EHRM veroordeelt Belgische Staat tot 11.500 euro schadevergoeding aan gedetineerden

© Belga

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de Belgische staat veroordeeld voor onmenselijke en vernederende behandeling van gedetineerden. De schadevergoedingen lopen op tot meer dan 11.000 euro.

Twee gedetineerden, Sylla en Nollomont, trokken naar het EHRM omdat ze van mening waren dat België artikel 3 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) – verbod op onmenselijke of vernederende behandeling – niet respecteerde tijdens hun verblijf in de gevangenissen van respectievelijk Vorst en Lantin.

Zowel Sylla als Nollemont zijn van oordeel dat tijdens hun gevangenisverblijf ze in mensonwaardige omstandigheden moesten leven. Zo had Sylla tijdens zijn detentie in Vorst, van 5 november 2012 tot 24 januari 2013, minder dan 3 m² persoonlijke ruimte, mocht hij slechts een maal per dag voor een uur naar buiten, kon hij niet deelnemen aan andere activiteiten en mocht hij slechts twee maal per week douchen, met meestal enkel maar koud water.

Het Europees hof achtte deze aanklachten bewezen en veroordeelde de Belgische staat tot het betalen van een schadevergoeding van 3.500 euro. Daarnaast krijgt Sylla nog 800 euro voor onkosten en uitgaven. In het geval van Nollemont, dat doelt op zijn gevangenisverblijf in Lantin vanaf 24 februari 2015, was er geen sprake van een gebrek aan persoonlijke ruimte.

Maar het EHRM is wel van oordeel dat er eveneens sprake is van onmenselijke en vernederende behandeling omdat Nollemont wordt blootgesteld aan passief roken en hij eveneens slechts twee maal per week kan douchen, twee keer per dag buiten mag en er ook in Lantin geen andere activiteiten voorzien zijn zodat de gedetineerden quasi heel de tijd op cel zitten.

Aan Nollemont wordt daarom een schadevergoeding toegekend van 11.500 euro en 560 euro voor kosten en uitgaven. Zowel de gedetineerden als de Belgische staat kunnen nu nog in beroep gaan tegen dit vonnis door de zaak voor de Grote Kamer van het EHRM te brengen. Ze hebben daarvoor drie maanden de tijd. Het vonnis wordt definitief indien er binnen de drie maanden geen dergelijk verzoek wordt ingediend, of het verzoek geweigerd wordt, verduidelijkt de woordvoerder van de Raad van Europa nog.

Minister van Justitie Koen Geens analyseert het arrest. Op zijn kabinet wijst men er wel op dat de minister “sinds zijn aantreden nooit onder stoelen of banken (heeft) gestoken dat het gevangeniswezen niet de nodige infrastructuur heeft die een democratie als België waardig is”.

De gevangenispopulatie is intussen gedaald, er werd capaciteit bijgecreëerd én er staan nieuwe gevangenissen op stapel, vervolgt zijn woordvoerster. Bovendien gaat ook de uitstroom van geïnterneerden verder en wordt met de Dienst Vreemdelingenzaken gefocust op de vreemdelingen zonder verblijfstitel. Nog volgens het kabinet-Geens telden de Belgische gevangenissen vorig jaar nog 10.619 gedetineerden op 9.687 plaatsen. Bij het aantreden van Geens in 2014 was dat nog 11.578 op 9.931.

Partner Content