‘Elk voordeel heeft zijn nadeel’

Joris, Karolien en kleine Fien. 'Voor een project dat vaak de stempel "onpersoonlijk" krijgt, konden we onze woning toch eigen maken.'

Een vruchteloze zoektocht naar een instapklare woning bracht Joris (30) en Karolien (32) begin vorig jaar naar een ‘sleutel-op-de-deur’-project. Ondertussen wonen ze vier maanden in hun nieuwe thuis en willen ze er niet meer weg.

Zeven jaar al waren Karolien en Joris op zoek naar een woning. ‘Dat ging met ups en downs’, vertelt Joris. ‘Actieve zoekperiodes wisselden af met rustiger periodes waarin we onze woonwensen weer onder de loep namen. Toen onze dochter van intussen twee jaar geboren werd, was het dringend tijd om naar een andere plek te trekken. Ons éénslaapkamerappartement was gewoon veel te klein om er met drie in te wonen.’

In eerste instantie zocht het koppel een woning die volledig af was. ‘Ook een ‘sleutel-op-de-deur’-woning was van in het begin een optie. Zo hadden we het beste van twee werelden: we zouden in een nieuwbouwwoning kunnen trekken en zouden in een project stappen dat relatief weinig tijdrovend zou zijn. “Zou”, zeg ik, want “weinig tijdrovend” bleek in de realiteit een serieus understatement.’

KEUZESTRESS OF VOLDONGEN FEITEN

Toen Joris en Karolien in januari 2020 het koopcontract tekenden, stond de ruwbouw er al. De investeringen die de woning bijna-energieneutraal maken, lagen toen al vast. Joris: ‘Een warmtepomp, zonnepanelen, een regenwaterput, vloerverwarming… Die keuzes waren voorgeschreven, maar hadden we waarschijnlijk zelf ook gemaakt. Qua inrichting en afwerking konden we het huis helemaal naar onze hand zetten. We kozen bijvoorbeeld een andere vloer voor de woonkamer, veranderden de draairichtingen van sommige deuren en bepaalden waar stopcontacten en lichtpunten moesten komen.’

‘Al die keuzes zorgden voor extra stress, dat wel. Voor iedere ruimte was een basisuitrusting voorzien. Elke kleine aanpassing kostte dus centen. Die kosten zijn in verhouding met wat je krijgt, hoor: voor een project dat vaak de stempel “onpersoonlijk” krijgt, konden we onze woning toch eigen maken. En doordat alles nieuw is, hoeven we niet snel te vrezen voor reparatiekosten. Maar het bleef wikken en wegen om alles zo veel mogelijk te personaliseren en toch binnen het budget te blijven. Dat is ons goed gelukt: we hadden 5 à 10% extra budget gerekend voor persoonlijke aanpassingen, en zijn uiteindelijk gestrand op 7% extra investeringen.’

‘Toch vind ik het een gemis dat we de ruwbouwfase van ons huis niet meemaakten. Waarschijnlijk hadden we toen andere beslissingen genomen – vooral op functioneel vlak zie ik wel wat verbetermogelijkheden. De ruimte aan onze carport die als fietsberging voorzien is, is bijvoorbeeld niet gebruiksvriendelijk, waardoor we nog een houten fietsruimte zullen bijbouwen. In de plaats van een carport hadden we ook liever een garage gehad. Dat is de bluts met de buil: bij een sleutel-op-de-deurwoning wordt je heel wat praktisch geregel uit handen genomen, maar dat brengt met zich mee dat sommige dingen in jouw plaats beslist worden.’

Onze bouwheer werkte met veel onderaannemers. Bij problemen wees de ene soms de andere als verantwoordelijke aan.

NIET EEN-TWEE-DRIE GEREGELD

Hoewel de muren van het huis er al stonden toen Joris en Karolien het contract tekenden, hebben ze niet het gevoel dat ze een bouwervaring misten. ‘Elk weekend waren we op post om keuzes te maken en de werken op te volgen. En maar goed ook: er werd wel volgens plan gewerkt, maar dat was niet het plan waarop onze aanpassingen waren aangegeven. Hadden we niet alles van dichtbij opgevolgd, dan waren veel van onze wensen waarschijnlijk niet doorgevoerd. Dat heeft deze ervaring ons wel geleerd: een sleutelklaredeurwoning is niet een-twee-drie geregeld. Integendeel, zelfs.’

‘Onze bouwheer was ons aanspreekpunt, maar werkte met heel wat onderaannemers. Bij problemen zorgde dat wel voor frustratie: de ene wees soms de andere aan als verantwoordelijke. Al dat heen-en-weergeloop kostte ons tijd, maar leverde wel op: we zagen vaak waar er zich problemen zouden voordoen vóór de fout effectief werd gemaakt. Dat bleek cruciaal, want niemand staat te springen om iets wat al geïnstalleerd is, opnieuw af te breken en nog eens op te bouwen.’

Om zich optimaal voor te bereiden, liet het koppel zich bijstaan door een bouwexpert en lazen ze zich grondig in. ‘In de bouwfase, maar ook op het moment van de voorlopige oplevering wierp die voorbereiding zijn vruchten af. Zo wisten we dat we in de pv voor voorlopige oplevering elk klein gebrek moesten oplijsten, omdat de bouwheer zo contractueel verplicht is om foutjes binnen het jaar in orde te brengen.’

Ondertussen wonen Joris, Karolien en kleine Fien zo’n vier maanden in hun nieuwe huis. ‘Met alles wat we nu weten, zouden we opnieuw voor deze woonvorm kiezen. Maar mochten we minder tijdsdruk hebben dan toen, dan hadden we ons misschien aan een nieuwbouwproject gewaagd. Dat we in de toekomst kleine verbouwingen doen, is niet uitgesloten. De zolderruimte, bijvoorbeeld, kunnen we nog onderverdelen in kamers. Maar eerst willen we een tijdje genieten van het huis zoals het nu is. Het heeft ons tijd en moeite gekost, maar dat is het waard geweest.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content