief nu dus aan jou Tim, omdat je juridische geschiedenis geschreven hebt. (Ook een beetje als boetedoening voor mij als je papa, want ik geloofde je eerst niet … beroepsmisvorming, hé.) In het Rechtskundig Weekblad werd op 24 oktober 2009 een primeur gepubliceerd: het eerste geslaagd hoger beroep bij de politierechtbank tegen een GAS-boete. De initialen in het geanonimiseerde vonnis J.N. en T.N. staan voor ons beiden.

Op 11 oktober 2007 vond je in Oostende een – tot op vandaag zorgvuldig bewaard – roos formuliertje onder de voorruit van de Golf die papa je uitgeleend had: een parkeerboete bij wijze van een GAS-boete. Je legde me met handen en voeten uit dat het bord ‘bewonerszone’ niet zichtbaar was geweest omwille van wegenwerken en ik dacht er zo een beetje het mijne van.

In het u003cemu003eRechtskundig Weekbladu003c/emu003e werd op 24 oktober 2009 een primeur gepubliceerd: het eerste geslaagd hoger beroep bij de politierechtbank tegen een GAS-boete. De initialen in het geanonimiseerde vonnis J.N. en T.N. staan voor ons beiden.

Je was echter zo overtuigend dat ik je een kans gaf: ik reed zelf naar die bewuste straat en jawel. Ik fotografeerde de tijdelijke verkeerssituatie die je excuus bewees. We maakten er samen een degelijke brief van aan de GAS-ambtenaar, met die foto’s er mooi in kleur bij afgeprint en we waren o zo wijs eraan toe te voegen dat als de GAS-ambtenaar dan toch nog twijfelde, we ‘gehoord’ wilden worden. Vijf maanden later, toen we het hele geval al vergeten waren, werd je zonder enige uitnodiging om je verhaal nog toe te lichten, op een GAS-boete van 100 euro getrakteerd: veel meer dan je die dag in een van je eerste jobs verdiend had.

We vonden ons een beetje verraden, want je had je verhaal niet kunnen doen en je brief was blijkbaar verticaal geklasseerd. Samen beslisten we in beroep te gaan maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan: hoe ziet in hemelsnaam zo’n ‘verzoekschrift in beroep tegen GAS’ eruit? Op de griffie van de Brugse politierechtbank wisten ze het ook niet want ze hadden dat nog nooit gezien, zo’n hoger beroep. Op 14 mei 2008 deponeerden we ons gewrocht dan maar. We maakten er ook een principieel punt van dat de GAS-ambtenaar ons ten onrechte niet gehoord had. Je kreeg van de griffie een uitnodiging voor de zitting van 26 mei die je verstrooide pa in zijn agenda inschreef op … 26 juni. Een ongeluk komt nooit alleen.

Twee weken voor die datum kreeg je dus het verstekvonnis van 9 juni 2008. Dat vonnis is een van de hoopvolste die ik ooit gelezen heb.

De politierechter oordeelde vooreerst dat die administratieve boete in de juridische realiteit wel degelijk een strafrechtelijke sanctie is. Daarna stelde hij vast dat je verstek maakt maar dat dit hem geen vrijbrief geeft. De politierechter vond – net zoals in mijn eigen vonnissen destijds als vrederechter – dat ‘verstek’ niet kan beschouwd worden als een akkoord met de vordering maar een betwisting ervan. De politierechter gaf je dan ook gelijk en vernietigde de GAS-boete. Niet omdat hij de foto’s bekeek, maar omdat hij – heel terecht – meteen besloot dat de GAS-ambtenaar de elementaire procedurestap overgeslagen had waarbij hij je had moeten horen. Met die zaak werd niet alleen het principe van het recht van verdediging mooi in de verf gezet. Meteen was ik zelf ‘wakker’ gemaakt voor die rare gang van zaken in een materie die ik tot dan nauwelijks kende: de GAS-boetes.

We hadden er ons in Oostende kunnen bij neerleggen als de GAS-ambtenaar een technische motivering had uitgespit om je ongelijk te geven. Het punt was echter dat een heldere en gedocumenteerde brief met verweer niet eens gelezen werd en je voorstel om nog uitleg te komen geven blijkbaar weggelachen werd. Ook in de gerechtelijke procedures loopt alles verre van perfect, maar die hooghartige administratieve mallemolen van de Oostendse GAS-boete verontwaardigde me. Zo gaat een rechter/ ambtenaar niet met een burger om – of misschien net wel.

Als dat overheidsmisbruik niet uit te roeien blijkt, moet de oorzaak gezocht worden in het DNA van GAS: de willekeur zit in het systeem ingebakken.

Voilà Tim, die parkeerboete was maar een akkefietje maar mijn wantrouwen jegens GAS is sindsdien nog toegenomen en je pa heeft er ondertussen een kleine kruistocht tegen gevoerd – een kruistocht die hij weliswaar voor het Grondwettelijk Hof verloren heeft. Op mijn website wijd ik een afzonderlijk ‘dossier’ aan GAS, en daar vind je overigens nu als typeformulier je ‘beroepsakte’ waar ik in mei 2008 mijn hoofd over gebroken heb. Die moeite is alvast niet voor niets geweest, want ze is al een pak verongelijkte mensen van dienst geweest – zoals de verzamelde oppositie van een klein Vlaams provinciestadje waarvan ik het unieke GAS-verhaal straks doe.

Naar het parlement in 2013

Na talloze opinies, debatten en interviews over GAS mocht ik in het voorjaar 2013 voor de Kamercommissie Binnenlandse Zaken een ‘advies’ redigeren met mijn bezwaren, net als vele andere verenigingen en de kinderrechtencommissarissen. De commissie – toen onder voorzitterschap van Siegfried Bracke – had mondelinge hoorzittingen afgewezen, maar de oppositie had dan toch die ‘schriftelijke adviezen’ uit de brand gesleept. De partijen Groen en Ecolo organiseerden overigens een hoorzitting op eigen initiatief.

De echte oorzaak voor GAS heb ik altijd bij de in 1995 opgestarte politierechtbanken gelegd.

Meteen waren toen in de vredegerechten met dubbele functie (vrederechter die ook als politierechter zetelt) de lokale politiecommissarissen ontslagen van de taak van kantonnaal Openbaar Ministerie. Die essentiële link met de politionele terreinkennis aan de basis, de kennisoverdracht ervan evenals het lokaal handhavingsbeleid, verdween. De ‘industrialisering’ van het verkeerscontentieux verdrukte alle andere thema’s van de vroegere kantonnale politierechtbanken. Tot eind 1994 had ik nog op iedere zitting de volledige waaier aan overlastproblemen behandeld: van lichte agressie tot beledigingen, van sluikstort tot lawaaioverlast. Vanaf 1995 was de rol van de politierechter als nabijheidsrechter echter uitgespeeld. Idem voor het lokale politieparket als aanvoerder en filter. ‘Historisch gezien is GAS een pervers pseudojustitieproduct’, gaf ik de parlementsleden mee:

‘GAS is geen beleid: het is het gevolg van een gebrek aan beleid. GAS is het gevolg van een verwaarlozing door justitie van buurtproblematieken omwille van de technische voorkeur aan (nodeloos) conflictueel verkeerscontentieux, aangezwengeld door de rechtsbijstandsindustrie en de destijds nog altijd stijgende verkeersonveiligheid. Koning Auto ging voor, al de rest ging op de dool.’

GAS is gebruiksonvriendelijk voor iedereen

De GAS-procedure die we in beroep voerden tegen die stomme verkeersboete in Oostende illustreerde goed hoe gebruiksonvriendelijk het instrument is – laat staan voor juridisch zelfonredzame burgers. Niettegenstaande dit een koud kunstje van informatica betreft, voorziet geen enkele overheid online modelformulieren om de praktische drempel van protest en hoger beroep te verlagen.

Gemeenten die een advocaat inzetten om hoger beroep tegen hun GAS-boete op te volgen, verdienen zelfs aan die procedures. Telkens het hoger beroep afgewezen wordt, krijgen ze een rechtsplegingsvergoeding die volgens de letter van de wet op niet minder dan 1.320 euro neerkomt en ook meteen een afschrikwekkend effect genereert. Tijdens de eerste drie jaar van GAS in Kortrijk kwam er slechts één zaak in hoger beroep (op 1000 dossiers). Dat is vijf keer minder dan de vijf op de 1000 gerechtelijke dwalingen die volgens Nederlands en Amerikaans onderzoek minimum voorhanden zijn.

Merkwaardig genoeg wordt die abnormale toestand door de lokale politici als een ‘succes’ bestempeld: een bewijs van het grote gelijk van de rechter/ambtenaar. Slachtoffers worden evenmin geholpen, want ze kunnen zich geen burgerlijke partij stellen en moeten een aparte, dure burgerlijke procedure opstarten om hun schade te recupereren.

De Top 100 van GAS

In de enquête van de VRT uit 2014 vond meer dan driekwart van de Vlamingen (76 procent om precies te zijn) dat er overdreven werd met de GAS-boetes en soms pietluttige dingen beboet werden. Slechts 10 procent vond van niet. De zotte voorbeelden blijven iedere dag binnenstromen, van kersenpitten in de zomer tot sneeuwballen in de winter. Als dat overheidsmisbruik niet uit te roeien blijkt, moet de oorzaak gezocht worden in het DNA van GAS: de willekeur zit in het systeem ingebakken. Inmiddels werd GAS op alle fronten ingezet. GAS werd het waterkanon van de lokale burgemeester, zijn persoonlijk wetboek én zijn kassa. Vlaanderen werd via GAS weer een middeleeuws lappendeken waar bij iedere gemeentegrens een nieuwe tolbrug dreigt. Misschien moet daar wel een applicatie voor ontwikkeld worden: de ‘GASapp’.

Een klein stapje in die richting van GASapp was het initiatief van toenmalig hoofdredacteur van Knack.be, Eddy Eerdekens. Eind 2013 engageerde Eddy me om mee te werken aan een collectie van de ‘Top 100 van de absurdste GAS-boetes’.

De belangrijkste daarin zijn niet de GAS-boetes die in Merchtem, Hamme en Waasmunter duivenmelkers beschermen (nummers 6 en 54), in Antwerpen Syriëstrijders zouden bestraffen (nummer 34) of in Koksijde ‘langdurig skaten’ verbieden (nummer 75). Nee, de zorgwekkendste GAS-boetes zijn inderdaad die boetes die ingezet worden tegen elementaire democratische vrijheden. Bijna altijd werd zo’n GAS-boete finaal door de politierechter naar de prullenmand verwezen, maar telkens was daar een dure procedure van (terecht) verontwaardigde, hardnekkige en fiere burgers voor nodig.

De zorgwekkendste GAS-boetes zijn inderdaad die boetes die ingezet worden tegen elementaire democratische vrijheden.

Zo werden GAS-boetes in 2011 ingezet tegen een griepvaccinactie van Geneeskunde voor het Volk. Het schijnbaar milde tarief van slechts 75 euro leek wel berekend om pragmatische berusting en betaling uit te lokken. Dat was zonder het principieel verzet gerekend dat na een lange juridische strijd op 19 maart 2013 beloond werd met een vrijspraak voor de politierechtbank.

Het tarief was iets hoger (100 euro) voor een Palestijnse activist die op 15 april 2012 in Zaventem een verbod kreeg om naar Israël te vliegen en de schermutseling die daarop volgde. Ook zijn vrijspraak volgde bij de politierechtbank (op 5 september 2013).

Geen linkse jochies, maar oerdegelijke en hardwerkende Vlaamse bodemactivisten werden op 21 juli 2012 getrakteerd op een koninklijk GAS-tarief om op de laatste nationale feestdag van Albert II in Brussel eventjes een Vlaamse vlag ontplooid te hebben. In Brussel blijkt de GAS-sanctieambtenaar niemand minder dan de stadssecretaris te zijn. Die ambtenaar moest op 4 januari 2014 het wel afleggen tegen de rake conclusies van advocaat Fernand Keuleneer. Ik kan wel duizend onderwerpen opsommen waar ik het met Fernand Keuleneer oneens over ben maar als het over een rechtlijnige verdediging van de rechtstaat gaat, zitten we zo goed als altijd op dezelfde lijn.

In GAS is de burgemeester de baas, de rechter een risico en de pers een lastpost.

Op 25 september 2012 kreeg een Antwerpse studentenvereniging een GAS-boete van 60 euro aangesmeerd omdat een welkomstfolder met haar logo op straat was aangetroffen. Ook die vereniging maakte er een principezaak voor de politierechter van, met juridisch mooi ondersteunde argumenten. En o wonder, ’t stad gaf er de brui aan om een uitspraak van de rechter te vermijden. Burgemeester Bart De Wever nodigde de studenten eind 2013 voor een babbel uit maar drukte hen meteen op het hart daarover met de pers niet te praten. In GAS is de burgemeester de baas, de rechter een risico en de pers een lastpost. Meteen blijkt hoe perfect GAS spoort met het autoritaire, neoconservatieve denkbeeld, zoals Bart De Wever dat in het N-VA-programma verweven heeft: GAS was de voorbode voor de administratieve aanhoudingen, administratieve huiszoekingen en administratieve enkelbanden.

Ook nog in Antwerpen werden op 25 mei 2013 massa-arrestaties verricht bij een optocht naar het station Antwerpen-Centraal voor een anti-Monsantobetoging in … Brussel. Na protest in de gemeenteraad van onder meer de PVDA ging de Antwerpse sanctieambtenaar dan toch niet over tot het uitschrijven van de nochtans aangekondigde GAS-boetes. Opnieuw het bewijs: de politiek beslist, niet de rechter/ambtenaar.

Een zwaardere boete, het maximum van 250 euro, wachtte in Gent de dames/actievoersters van de vzw Plasactie die tijdens de Gentse Feesten van 2013 een standje openhielden om hun protest te ondersteunen tegen het jaarlijkse tekort aan damestoiletten. O wee, ze hadden een toelating om stylo’s te verkopen, maar geen voor badges of kalenders. Met het nodige machtsvertoon werden die in beslag genomen op aanvuren van de liberale schepen van Feestelijkheden Christophe Peeters. In een mail van 27 juli 2013 om 18.31 uur schrijft zijn kabinetschef het order: ‘In beslag nemen nu a.u.b.! Volk of niet!’ Schepen Peeters bevestigt om 18.37 uur: ‘Oké, voldoende verwittigd. Optreden op basis van collegebesluit! Laat maar ophalen.’ De magere buit van de politie bleek daarna: zeven badges, vijfenveertig posters, en vijfendertig stickers van de vzw. Daags daarna bevestigde burgemeester Termont dat het reglement van de Gentse Feesten ‘een einde wil maken aan de commercialisering van de feesten’. Een goed jaar later was het de Gentse politierechter die een einde maakte aan die commercialisering van de feestelijke GAS-boetes en de actievoerders vrijsprak.

Het ernstig antwoord luidde ‘dat het een bevel van hogerhand was’. Tja, ‘van hogerhand’: wie op het ‘Schoon Verdiep’ kon daarmee bedoeld zijn?

Minder goed verliep de procedure voor de PVDA-vrijwilligers die op 31 oktober 2012 bij een voetbalwedstrijd in Genk flyers uitdeelden naar aanleiding van de sluiting van Ford Genk. De GAS-boete was minimaal op 15 euro berekend om stilletjes doorgeslikt te worden: een ‘lokboete’ noemde ik het op Knack.be. Ook hier volgde een lange principestrijd. Met een zeer teleurstellende motivering wees de (plaatsvervangende) politierechter op 26 mei 2014 het beroep af. Volgens de politierechter diende de sanctieambtenaar niet het bewijs te leveren van effectieve overlast. ‘Dat vonnis rammelt aan alle kanten’, schreef ik daarover.

En de wellicht strengste politierechter van België – Peter D’Hondt om hem niet te noemen – oordeelde terecht dat een materiële inbreuk op een GAS-reglement slechts tot een GAS-boete kan leiden als daarenboven ook effectief overlast bewezen is. Tom Van den Hende, substituut-procureur des Konings te Gent, die dat Dendermondse vonnis van 5 mei 2011 in De Juristenkrant positief becommentarieerde, besloot dat het een goede afweging maakt tussen de overheidsbevoegdheid en de individuele rechten van de burger en zo vermijdt ‘dat gemeenten het begrip openbare overlast misbruiken om eenheidsworst te creëren’. Men zegge het voort, vooral in Genk. Maar wie heeft ondertussen 4.000 euro over om in Cassatie te gaan tegen een door de politierechter ten onrechte bevestigde GAS-boete van 15 euro? Klassenjustitie dus.

GAS-boetes kunnen ook als pure intimidatie ingezet worden. Dat ondervonden leden van de ACOD-LRB toen ze na afloop van een betoging op 30 april 2014 op een terras op de Antwerpse Grote Markt nog een glas gingen drinken. Prompt werden ze daar op straffe van een GAS-boete weggejaagd, tenzij ze hun rood vakbondsjasje uittrokken of … omdraaiden, zodat het logo niet meer te zien was.

Volgens de politiewoordvoerder werd dat terrasbezoek ‘wegens de uiterlijke tekenen van de betoging als een uitloper van die manifestatie’ aanzien terwijl die betoging al op de Groenplaats ontbonden was. Ook Amerikaanse toeristen trokken alvast grote ogen bij die ‘omkleding op politiebevel’. Een onverlaat van de ACOD-groep vroeg lacherig aan de politie of een geel jasje dan wel mocht. Het ernstig antwoord luidde ‘dat het een bevel van hogerhand was’. Tja, ‘van hogerhand’: wie op het ‘Schoon Verdiep’ kon daarmee bedoeld zijn?

Duizenden illegale GAS-vonnissen

Knack.be publiceerde wellicht meer rechtspraak over GAS dan de professionele literatuur, wat bewijst dat zelfs advocaten er hun weg niet in vinden. De nieuwe GAS-wet kwam er deels omdat de politierechter van Turnhout oordeelde dat er geen wet bestond die toeliet dat eenzelfde sanctieambtenaar voor diverse gemeenten samenwerkte. Burgers die in gemeente A een GAS-boete kregen, moesten zich in gemeente B komen verdedigen: het idee alleen al is strijdig met het gemeentelijk verband van een Gemeentelijke Administratieve Sanctie.

Die compleet illegale praktijk werd ook tekstueel erkend in de toelichting van de nieuwe GASwet en is een van de voornaamste redenen waarom die er per se dringend door moest. Intergemeentelijke sanctieambtenaren trokken zich daar vrolijk niets van aan en werkten in alle illegaliteit door tot 1 januari 2014 want er was nauwelijks beroep, laat staan Cassatie tegen de politierechters die het vonnis van hun Turnhoutse collega ongelezen lieten.

Uit de motivering bleek echter dat het een systeemfout betrof waardoor Gent maandenlang een niet meer bestaand wetsartikel inriep. GAS-rechtspraak is recht laten spreken door amateurrechters.

Oostende combineerde de GAS-boete voor het ontijdig buitenzetten van huisvuil (59 euro) met een ‘belasting op het weghalen van huisvuil’ voor de som van 125 euro. Dat laatste stopte toen de bevoegde Brugse politierechter die speculatie in juni 2012 van tafel veegde.

Maar ook in andere steden werkte het bestuur met die dure combinatie lustig door: de brave burgers betalen toch. In 2015 bekwam advocaat Antony Godfroid de vernietiging van een Gentse GAS-boete voor wildplassen. Uit de motivering bleek echter dat het een systeemfout betrof waardoor Gent maandenlang een niet meer bestaand wetsartikel inriep. GAS-rechtspraak is recht laten spreken door amateurrechters. Dat de nieuwe GAS-wet de ‘zetelende’ sanctieambtenaren wel bijscholing oplegde maar vrijstelde van examen, zegt alles.

Een sprankeltje hoop, op 1 april

Justitie kan goed nieuws brengen maar dat heeft in het land van Magritte wel vaker zijn absurdistische kanten. Net voor de gemeenteraad … van 1 april 2014 hadden vier gemeenteraadsleden van de Wervikse oppositie voor het stadhuis rood-witte linten gespannen en een kruiwagen met een verkeersbord neergezet als protest tegen de overdaad aan gelijktijdige wegwerkzaamheden in de tabakstad en het gebrek aan tijdige informatie daarover. Een ziedende burgemeester Youri Casier (sp.a) stuurde er politie met zwaailichten op af.

De moedige gemeentesecretaris besloot dat het een ‘symbolische actie betreft en het voeren van oppositie door gemeenteraadsleden in een democratie’.

Omdat de actie maar enkele minuten duurde kwamen de dienaars der wet te laat. Geen nood: het bewijs werd via camerabeelden gevonden en geanalyseerd alsof het een terreurdreiging was geweest. Dat leidde tot de unieke situatie dat gemeenteraadsleden van Wervik zich voor een ludieke politieke actie moesten verdedigen voor de GAS-sanctieambtenaar die niemand minder is dan de eigen gemeentesecretaris: een even historisch als hilarisch GAS-precedent. De vier betrokken gemeenteraadsleden werden door de gemeentesecretaris in alle ernst ‘gehoord’ en legden veiligheidshalve toch maar een schriftelijke argumentatie neer, geïnspireerd op de standaardvoorbeelden die op mijn blog voorkomen.

Ere aan wie ere toekomt: de gemeentesecretaris – annex GAS-sanctieambtenaar-in-onbetaald-bijberoep – ging met de klagers akkoord dat ‘deze actie geen overlast met zich meebracht en dat ‘noch de openbare veiligheid, noch de openbare rust, noch de openbare orde werden verstoord en derhalve geen voorafgaandelijke schriftelijke toelating [van de burgemeester] aan de orde was’. De moedige gemeentesecretaris besloot dan ook – in tegenstelling tot zijn burgemeester – dat het een ‘symbolische actie betreft en het voeren van oppositie door gemeenteraadsleden in een democratie’. Geen GAS-boete dus: eind goed, al goed. Het tegendeel ware pas een tweede Wervikse 1 aprilgrap geworden en daarvoor heeft de gemeentesecretaris zijn burgemeester wijs behoed.

Moraal van het GAS-verhaal

Het GAS-verhaal geeft de schijn te starten met hangjongeren, hondenpoep en sluikstorten. Het wordt voorgesteld als de oplossing voor een ‘proper Vlaanderen’. Voor die zuiveringsactie zetten we echter beter een waarschuwingsbord zoals op de Franse spoorwegen: ‘un train peut en cacher un autre‘ (de ene trein kan een andere verstoppen). Op het vlak van de procedure is de GAS-wetgeving een geoptimaliseerde kopie van de Voetbalwet. Die ontstond deels uit de vrees voor een herhaling van het Heizeldrama van 29 mei 1985. Het feit dat de rechter buitenspel werd gezet illustreerde echter een kentering in het denken over de rol van justitie, een kentering die al dateert van onder de regering van voetbalfan Jean-Luc Dehaene.

De Voetbalwet decreteert in een zone van vijf kilometer vanaf de buitenrand van het stadion een soort ‘noodtoestand’ waarin de politie carte blanche krijgt en een ambtenaar van de voetbalcel bevoegd wordt om te sanctioneren. Toen voorzitter Bart Verhaeghe van Club Brugge die rechtspraak-zonder-rechter zelf ondervond stelde hij er terecht ook vragen bij.

De steeds meer uitgebreide GAS-wetgeving infiltreerde ondertussen langzaam gif in ons juridisch denken: we hebben geen rechter meer nodig want de ambtenaar bereddert het allemaal sneller.

Politierechter Peter D’Hondt pakte de bal en kopte met zijn vonnis van 13 oktober 2016 ‘een penalty binnen die meteen de netten van Voetbalwet en GAS scheurde’. De politierechter oordeelde dat uit de briefwisseling van de Voetbalcel al vooringenomenheid bleek waardoor het vermoeden van onschuld geschonden was terwijl in het onderzoek – voor zoveel als die naam waard – geen enkele getuige à decharge gehoord was. Peter D’Hondt maakte duidelijk een fundamenteel punt in zijn vonnis over de werking van de ‘recht-staat’ en het recht van verdediging.

‘Wat de wetgever als een snelle procedure zou invoeren, blijkt een juridische boemerang’, besloot ik op Knack.be. De steeds meer uitgebreide GAS-wetgeving infiltreerde ondertussen langzaam gif in ons juridisch denken: we hebben geen rechter meer nodig want de ambtenaar bereddert het allemaal sneller – en het brengt nog op ook. ‘We verGASsen onze ziel’, blokletterde mijn Knack-opinie van 16 mei 2013. Iedere burgemeester wordt een miniminister van Justitie en rechter tegelijk.

Christendemocraten verloochenden de warme samenleving waar ook Mieke Van Hecke zo vaak voor pleitte: begrijpen, begeleiden en verzoenen.

Sociaaldemocraten verloochenden de rechtvaardige maatschappij die ze voorstaan: de zwaksten beschermen, veel beter dan een koud ‘gelijk voor de wet’.

Liberalen verloochenden hun kernwaarde: de vrijheid om te staan en te gaan waar je wil, ook als jongere, de vrijheid om jong te zijn.

De volksnationalisten waren geen officiële meestemmers, maar (in de lijn van Dalrymple) de echte locomotief van dit almaar verhardend beleid. Historisch (enigszins) vreemd is wel dat de huidige N-VA-generatie de ‘linkse’ beweging van mei ’68 steeds beschuldigend met de vinger wijst (nochtans het jaar van ‘Leuven Vlaams’). Mocht de intimidatie van GAS ten tijde van ‘Leuven Vlaams’ bestaan hebben, de splitsing van de Leuvense universiteit ware er nooit door geraakt want het actievoeren zou niet mogelijk geweest zijn. Het illustreert de reactionaire onderstroom die ondertussen in de Franse voorverkiezingen ter rechterzijde van Les Républicains – de partij van Nicolas Sarkozy – openlijk samengevat wordt door presidentskandidaat Jean-Fréderic Poisson die wil samenwerken met het Front National: ‘Au fond, quelle est mon ambition pour la France? Stopper ce que mai 68 a déclenché …’

Maar in het vierde en laatste deel hierna kom ik terug op de essentie van die autoritaire tendens.

Saturday courts

De ‘bemiddeling’ die veel steden aanbieden bestaat vooral op papier. Het is een dure papierfabriek. De fundamentele vraag is of het zinvol is een (jeugd)strafrecht bis uit te dokteren (zoals in Mechelen met NERO en in Gent met First Offenders). Nee dus, want dat verandert niets aan het DNA van GAS: bureaucratisch paternalisme, doorspekt met politieke willekeur. In de Afkoopwet kruipt het parket op de zetel van de rechter. In GAS is dat de burgemeester. GAS wordt zo het paard van Troje van de politiestaat op het niveau van een kleine stadstaat.

Al die investeringen in mensen zouden beter besteed worden aan de echte professionelen die er al zijn: jeugdwerkers, jeugdparketten, jeugdrechters. Investeren in jeugd- en nabijheidsjustitie wordt door de jeugdcriminologen van het LINC (Leuvens Instituut voor Criminologie van de KU Leuven) verdedigd als een authentiek pedagogisch programma.

In tegenstelling tot de mix van administratie en politiek van GAS is het jeugdrecht de place to be voor jongerenproblematiek. Voor volwassenen moet de vrederechter en zo nodig de politierechter de rol van nabijheidsrechter opnieuw opnemen, in beide gevallen prioritair via de zowel zachte als efficiënte aanpak van bemiddeling.

Meer dan een laptop en een draagbare printer heeft een griffier ter plaatse niet nodig. Nabijheidsrechters kunnen zo zetelen in jeugdhuizen, scholen, polyvalente ruimtes van deelgemeenten.

Maar meer middelen betekent ook meer tijd. Het is gewoon waanzin dat onze ‘nabijheidsrechters’ niet beschikbaar zijn op zaterdag. Zoveel verstekken, zoveel uitstellen omwille van werkverlet kunnen voorkomen worden als ‘recht-zoekenden’ ook – of vooral – op zaterdag naar de zitting zouden kunnen komen.

In de Verenigde Staten is dat de normaalste zaak van de wereld. Saturday courts kunnen zelfs ontslagen voorkomen, want soms verkiezen mensen verstek te laten gaan op een weekdagzitting om de werkgever niet met ‘verdacht’ werkverlet voor een terechtzitting te confronteren. Dat is een catch 22: je krijgt voorspelbaar ongelijk en een hardere straf als je niet naar de zitting gaat, maar je staat als eerste op de lijst voor de volgende ontslagronde als je je werkgever moet verklappen ‘waarom’. Die saturday courts moeten niet gehouden worden in imposante gerechtsgebouwen met veel security, maar op het terrein dat justitie ontvluchtte: de wijken en kleinere steden. Meer dan een laptop en een draagbare printer heeft een griffier ter plaatse niet nodig. Nabijheidsrechters kunnen zo zetelen in jeugdhuizen, scholen, polyvalente ruimtes van deelgemeenten. De terechte centralisering van justitie voor de hightech van fiscale zaken en milieudelicten moet zo gepaard gaan met een decentralisatie dankzij de lokale en mobiele antennes van de saturday courts. Die zittingen moeten – net als mijn themazittingen – de lokale pijnpunten groeperen zodat zowel daders als slachtoffers beseffen dat ze deel uitmaken van een grotere problematiek: ‘je bent niet alleen’. Zulke zittingen kunnen – net zoals ik ook in mijn kanton organiseerde – ter plekke sociaal en juridisch ondersteund worden door stand-byteams van de justitiehuizen, de OCMW’s en de eerstelijnshulp van de advocatuur.

Auteur Jan Nolf wil nog vermelden dat hij de brief opdraagt ‘aan alle jonge mensen, want ik heb vertrouwen in de nieuwe generaties, die het beter zullen doen dan de mijne.’

Jan Nolf stelt zijn boek voor in Antwerpen (30/11) en Leuven (13/12). Meer info vindt u hier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content