‘Er zijn maar twee pistes: een harakiri-regering of nieuwe verkiezingen’

Naar aanleiding van het nieuwe jaar analyseert professor Herman Matthijs (UGent, VUB) de politieke stand van zaken.

Het minste wat men kan zeggen is dat de federale regeringsvorming niet echt vlot. Dat heeft meerdere gronden: veel verliezers bij de stembusgang op 26 mei 2019, de grote hoeveelheid kleine partijen, de tegengestelde uitslag met centrumrechts in Vlaanderen versus echt links in de twee Franstalige Gewesten, én samenvallende verkiezingen. Gevolg van dit alles is dat men nu met liefst tien partijen aan tafel zit.

De recente kerstpeiling van Het Laatste Nieuws/ VTM heeft dit alles er niet eenvoudiger op gemaakt. Het resultaat was ‘du jamais vu’: een Vlaams politiek landschap waarbij twee partijen op federaal niveau meer dan 20 procent halen en liefst vijf partijen die rond de 10 procent draaien. Dat deed de vraag naar cardiologische en bloeddrukverlagende medicijnen stijgen onder politici.

Informateurs

Intussen zitten we aan de vierde informatiepoging om een federale regering te vormen. Nu met een verrassende tandem, namelijk de nieuwe voorzitters van MR en CD&V, Georges-Louis Bouchez en Joachim Coens. Zij kregen de eer om naar een regering te zoeken. Daarmee lanceert het Paleis opnieuw de band tussen deze twee partijen. Het is de vraag of dit een goede zaak is voor het CDH en Open VLD. Bij de MR liggen er nog facturen klaar voor de Brusselse coalitie, waar ze geen deel van uitmaakt en Open VLD wel, en het paars-groene lobbywerk van de Open VLD-top. En het kleine CDH dreigt alleen te komen staan.

Er zijn maar twee pistes: een harakiri-regering of nieuwe verkiezingen.

Herman Matthijs

Beide informateurs vertegenwoordigen samen 26 zetels in de Kamer. Bovendien zijn beiden neofieten en voorzitters met een ‘rechtser’ politiek imago dan hun voorgangers. De MR verloor op 26 mei wel zes zetels, maar langs de rechterkant is in Franstalig België alles vrij gekomen. De Vlaamse christendemocraten verloren ook zes zetels en daar valt op dat CD&V een bocht naar rechts aan het nemen is, met verklaringen over een strenger justitie- en migratiebeleid. De N-VA wil naar het centrum, CD&V wil naar rechts en Open VLD naar links. Daardoor zullen veel zetels gaan schuiven bij een volgende verkiezing.

Open VLD is meer dan verdeeld over de favoriete keuze van de top in de Melsensstraat voor een linkse paars-groene regering. Die combinatie is met 76 zetels hoe dan ook te krap. Bovendien staat Open VLD, die al 20 jaar federaal meebestuurt, voor een moeilijke voorzittersverkiezing. De Vlaamse liberalen kunnen zich ook geen verkiezingsnederlaag meer veroorloven, want dan ontstaat er een echt existentieel probleem.

Voor CD&V geldt hetzelfde: het kan zich geen verkiezingsnederlaag meer permitteren. De partij heeft de sleutel in handen om paars-groen te depanneren. Maar de Vlaamse christendemocraten zijn niet correct behandeld geweest door Paul Magnette (PS) tijdens zijn formatiepogingen. Bovendien stelt zich de vraag wie er dan in de Wetstraat 16 mag komen. Maar CD&V heeft nog een tweede sleutel in handen. Want als voorzitter Joachim Coens een Vlaamse meerderheid wil in een nieuwe federale regering, moet de N-VA erbij komen. Een nieuwe samenwerking CD&V met N-VA zou het politiek schaakspel een andere dimensie geven.

Indien Open VLD en CD&V zonder N-VA in de federale regering stappen, hebben de Vlaams-nationalisten een groots probleem met de Vlaamse regering, die maar niet uit de startblokken geraakt. Bovendien is het niet zeker dat een gezamenlijke oppositie met het Vlaams Belang electoraal goed zal uitdraaien voor N-VA.

Het Vlaams Belang zit ondertussen in een zetel en kan de winst opstrijken bij een nieuwe verkiezingsronde. In het verleden werd de positie van de andere Vlaamse partijen verzwakt door het cordon. Maar nu de optelsom van het Vlaams Belang en de N-VA een Vlaamse meerderheid vormt, ontstaat er een nog nooit geziene politieke situatie. Als er toch een federale regering zou komen, staat het Vlaams Belang wel voor de uitdaging om de hoge peilingpercentages te behouden.

Die laatste opmerking geldt ook voor de PVDA-PTB. De SP.A wordt opgejaagd door de PVDA en kan zich niet meer veel verkeerde stappen veroorloven, want de kiesdrempel is echt nabij. Bovendien wordt het voor socialisten een moeilijke oefening om federaal te besturen en Vlaams niet. Hetzelfde geldt ook voor Groen.

Optelsom

Wie er ook in een eventuele nieuwe federale regering geraakt, het wordt een compromis dat op geen applaus zal worden onthaald bij de achterban. Over alle items zijn de tegenstellingen immens: begroting, fiscaliteit, migratie, arbeidsmarkt, defensie, staatshervorming, abortus, euthanasie enzovoort. Bovendien is er een structureel probleem dat al jaren niet wordt aangepakt: de overheden leven in dit land boven hun stand. Vergelijk dat eens met Nederland, dat over het jaar 2019 een begrotingsoverschot van liefst 14 miljard haalde.

In ons land zit men nu met niet minder dan tien partijen rond de tafel. De vraag is wie er afvalt en wanneer? Een regering met een Vlaamse meerderheid is alleen mogelijk met de hulp van de N-VA. Het zal een zeer moeilijke race worden om te besturen tegen de nummer één en twee in Vlaanderen, tegen N-VA en Vlaams Belang. Zeker omdat N-VA en Vlaams Belang samen aan een meerderheid geraken in de peilingen. Trouwens een zogenaamde Vivaldi-coalitie (paars-groen met de christendemocraten) is erg links voor de Vlaamse uitslag van 26 mei. En begin maar te besturen met acht partijen…

Het politiek landschap heeft er nog nooit zo onoverzichtelijk bijgelegen. Dat heeft zeker ook de maken met ons kiesstelsel met provinciale kiesomschrijvingen en een kiesdrempel van 5 procent. Dat stelsel zal moeten worden hervormd met als doel om minder partijen in het parlement te krijgen. Alleen, welke partij durft een dergelijke hervorming aan?

Staatshervorming

Er moet zeker een staatshervorming komen, want zonder een goed werkend institutioneel systeem, kan een sociaaleconomisch-budgettair beleid niet optimaal functioneren. En dan gaat dit land helemaal aansluiten bij de zuidelijke Europese landen met een massief verlies aan welvaart tot gevolg.

Op één van de laatste dagen van 2019 hebben de vijf Franstalige partijvoorzitters die aan tafel zitten het licht gezien en aangekondigd dat ze over een staatshervorming willen spreken. Merkwaardig dat de Franstalige leiders daarover samen komen, op een dergelijke Vlaamse bijeenkomst is het nog wachten.

Een staatshervorming zal hoe dan ook veel meer moeten omvatten dan een doorverwijzing naar een senaatscommissie. De kern van een gesprek over een staatshervorming zal gaan over geld, met andere woorden: hoeveel alimentatie wil het rijkere Vlaanderen geven aan de twee armere deelstaten?

Noodregering

Het idee van een noodregering heeft blijkbaar nogal wat aanhang. Maar wie gaat in zo’n regering zetelen en welk beleid wordt er dan gevoerd? De meeste dossiers zijn budgettaire problemen en daardoor is alles aan alles gekoppeld.

Als er dus een nieuwe regering zou komen, moet er een akkoord zijn over alles. Ondertussen stijgt de macht van de drie partijen die deel uitmaken van de regering in lopende zaken. De MR, CD&V en Open VLD hebben prioritair de informatie en definiëren de begrippen ‘lopende zaken’ en ‘voorlopige kredieten’ steeds ruimer.

Nieuwe verkiezingen

Als men er niet uitgeraakt, dient de politieke wereld zich maar opnieuw tot de kiezers te wenden. Want een geblokkeerde politieke situatie vereist een democratische vraag aan het kiezerspubliek. De kans is klein dat er momenteel voor een dergelijk scenario een meerderheid te vinden is in de Kamer. Buiten het Vlaams Belang en de communisten (samen 30 zetels) zijn er geen echte supporters voor nieuwe federale verkiezingen.

Er is wel een probleem met de provisoire regering, die slechts kan steun op 38 zetels van de 150 Kamerzetels. Een mogelijkheid bestaat erin om te wachten op de volgende Paaspeiling en dan te beslissen. Het concept van Israel en Spanje om nieuwe verkiezingen te houden als er binnen een bepaalde termijn geen akkoord mogelijk is voor een regering, verdient zeker een parlementair debat.

Trouwens, in een democratie heeft de kiezer altijd gelijk. Een politieke partij die de verkiezingen verliest, kan daar maar één schuldige voor aanwijzen: zichzelf, met als voornaamste reden dat ze te weinig heeft gepresteerd voor de trouwe achterban en potentiële nieuwe kiezers. Bovendien wordt een beleid nooit door de kiezers afgestraft, wel het gebrek aan een beleid. Waarom zijn de Zweedse partijen afgegaan op 26 mei jongstleden? Het antwoord luidt: omdat ze te weinig heeft gedaan voor de electorale achterban.

In feite bestaat de keuze op federaal niveau tussen een Harakiri-regering of nieuwe verkiezingen. Op naar een nieuwjaar, dat U maar éénmaal in uw leven gaat meemaken: een gezond 2020!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content