Enquête van Socialistische Mutualiteiten bij 65-plussers over corona: technische details

Ann Peuteman

De Socialistische Mutualiteiten hebben hun nog thuiswonende leden van 65 tot en met 89 jaar bevraagd over welke beleid ze willen bij een opflakkering van de corona-epidemie en hoe zij de ouderenzorg in de toekomst zien. Lees hieronder de technische details van de enquête.

Ze vroegen aan thuiswonende leden:

(1) Hoe zij naar (toekomstige) coronamaatregelen kijken met betrekking tot:

(a) thuiszorg en ouderenverenigingen

(b) de afweging tussen het risico op corona en hun levenskwaliteit en individuele vrijheid

(c) woonzorgcentra en serviceflats

(d) eventuele specifieke maatregelen gericht op ouderen en kwetsbare groepen

(2)Of hun mening over een verhuis naar een serviceflat of woonzorgcentrum veranderd is de afgelopen maanden en wat zij verwachten van een ’thuis’ in een collectieve wooneenheid als een woonzorgcentrum.

(3)Of ze door de coronacrisis anders zijn gaan nadenken over hun levenseinde.

De enquête werd verspreid en kon beantwoord worden in de aanloop naar de tweede coronagolf (28 september tot en met 20 oktober 2020).

De enquête werd uitgestuurd naar twee groepen ouderen:

Groep 1: digitale versie van de enquête bij een steekproef van 5000 thuiswonende leden van 65 tot en met 74 jaar, verdeeld over de 4 Vlaamse ziekenfondsen van de Socialistische Mutualiteiten.

Groep 2: papieren versie van de enquête (zelfde inhoud) bij een steekproef van 3000 thuiswonende leden van 75 tot en met 89 jaar, verdeeld over dezelfde 4 Vlaamse ziekenfondsen.

Bij groep 1 hebben 1075 respondenten minstens één vraag van de enquête ingevuld (responsgraad 22%). Bij groep 2 zijn er 936 respondenten die minstens één vraag hebben ingevuld (responsgraad 31%). Het aantal respondenten die alle vragen hebben ingevuld bedraagt respectievelijk 755 en 359 bij groep 1 en 2. Gezien men bij de verdere analyse telkens wil nagaan wat de verschillen naar geslacht en leeftijdsgroep zijn, selecteerde men enkel respondenten die de vraag over geslacht en geboortejaar hebben ingevuld en die een geboortejaar tussen 1931 en 1955 invulden (personen die in 2020 tussen 65 en 89 jaar oud zijn). Daardoor daalt het aantal respondenten tot 730 in groep 1 (responsgraad 15%) en 904 in groep 2 (responsgraad 30%). Tenslotte filterde men de respondenten weg die aangeven in een serviceflat of woonzorgcentrum te verblijven. Het finaal aantal geselecteerde respondenten in deze enquête komt daarmee op 1575 (responsgraad 20%).

Het is maar partieel mogelijk om de representativiteit van de steekproef na te gaan, omdat er voor sommige sociodemografische variabelen geen (recente) vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn. (a)Geslacht Het aandeel vrouwen bij de 65- tot 89-jarigen in de vier Vlaamse provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg bedroeg op 1 januari 2020 iets meer dan de helft (50,4% – bron: Statistics Belgium). In de steekproef zijn er daarentegen iets meer mannen dan vrouwen (51,1%). Vooral bij de 70- tot 74-jarigen zijn de mannen in de steekproef duidelijk oververtegenwoordigd.

(b)Onderwijsniveau Bij de leeftijdsgroep 65-69 jaar had 25,9% van de Belgische populatie in 2019 een diploma hoger onderwijs (bron: Eurostat). In de steekproef ligt dat percentage duidelijk hoger (30,6%). Daarbij aansluitend kunnen we aannemen dat er in de steekproef meer ouderen met een hoog beschikbaar gezinsinkomen aanwezig zijn dan in de totale bevolking (en dat de armere ouderen dus ondervertegenwoordigd zijn).

(c)Samenwoonsituatie Referentiepersonen van 65 jaar of ouder wonend in Vlaanderen vormen in 43% van de gevallen een éénpersoonshuishouden (situatie in 2020 – bron: Statistiek Vlaanderen). Dat is opvallend meer dan in de steekproef (27%, wel enkel bij 65- tot 89-jarigen).

(d)Type woning Respectievelijk 65 en 32 procent van de respondenten woont in een ééngezinswoning en een appartement. Een zeer klein aantal (39) geeft aan in een ander type woning te verblijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content