Bart De Valck

‘Een goed gespreid zelfbestuur voor sterke Vlaamse identiteit’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

Het historische Vlaanderen is subsidiair, van onderuit, vormgegeven, via autonome lokale besturen en bijgestaan door een sterke civil society‘, schrijft Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging. ‘Dat is wat ons bindt met de Catalanen’, klinkt het.

In mijn eerste bijdrage rekende ik af met het neoliberale cijferfetisjisme, dat in brede lagen van de samenleving heeft geleid tot een navenant scepticisme over cijfers, bedragen en benchmarks. Schermen met cijfers kan een interessante aanvulling zijn op inhoudelijke argumenten. Maar een cijfer is nooit een inhoudelijk idee.

Het is een indicator, een beschrijven van een toestand, die haast onveranderlijk voor verschillende uitleggingen vatbaar is. In het bijzonder loopt een deel van de Vlaamse Beweging warm voor cijfers, omdat ze verkeerdelijk denkt dat cijfers objectieve argumenten voor verandering zijn. Tegelijkertijd kan ze het hete hangijzer vermijden van een discussie over identiteit en republikeinse waarden. Want daarover is de Vlaamse Beweging diep verdeeld.

Recent legde het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV), waarvan de VVB lid is, de laatste hand aan een basistekst over de demografische en interculturele toekomst van Vlaanderen. Een Vlaanderen dat het pad naar meer autonomie al lang geleden heeft ingeslagen. Het gestaag uitgebreide zelfbestuur heeft ook geleid tot een aantal fundamentele vragen over de identiteit van Vlaanderen, hoe ze te expliciteren en tegelijkertijd te rijmen met de toegenomen diversiteit van de samenleving. Het is dus niets te vroeg dat de Vlaamse Beweging met een standpunt komt.

Grootste gemene deler of kleinste gemene veelvoud?

Een goed gespreid zelfbestuur voor sterke Vlaamse identiteit

Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging

Wat mij in het identiteitsdebat steeds opvalt, is dat er blijkbaar maar twee alternatieven zijn waartoe je je mag/kan bekennen. Ofwel ben je op zoek naar de essentie van de Vlaamse identiteit en dan krijg je oeverloze debatten over wat iemand precies tot Vlaming maakt. Wat is de grootste gemene deler (GGD) van het Vlamingdom?

Ofwel kies je voor de formule van het kleinste gemene veelvoud (KGV). Dan vertrek je van radicale openheid en is de Vlaamse identiteit fluïde en gewoon de sociale realiteit zoals ze hier-en-nu is (of: zou moeten zijn?): de ‘superdiverse’ samenleving. Hoogstens zijn er enkele universeel geachte conventies die het ‘vorkje’ bepalen waarbinnen voor het overige alles is toegelaten: scheiding van kerk en staat, vermoeden van onschuld, gelijkwaardigheid van man en vrouw enzovoort.

Goed zelfbestuur is wat de Catalanen en de Vlamingen bindt

Als het gaat over identiteit, is er niet veel voor nodig om te beseffen dat grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud geen vlaggen zijn die een eigentijdse lading kunnen dekken. Het zijn beide eerder naïeve manieren van nadenken over wat nogal eigen is aan een bepaalde samenleving en haar tot een bindende factor maakt voor al haar leden. Er is een derde weg en dat is die van de republiek.

Ik had het er vorige jaren ook al over en toen kreeg ik daar tal van vragen over. Hoe leg ik het verband tussen een republikeinse staatsvorm en culturele waarden? Niet door te pas en te onpas ‘weg met elke onverkozen vorst!’ te roepen. Met België verdwijnen de Saxen-Coburgs in de nevelen van de geschiedenis, wees maar gerust. Republikein zijn betekent voor mij evenmin dat Vlaamse soevereiniteit een of ander vrijmetselaarsproject zou zijn, waar we elkaar voortaan zouden moeten aanspreken met ‘medeburger(in)’ of ‘kamera(a)d(e)’, zoals de Franse Revolutie ons dat wou voordoen.

Historia nos docet

Ik zie wel degelijk een link tussen identiteit en republikeins besef. Uiteindelijk wil ik een soeverein Vlaanderen dat beter kan zorgen voor de inwoners dan dat de Belgische structuur dat nu doet. Vlaanderen moet ‘meer staat’ worden (want een staat is het al wel voor een stuk, zij het een deelstaat). Vlaanderen moet ‘meer onafhankelijk’ worden (want helemaal onafhankelijk kan je nooit zijn).

Het historische Vlaanderen is subsidiair, van onderuit, vormgegeven, via autonome lokale besturen, bijgestaan door een sterke civil society. In regel heeft dat model onder verschillende buitenlandse overheersingen standgehouden. Dat zelfbestuur tot op het plaatselijke niveau, wat in het huidige Zwitserland nog altijd bloeit, kan een nieuwe prikkel krijgen vanuit een Vlaamse republiek.

Op die manier sluit een republikeins project in feite heel mooi aan bij de wortels van onze Europese cultuur: de Grieks-Romeinse erfenis, die, hoe je het ook draait of keert, tot op de dag van heden nog altijd een goed deel van ons doen en laten bepaalt. Door het te hebben over de manier van besturen, in ons geval ‘onszelf besturen’, betrek je heel uitdrukkelijk wat ons verbindt als Europeanen in onze identiteit. We hebben een gedeelde erfenis en de Vlamingen hebben daar de Griekse variant (sterke lokale politieke identiteiten) altijd van uitgedragen. Laat ons daar opnieuw bij aanknopen! De republiek Vlaanderen van morgen of overmorgen is de actuele versie van het klassieke Athene van weleer.

En wellicht is het dat wat Catalanen en Vlamingen zo goed bindt: door de band genomen zijn de Catalaanse autonomisten eerder centrum-links georiënteerd, de Vlaamse centrum-rechts. Maar beide naties huldigen ongeveer dezelfde kijk op zelfbestuur: zelfbeschikking van laag tot hoog. Het is een gedeeld identitair zelfbewustzijn. Wat de Vlamingen vieren op 11 juli, vieren de Catalanen op 11 september. Verheugend is dat dat gedeelde bewustzijn sterker blijkt te zijn dan uiteenlopende maatschappelijke of ideologische visies. Historia nos docet: de geschiedenis houdt ons bij de les.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content