Paul Dujardin

‘Een democratie kan niet functioneren zonder een onafhankelijke, professionele en pluralistische pers’

Paul Dujardin Paul Dujardin is CEO en artistiek directeur van BOZAR, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel 

Paul Dujardin, CEO van BOZAR, zet op de internationale dag van de persvrijheid het belang van een weerbare pers in de verf. ‘Het ware vrije woord kan geen strijdkreet voor de oorlog zijn.’

In tijden van conflict en oorlog is de waarheid steeds het eerste slachtoffer. Wie soldaten in de loopgraven wil jagen, moet hen niet lastig vallen met genuanceerde berichten over de vijand. Propaganda duldt geen vrije pers of vrij onderzoek. Wie het aandurft om het discours van ondemocratische staten of onfrisse praktijken in vraag te stellen, riskeert zijn carrière of – steeds vaker – zijn leven. De laatste tien jaar stierven er elke week twee journalisten op deze wereld.

Op 3 mei viert de wereld, al sinds 1993, de Dag van de Persvrijheid. Het was het jaar van de eerste aanslag op de WTC-torens in New York, het jaar dat de eerste webbrowser op de markt kwam en het jaar dat het laatste nummer van het weekblad Kuifje verscheen.

Feiten die ogenschijnlijk geen verband houden met elkaar, maar bij nader inzien misschien toch wel. Kuifje was het archetype van de dappere journalist, de reporter die onverschrokken de wereld verkende op zoek naar de waarheid en daarover verslag uitbracht op het thuisfront. Van de Sovjetunie naar Congo en van Tibet naar de kunstwereld. Hij had het monopolie over de informatie.

Een democratie kan niet functioneren zonder een onafhankelijke, professionele en pluralistische pers

Het internet leek de pers én de lezer te zullen bevrijden. Je moest niet langer een drukpers, kilometers papier en een distributienetwerk hebben om het nieuws bij de burger te krijgen. En de Chinese muur bleek niet hoog genoeg om de vrije stroom van informatie buiten te houden. Burgers werden zelf journalisten.

De aanslag op de WTC-torens leek een fait divers, een uitloper van een Koude Oorlog die voorbij was en die vooral in het Midden-Oosten en Afghanistan uitgevochten, maar ook daar was de vrede in zicht.

Vandaag is er weinig reden om World Press Freedom Day – of Difference Day, zoals de Belgische variant ervan genoemd wordt – feestelijk te vieren. De recentste rapporten van Reporters zonder Grenzen (‘2018 World Press Freedom Index’), van Unesco (‘World Trends in Freedom of Expression and Media Development’) en van de Europese Commissie (‘A multi-dimensional approach to disinformation) zijn pessimistisch tot alarmerend.

In het rapport van de Europese commissie wordt aandacht gevraagd voor ‘fake news’. Desinformatie is van alle tijden en daarom is het verschijnsel niet nieuw. Dat machthebbers – en de bekendste woont in het Witte Huis – berichtgeving die voor hen onaangenaam is met die term omschrijven, is niet alleen misleidend maar het ondermijnt ook de geloofwaardigheid van de pers.

Een democratie kan niet functioneren zonder een onafhankelijke, professionele en pluralistische pers. Een verstoord medialandschap, kan ernstige gevolgen hebben. Zo trok de VS in 2003, samen met een reeks bondgenoten, ten strijde in het Midden-Oosten op basis van ‘fake news’ dat nota bene door de eigen inlichtingendiensten werd gefabriceerd. Het duurde jaren voor dit bedrog aan het licht kwam.

Vijftig jaar geleden werkten dappere Amerikaanse journalisten in het zog van de Amerikaanse GI’s in Vietnam. Vandaag is het zelfs voor de meest doorgewinterde oorlogsverslaggever onmogelijk om in Syrië in de buurt van de waarheid te komen.

Spreek vrijuit, luister met respect en verschillende meningen zijn relevant. Dat zijn de drie slagzinnen van Difference Day, een initiatief dat onder de vleugels van de VUB/ULB, BOZAR en Evens Foundation uitgroeide tot een nationaal evenement waaraan tientallen partners uit binnen- en buitenland deelnemen.

Tijdens de debatten, de prijsuitreikingen en de informele discussies zal de actualiteit ook aan bod komen. Zo is de Brusselse academische wereld verdeeld over de vraag of de Britse cineast Ken Loach een eredoctoraat mocht krijgen van de ULB. Ken Loach werd bekroond voor zijn opmerkelijke films. Hij kreeg echter kritiek vanwege vermeende antisemitische en zelfs revisionistische uitspraken. De polemiek werd breed uitgesmeerd over de pagina’s van de kranten, opiniestukken, petities, interviews en analyses. Daarbij werd dagenlang één ding vergeten: niemand vroeg Ken Loach om duiding. Hij verduidelijkte reeds in het verleden dat hij niet twijfelt aan de Holocaust en vraagt dat zijn tegenstanders zijn kritiek op de politiek van de staat Israël niet verwarren met jodenhaat. Een helder standpunt.

De polemiek bewijst dat in heikele, gevoelige debatten de neiging om niet te luisteren naar de mening van de tegenstander vaak onweerstaanbaar is.

De pers en de academische wereld, maar ook een publieke agora zoals BOZAR, moeten hier hun rol ten volle spelen: in alle vrijheid de waarheid achterhalen, verschillende ook tegenstrijdige uitspraken tegen elkaar afwegen en de ontmoeting organiseren tussen mensen van alle gezindten – ook al valt het hen zwaar om elkaar de hand te geven.

De droom van een vrije wereld waarin dialoog mogelijk blijft en een vrije pers haar werk kan doen, lijkt naïef op een moment dat grote stukken van die wereld in brand staan. Het alternatief is echter onzegbaar. Het ware vrije woord, dat de vrijheid dient, kan nooit een strijdkreet voor de oorlog zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content