Maurits Vande Reyde (Open VLD)

‘Een nieuwe belasting op online winkelen is het laatste wat Vlaanderen nodig heeft’

Maurits Vande Reyde (Open VLD) Vlaams Parlementslid (Open VLD) en oud-voorzitter van Jong VLD

Volgens Maurits Vande Reyde (voorzitter Jong VLD) is een nieuwe ondernemingsbelasting desastreus voor de Vlaamse koopkracht en werkgelegenheid. Hij pleit ervoor om online en offline handel fiscaal te stimuleren in plaats van extra te belasten en gaat zo in tegen het voorstel van N-VA parlementslid Grete Remen.

Het was weer even schrikken, dat zoveelste ballonnetje over een nieuwe ondernemersbelasting op technologische evolutie. Niet vanop PVDA- of PS-banken deze keer, wel van een N-VA-parlementslid (de partij reageerde intussen, nvdr.).

Een nieuwe belasting op online winkelen is het laatste wat Vlaanderen nodig heeft.

Het warrig arsenaal aan argumenten – machtige buitenlandse spelers, goed betaalde lobbyisten, nood aan meer protectionisme en terloops nog iets over het milieu – lijkt zo weggelopen uit een boek van Peter Mertens. Dat zorgt er gelukkig ook voor dat ze niet zo moeilijk te ontkrachten zijn.

Een belasting op e-commerce zou zo bijvoorbeeld in de eerste plaats een belasting voor de consument zijn, niet op buitenlandse bedrijven. Vlamingen kopen nu al 8% van hun spullen online, goed voor zo’n 7 miljard euro.

In het compleet onrealistische scenario dat Europa ooit akkoord zou gaan met een belasting specifiek voor buitenlandse internethandel, betekent dat dus gewoon minder koopkracht voor de gemiddelde Vlaming.

Het aandeel Vlaamse aankopen is voor de Bol.com’s van deze wereld immers relatief beperkt. Geen probleem voor hen om die wereldwijd unieke belasting door te rekenen in de prijs. Zoals bij de meeste protectionistische voorstellen is dit dus uiteindelijk geen buitenlandse belastingverhoging op bedrijven, maar een binnenlandse voor de consument.

Deze belasting zou nog veel meer schade aanrichten. De enorm pessimistische kijk op de gevolgen van e-commerce op werkgelegenheid klopt verder simpelweg niet. Heel wat internationale bedrijven regelen hun online activiteiten vanuit ons land. Dat schept ook jobs, veel zelfs. Neem bijvoorbeeld het bekendste speelgoedmerk ter wereld. Eender waar ter wereld iemand online Lego-blokjes koopt, is de kans zeer groot dat ze worden opgestuurd vanuit een magazijn in Geel. Goed voor duizenden werkplaatsen. Hetzelfde geldt voor de doe-het-zelfpakketten van Gamma, de koffiecapsules van Nespresso en het Europese e-commercemagazijn van Nike, dat langs een Kempense autosnelweg jaarlijks voor extra werkgelegenheid zorgt. Willen we dat allemaal wegbelasten?

Ironisch genoeg werd in het voorstel IKEA aangehaald als de boosaardige welvaartkaper bij uitstek. Wel, hun webshops brachten al 100 extra werkkrachten naar Genk, een streek waar men nog alles doet om het drama van Ford te verwerken.

Om nog maar te zwijgen over de duizenden Vlaamse ondernemers die leven van internethandel met binnenlandse en buitenlandse klanten. Het is duidelijk dat deze nieuwe ondernemersbelasting enorm nefast zijn voor jobcreatie in Vlaanderen.

Toegegeven, reden tot bezorgdheid is er wel. Van alle online winkelopbrengsten gaat immers meer dan de helft naar buitenlandse sites. Nederland palmt met de Bol.com’s en Coolblue’s van deze wereld 60% van onze online markt in. Van elektronica, maaltijdboxen tot gespecialiseerde honing: de buitenlandse concurrentie is bikkelhard.

Dat gebeurt echter niet zomaar. Onze buurlanden beseften sneller dat online kopen de toekomst was. Hun wetgeving en logistiek is sneller aangepast dan de onze. Dat is te wijten aan een hardnekkige denkfout bij de vakbonden, die de N-VA nu opnieuw klakkeloos overneemt: ze zien e-commerce als iets van buitenlandse grootmachten en een bedreiging voor kleine ondernemingen. Dat klopt niet.

Uiteindelijk zijn het de wensen en verwachtingen van de consument die fundamenteel veranderd zijn. Dat draai je niet meer terug. We moeten daar, net als onze buurlanden, mee aan de slag. Dat is mogelijk, ook voor kleine spelers.

Reden tot bezorgdheid is er wel. Van alle online winkelopbrengsten gaat immers meer dan de helft naar buitenlandse sites.

Ondernemer Bart Van der Leenen lanceerde daarvoor even geleden het idee van een ‘Vlaamse e-commerce hub’, een gigantisch logistiek centrum dat alle aspecten van e-commerce uitvoert voor de duizenden kleine ondernemingen wiens middelen en tijd daarvoor tekort schieten.

Prima idee. Online handel hoeft inderdaad niet het speelterrein te zijn van buitenlandse mastodonten. Elke winkel zou zijn koek van de online handel moeten kunnen meepikken.

Een Vlaamse superhub is er dan nog niet gekomen, vele Vlaamse winkels vinden wel hun weg naar soortgelijke platformen die het online aspect voor hen regelt.

Zou het geen veel beter voorstel zijn om deze stap fiscaal aan te moedigen voor onze Vlaamse detailhandel, in plaats van een nieuwe ondernemingsbelasting in te voeren? Eerlijk, ik snap nog steeds niet hoe dit idee door de mazen van de N-VA studiedienst is kunnen glippen.

Spelen fysieke winkels dan geen rol meer? Integendeel. Bloeiende stadskernen zijn meer dan ooit de toekomst. Van Kortrijk tot Mechelen: veel steden maken van handelskernversterking meer dan alleen maar een ambtenarenterm.

Dat kost inderdaad moeite, veel moeite. Wie tijd te over heeft moet het strategisch plan “Mechelen winkelstad” maar eens doornemen. Daarin staat mooi beschreven wat de échte uitdagingen zijn om offline winkelen mee te laten groeien met e-commerce: aantrekkelijke weginrichtingen, lokaal ondernemen promoten, woon-en werkactiviteiten op elkaar aansluiten en heel goed nadenken of we gigantische shoppingcentra in de buurt van steden wel nodig hebben.

Dit moet aangevuld worden met lagere ondernemingsbelastingen, geen hogere zoals nu wordt voorgesteld. Door de taxshift werden de patronale lasten om personeel aan te werven al gevoelig verlaagd. Nu moet de vennootschapsbelasting dezelfde dalende weg op.

En ik kan N-VA, de partij van Grete Remen, enkel aanraden in eigen boezem te kijken. In plaats van te klagen over e-commerce is het misschien tijd dat minister Muyters die gedateerde lokale belastingen op drijfkracht, reclameborden en ‘materiaal & outillage’ (de term alleen al) definitief naar de vorige eeuw katapulteert. Als offline winkelen wil samenleven met e-commerce, moet de fiscaliteit dringend een update krijgen.

Ik geef toe, het is veel werk. ‘Een belasting op Bol.com invoeren!’ is veel eenvoudiger om uit te leggen. Het zou politici echter sieren mochten ze hun kiespubliek niet misleiden met dit soort van retoriek.

Het idee dat je internethandel anno 2017 zomaar kan opdelen in een afzonderlijk Vlaams en een ander, wereldwijd deel is absurd. Zowel de Vlaamse consument als onze ondernemingen verdienen beter. Het wordt hoog tijd dat we e-commerce omarmen in plaats van tegen werken.

Partner Content