‘Elektronische halsband is geen eenzijdig marteltuig, maar een communicatiemiddel’

‘Een leiband is een hulpmiddel. Een halsband ook. Een tennisbal ook. En een e-collar ook’, schrijven drie hondentrainers. Ze reageren op een opiniestuk van Tiny De Keuster over het gebruik van elektronische halsbanden.

Wanneer je dit toestel op de juiste wijze gebruikt is dit eerder een duidelijk communicatiemiddel met een perfecte timing en dosering op maat van de hond. Het is (niet langer) het eenzijdige straftuig waarmee je honden ‘elektrocuteert’.

Dat is wellicht de grootste misvatting, dat een e-collar een ‘marteltuig’ zou zijn. Dat was misschien vroeger in de verkeerde handen het geval, (maar geldt dat zelfs vandaag ook niet voor auto’s?) toen het gebruikt werd om sterke honden in bedwang te houden en/of te straffen, en enkel daarvoor. Vandaag is het een hoogtechnologisch apparaatje waarmee je honden op het juiste moment (cruciaal in hondentraining!) signalen kan sturen, bijvoorbeeld een zoemsignaal (trilfunctie), wat je zou kunnen conditioneren als ‘kom hier’ of gewoon ‘geef mij aandacht’ (wat zoveel betekent als: ‘kijk naar mij’), waarop de hond geleerd heeft te reageren, vergelijkbaar met elke andere conditionering voor ‘kom hier’, zolang ze maar positief versterkt wordt.

Vandaar dat we graag de term ‘communicatiemiddel’ gebruiken: je kan er een boodschap mee overbrengen. Was dit vroeger enkel een stroomstoot, een alles of niets verhaal (zoals bij een lichtschakelaar: aan – uit), kunnen we vandaag met geluid, trilfunctie en fijn ingestelde, graduele stimulatie werken. Vandaar de uitdrukking: het tijdperk van de eendimensionale elektroshock is voorbij. Dat merk je ook aan de naam: ‘e-collar’ is de afkorting van elektronische halsband, vergelijkbaar met ‘e-mail’.

Wat bedoelen we met ‘lichte stimulering’? Wanneer we vandaag het niveau zelf kunnen instellen, omdat dit technisch mogelijk is (sommige toestellen hebben tot 70 verschillende gradaties, eenvoudige toestellen toch minstens 10 tot 20), wanneer dergelijke toestellen door firma’s zoals o.a. Garmin (GPS-technologie) worden gemaakt, waterdicht zijn, oplaadbaar met USB-kabel, enz… dan weten we dat we niet (meer) met een voorhamer werken maar met technisch verfijnd materiaal. Dit vraagt meteen ook een genuanceerde aanpak van de gebruiker, zeg maar de juiste techniek: weten welk soort signaal op welk moment, weten wanneer je positief of negatief conditioneert, en indien je negatief conditioneert, inzicht in het leerproces van de specifieke hond en zijn context én een zeker verantwoordelijkheidsbesef bij de baas. Dit laatste geldt trouwens evenzeer voor al wie een leiband aan een hond vastklikt en denkt daaraan te moeten sleuren en trekken. Dit is precies de ironie: wie emotioneel de e-collar afwijst, is misschien net diegene die zich een ongeluk sleurt aan de leiband. Wat is hier de hondvriendelijkste oplossing?

Hoe kan je nu eigenlijk ‘fijn werken’ met zo’n toestel? Hoe zit dat precies in elkaar? Zeer eenvoudig uitgelegd: een aanhoudend vervelend gevoel (een lichte stimulatie), zorgt ervoor dat een hond (die fout gedrag toont) zich gaat afvragen hoe hij daar vanaf kan komen. Vergelijk het met het irritante geluid in de wagen dat ons vraagt om de autogordel aan te doen. Eens we de oplossing ‘weten’, doen we dat bijna automatisch. Ook de hond die via de e-collar een vervelend gevoel krijgt, zoekt naar oplossingen. Hij wil daar vanaf. Die oplossing is: stop met wat je nu doet (of van plan was te doen) en het vervelend gevoel gaat weg (principe van negatieve beloning).

Trainers die merken dat de hond oplossingen zoekt, dat de hond begint open te staan om zijn gedrag af te breken en de aangeboden oplossing met plezier kan ontvangen, kunnen op die manier honden verbazend snel herconditioneren. Bijkomend voordeel van deze methode is dat het fout gedrag bijgestuurd wordt, met andere woorden, doordat er wordt op gereageerd, leert de hond iets bij. De situatie wordt niet genegeerd of ontweken door een blokje om te gaan, enkel ’s nachts te wandelen, niet meer buiten te komen, enz…, wordt niet verdoezeld door via medicatie de instincten en driften lam te leggen.

Zal de hond een zekere stress ervaren op het moment dat we hem confronteren met zijn gedrag? Zeker. Is dit fout? Stel, we worden voor een raadsel geplaatst: er gaat een alarm af, en we beginnen koortsachtig te zoeken naar de UIT-knop. Hebben wij dan stress? Zeker weten. De een al meer dan de ander. Wanneer wij die knop gevonden hebben, slaken we een zucht van opluchting. De volgende keer herinneren we ons nog waar de UIT-knop staat. Na enkele keren wandelen we heel rustig naar die plaats en duwen quasi achteloos op de knop. Net zo met honden. Tijdens een leerproces kan je stress ervaren. Die (gezonde dosis) stress heeft ook een functie. Die zorgt er net voor dat we geactiveerd worden om oplossingen te zoeken. Anders zouden we maar wat staan rondkijken.

Retorische vraag: welke hond zou de meeste stress hebben? Eentje die de volle vrijheid kan genieten dankzij een leerproces met een e-collar? Of eentje die elke dag opnieuw opgenaaid tijdens wandelingen (of tijdens andere triggers) voortdurend in de fout gaat en daarbij wat halfslachtig en inadequaat ‘gehinderd’ wordt (of beloond als in: omgekocht met koekjes…) door zijn baas, waardoor dat gedrag precies versterkt wordt?

Ter afronding: niet iedereen heeft dit toestel nodig. Men kan een hond al heel veel leren door structuur te geven en die lijn consequent aan te houden. Door het geven van positieve en negatieve feedback op het juiste moment. In sommige gevallen, het hoeft niet altijd over agressie te gaan, ligt het ook aan de combinatie baas-hond. Dan kan een verantwoord en aangeleerd (via gekwalificeerde hondentrainers) gebruik van technologische hulpmiddelen de oplossing zijn. Een leiband is ook een hulpmiddel. Een halsband ook. Een tennisbal ook. Een e-collar ook.

Een tiental hondentrainers hebben zich verenigd om collega’s die hier meer over willen weten een opleiding aan te bieden. Graag nodigen we professor Tiny De Keuster en minister van Dierenwelzijn Ben Weyts uit om te komen kijken hoe we met een e-collar op een hondvriendelijke manier het gedrag van honden kunnen bijsturen. Bij ons geen geheimen, niks in de zakken, niks in de mouwen. Wij hopen dat de professor en de minister hierop ingaan en met eigen ogen komen kijken hoe dit toestel kan ingezet worden bij hondentraining, bij heropvoeding of rehabilitatie.

Jorn Claeys, Dany Grosemans en Ann Wesenbeek zijn hondendtrainers. Ze maken deel uit van de E-collar Trainers Association.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content