‘Er is al twintig jaar niets zinnigs uit het sociaal overleg gekomen’

Zuhal Demir © Saskia Vanderstichele
Han Renard

Ze werd geen minister, maar verdedigt het regeringsbeleid hartstochtelijk. Een gesprek met de coming lady van N-VA Zuhal Demir, en haar opstelling tegen de vakbonden. ‘We vragen de vakbonden om met ons aan tafel te zitten.’

Gaat deze regering haar programma onverkort uitvoeren als er straks grote sociale onrust uitbreekt? Of gaan jullie toch rekening houden met het protest van de straat?

Demir: De mensen hebben gekozen op 25 mei. Er is een federale regering die steunt op een ruime meerderheid in de Kamer, dus we gaan het regeerakkoord gewoon uitvoeren. Maar daarnaast is er ook een traditie van sociale dialoog in dit land, waar ik, dat wil ik toch benadrukken, ook een voorstander van ben…

Dat is in uw geval inderdaad misschien wel nodig.

Demir: (lacht) Maar het is ook zo. Kijk, er zijn een aantal maatregelen waarover niet te onderhandelen valt. We zullen langer moeten werken. We worden vandaag gemiddeld 85 jaar oud. Om dan op je 55e met brugpensioen te gaan: wie gaat dat betalen? Dat kan zo niet verder. Dat moeten de vakbonden ook inzien. Daar zullen we dus niet van afwijken. Maar er kan wel worden gepraat over de manier waarop we dat allemaal in de praktijk gaan brengen.

Begrijpt u dan niet dat de vakbonden boos zijn? Ze mogen alleen nog meepraten over de uitvoeringsbepalingen.

Demir: Goed, maar laten we niet vergeten dat er al twintig jaar lang niets zinnigs meer uit het sociaal overleg is gekomen. Toen ik nog rechten studeerde met specialisatie arbeidsrecht, zei de prof mij nog: ‘uitkijken met dat eenheidsstatuut, Zuhal, want dat gaat op korte termijn allemaal veranderen!’ (lacht) Vandaag is het eenheidsstatuut er nog steeds niet. Slechts twee kleine aspecten ervan zijn intussen geregeld. Het sociaal overleg staat stil, maar het status quo is geen oplossing. Vandaar dat de politiek een aantal duidelijke besluiten heeft genomen. Maar we vragen wel aan de vakbonden om nu met ons om tafel te gaan zitten.

Maar als straks honderdduizend mensen op straat protesteren, houden jullie daar geen rekening mee?

Demir: De vakbonden mogen betogen, dat is hun rol, maar we gaan niet terugkrabbelen, nee. We houden ons aan het regeerakkoord. Dit is voor mij de regering van de moed. Het is gemakkelijk en leuk voor een politicus om te zeggen, we gaan je uitkering verhogen en we delen nog wat subsidies uit. Maar daar helpen we de samenleving niet mee vooruit.

Vindt u het niet paradoxaal dat u als N-VA politica met hand en tand een Belgische regering moet verdedigen? Uw partij gaat nu eens laten zien dat België werkt!

Demir: Maar Vlaanderen snakt ook naar deze hervormingen. CD&V, Open VLD en N-VA hebben een ruime meerderheid aan Vlaams kant. De maatregelen uit het regeerakkoord zullen op de lange termijn ook gunstig zijn voor Wallonië, maar dit is toch een regeerakkoord waar vooral Vlaanderen al heel lang op zat te wachten. Met de PS was dit nooit gelukt.

Bent u al over de teleurstelling heen dat u zelf geen minister geworden bent?

Demir: Ik heb hier nog een bos bloemen staan die ik als troost heb gekregen (lacht). Kijk, ik heb met Bart mee onderhandeld over het hoofdstuk Werk. Als relatieve neofiet in de politiek is dat een voorrecht. Maar naarmate de onderhandelingen vorderden en mijn naam begon te circuleren, groeide ook de ambitie om mee de dingen te veranderen. Natuurlijk ben je dan achteraf teleurgesteld, als je geen minister wordt.

Het volledige interview leest u deze week in Knack. Neem nu een supervoordelig abonnement.

Partner Content