Eerste Wereldoorlog in de klas: ‘Oorlog is geen spel’

Klaprozen vouwen in de klas © AVE
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

‘Hoe zag het leven van kinderen er uit aan de vooravond en tijdens de Eerste Wereldoorlog?’ Om die vraag te beantwoorden trok een dertigtal 17 en 18-jarige leerlingen naar een school in Arendonk. Een ganse dag lang vervingen zij de leerkrachten van het vierde, vijfde en zesde leerjaar en probeerden ze de tijdsgeest van honderd jaar geleden op een originele manier terug te halen. Knack.be liep mee in hun kielzog. ‘Wapenstilstand was dat nu weer 1 of 11 november?’

‘iPod, Playstation, trampoline, Playmobile, smartphone, ….’, weerklinkt het wanneer de kinderen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van de Gemeentelijke basisschool Voorheide in Arendonk wordt gevraagd waarmee ze zoal spelen. Een groot contrast met de spelletjes en speeltuigen die rond hen verspreid liggen, zoals sjoelbakken, stelten en hoepels.

De vraag wordt niet gesteld door een vertrouwde leerkracht, wel door leerlingen uit zes humane wetenschappen van het Sint-Pietersinstituut in Turnhout.

In het kader van een wedstrijd van BELvue, het museum over de geschiedenis van België en centrum voor de democratie, gaven de zesdejaars vrijdag les aan kinderen van 9 tot 12 jaar. De ganse dag dompelden ze zich onder in de leefwereld van kinderen in de Kempen aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Zenuwachtig

Wanneer de bel om negen uur luidt, doet de sfeer wat denken aan een eerste schooldag. De leerlingen uit de lagere school weten niet goed wat hen te wachten staat. Ze vinden het best wel spannend dat ze voor één dag opnieuw worden ‘herschikt’ in leeftijd-overschrijdende klasjes.

Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel © AVE

‘We kregen ontzettend veel inspraak’, voegt leerlinge Tara toe. ‘Tijdens het brainstormen werd duidelijk dat er uiteenlopende interesses waren en zo ontstonden de thema’s waarrond we zouden werken, zoals voedsel, kunst en onderwijs. Ik begeleid de workshop rond jeugdbeweging en speelgoed. Behoorlijk chill’, glimlacht ze.

Welke klas ik ook binnenwandel, overal hebben de ‘leerkracht-leerlingen’ het concept van interactie goed begrepen en vuren ze vragen af op de leerlingen. Af en toe staan ze perplex van de kennis van de ‘kleintjes’. ‘We zijn wel thuis tegen de kerstvakantie’, doet een een leerlinge uit het zesde leerjaar, een vader-soldaat na die naar het front trok. ‘Maar zo simpel was dat niet’, voegt ze er pienter aan toe. ‘De oorlog duurde langer dan verwacht. De arme vrouwen die achterbleven, moesten thuis helemaal alleen voor de kinderen zorgen, koken en wassen en klusjes uitvoeren.’

Terwijl de laatstejaars uit Turnhout zenuwachtig de laatste voorbereidingen afwerken, spreekt leerkracht Liesbeth Van de Pol bemoedigende woorden: ‘Ik heb er al het vertrouwen in dat de leerlingen hun mannetje zullen staan.’ Van de Pol startte maanden geleden met de voorbereidingen van het project.

‘Klabroos’ en ‘soldaad’

‘Jullie aten deze ochtend ongetwijfeld lekkere boterhammen met choco of hadden keuze uit verschillende soorten beleg, maar tijdens de oorlog was gevarieerd voedsel allesbehalve vanzelfsprekend’, steekt een zesdejaar van wal, waarbij ze onderbroken wordt door Floris. ‘Omdat er te weinig voedsel was, werden voedselbonnen ingevoerd’, vult hij opmerkzaam aan.

Leerlingen Sint-Pietersinstituut Turnhout
Leerlingen Sint-Pietersinstituut Turnhout© .

‘Ik verschiet er toch wel van hoeveel sommige kinderen al weten over de Eerste Wereldoorlog’, zegt Stien. Al moet ze hier en daar toch ook een handje bijsteken. Wanneer de leerlingen een kruiswoordraadsel invullen, duiken woorden op als Klabroos of Soldaad. ‘En Wapenstilstand wanneer viel dat nu ook al weer? Eén of elf november?’

Syrië

Kruiswoordraadsels invullen, klaprozen knutselen en vergelijkingen maken tussen vroeger en nu, de meeste leerlingen vinden het ‘alvast leuker dan gewone rekenlessen.’ Maar het hoogtepunt was de les waarin ze zelf ‘oorlog’koekjes op basis van brood mochten bakken én proeven. ‘Best wel lekker.’

Veel van de gruwelijke onderwerpen over de Eerste Wereldoorlog worden in een speelser jasje gestoken om ze begrijpelijk te maken voor het jonge publiek. Toch hoor ik een zesdejaars terloops zeggen dat de ‘kinderen niet mogen vergeten dat oorlog geen spel is.’ Bovendien verwijst het boekje dat elke leerling krijgt ook naar hedendaagse conflicten zoals Syrië waardoor het opnieuw iets minder abstract wordt.

Van de Pol hoopt dat het project nog een vervolg krijgt in andere scholen. ‘Al vormt tijdsgebrek zoals vaak een hinderpaal. Het normale lessenpakket moet natuurlijk ook afgewerkt raken.’

Mond vol tanden

Toekomstige leerkrachten met verkeerde verwachtingen, daar heeft niemand baat bij

Klassikaal samenwerken rond de Eerste Wereldoorlog, het iets wat je zou verwachten tijdens de geschiedenislessen, maar toch werd dit project voorbereid tijdens de lessen gedrags- en cultuurwetenschappen. ‘Verschillende aspecten kwamen erbij kijken’, verduidelijkt Van de Pol. ‘De doelstellingen waren voor mij tweeledig. Enerzijds het creatieve en anderzijds het pedagogische: hoe brengen leerlingen een moeilijk thema over op jongeren. Al staken de leerlingen ondertussen natuurlijk ook heel wat historische kennis op. Ik benadrukte steeds dat deze feiten belangrijk zijn. Niemand wil met zijn mond vol tanden staan wanneer een leerling een minder evidente vraag stelt.’

En ondanks de extra vergaarde kennis tijdens researchmomenten blijkt geschiedenis toch niet het populairste vak te zijn bij de leerlingen. ‘Geschiedenis is niet meteen mijn eerste passie’, klinkt het. Het pedagogisch aspect daarentegen slaat wel aan.

‘Deze ochtend zei ik tegen mijn moeder, als het vandaag meevalt, staat mijn keuze definitief vast’, vertelt Hannelore die al langer met het idee speelt om volgend schooljaar te starten met de lerarenopleiding. En al tijdens de speeltijd om half elf vertelt ze glimlachend dat ze nu nog meer overtuigd is. ‘Lesgeven lijkt me de ideale combinatie van enerzijds kinderen iets bijbrengen en anderzijds toch de hele dag creatief bezig te kunnen zijn.’

Ook in de leraarskamer benadrukken enkele leerkrachten dat het belangrijk is dat toekomstige onderwijzers op voorhand de kans krijgen om een kijkje te komen nemen op school. ‘Zo weten ze of het meevalt en kunnen ze eventueel afhaken wanneer ze beseffen dat het onderwijs toch niets voor hen is. Ontgoochelde of toekomstige leerkrachten met verkeerde verwachtingen daar heeft niemand baat bij.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content