Jan Herregods

Een Belgisch Correspondents’ Dinner: het politiek-journalistiek onderonsje te veel, of net nodig?

De top van de Nederlandse politiek kwam gisteren bij elkaar in Den Haag voor een eigen versie van de Correspondents’ Dinner. Een Amerikaanse traditie waarin politici zich van hun grappigste kant (proberen te) laten zien. Moet België, waar politiek en journalistiek al flink verweven is, ook mee op de kar springen?

In Amerika is het al een jarenlange traditie. Sinds 1920 zijn de president en de vicepresident een keer per jaar te gast op het diner van de journalisten die het Witte Huis en de president volgen. De sfeer is ongedwongen en jolig, en er is ruim de tijd voor grappen en grollen. De afgelopen jaren bleek telkens dat het feilloze gevoel voor timing waarmee Barack Obama speecht, ook van pas komt om een aantal pointes op de politieke pers af te vuren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Nogal gewaagd dus van de Nederlandse minister-president Mark Rutte om zo uitdrukkelijk naar het Witte Huis te verwijzen bij de aankondiging van de Nederlandse spin-off. Daar werd de avond georganiseerd door de vereniging van alle politieke journalisten.

Om de druk wat op de te voeren was op voorhand al te horen dat het succes van de eerste editie zal bepalen of er een vervolg komt. Rutte zelf stelde de dagen voorafgaand aan het diner ’te verkeren in een staat van totale paniek’, en huurde daarom – op eigen kosten – twee comedians in om hem te helpen om grappen te schrijven.

M’as-tu-vu-sfeertje

Een Belgisch Correspondents’ Dinner: het politiek-journalistiek onderonsje te veel, of net nodig?

Dat hij hulp gekregen had, was dan ook iets waar Rutte meteen de draak mee stak, net zoals met eigen uitschuivers en ‘gebrek aan visie’, uitspraken van coalitiepartners en zijn status als vrijgezel. Soms niet helemaal goed getimed – heel wat grappen leken verloren te gaan – en in het geheel een tikje te langdradig, maar al bij al wel een prestatie die goed genoeg was om ervanuit te gaan dat er nog een vervolg komt.

Dat is deels Ruttes verdienste, maar wellicht ook de uitdrukkelijke wens van alle aanwezige BN’ers die zaten te glimmen van trots om hun eigen aanwezigheid in het lauw-warme m’as-tu-vu-sfeertje dat het hele gebeuren uitademde.

Toegegeven, het vergt lef om jezelf voor schut te zetten. Maar Rutte is tenslotte wel premier, dus qua gedurfdheid valt zo’n kwartier moppen vertellen ook wel mee. Want hoe kameraadschappelijk en semi-spontaan het allemaal ook lijkt, bovenal is zo’n evenement toch ook scoren voor eigen publiek. Wie geen fan was van Rutte, zal het vandaag ook nog niet zijn.

Maar een afgang was het dus niet, en aangezien daar toch wat voor gevreesd werd, waren de Nederlandse kranten relatief deze ochtend vrij lovend over Ruttes optreden.

De toespraak van Rutte zelf beoordelen kan u via deze video:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Na Rutte was het de beurt aan cabaretierDolf Jansen, die moest invallen voor de zieke Youp van ’t Hek. Diens grappen waren professioneler en beter dan die van zijn voorprogramma. Hoewel voor een Vlaamse toeschouwer niet alles even goed doorkwam, zagen we wel hier en daar een BN’er ongemakkelijk op zijn stoel schuifelen. Nederland heeft een lange traditie van geëngageerde komieken, en ook Jansen sloot zijn betoog af met een oproep voor meer menselijkheid in de politiek, onder meer als het gaat over vluchtelingen.

Onschadelijk ginnegappen

Moeten we, afgaand op het Nederlandse evenement, hopen dat er snel een Belgische variant komt? Ja en neen. De vraag is natuurlijk wat zo’n avond precies moet zijn. Als het wat onschadelijk ginnegappen is, waarbij de humor het glijmiddel moet zijn waarmee het politieke establishment vooral zichzelf mag fêteren, dan kunnen de hele zwik beter onuitgezonden laten. In dat opzicht had ook de uitzending in Nederland best wat scherper gemogen. (Op Twitter spraken veel mensen de hoop uit dat Youp van ’t Hek volgend jaar een nieuwe kans zou krijgen.)

Wouter Deprez die de Vlaamse regering toespreekt

Maar als onze politici ervoor open staan om met een andere blik naar zichzelf te kijken, en er – hoop doet leven – iets uit te leren, dan liggen er wel mogelijkheden voor een Belgische of Vlaamse versie. Met een Michael Van Peel, Bert Kruismans, Nigel Williams of het team van De Ideale Wereld die iets doen nadat de premier heeft mogen speechen. Of Wouter Deprez, met als voorprogramma Geert Bourgeois. Van zowel Charles Michel of Geert Bourgeois kunnen we gerust aannemen dat ze zich kunnen laten omringen om zo’n speech tot een goed einde te brengen. (Als we even mogen dromen: Gunter Lamoot en Piet De Praitere die de premier hier meehelpen met een speech, hoe geweldig zou dat zijn?)

Langs de andere kant hebben we hier wel al iets gelijkaardigs, namelijk de eindejaarsconference van Geert Hoste, en dan wel de versie die uitgezonden wordt op 1 januari. Daar zitten partijvoorzitters, ministers, parlementsleden en commentatoren allemaal samen voor de populairste komiek van het moment. Om ter hardst lachend, want er staan ook heel wat camera’s ìn de zaal gericht. Qua vorm deed het evenement daar dan ook hard aan denken, ook al omdat Rutte zelf zijn speech eindigde met een korte serieuze boodschap over het belang van persvrijheid.

‘Een Belgische Correspondents’ Dinner met Geert Hoste zou een prima keuze zijn voor al wie vooral een gezellige avond wil.’

Ter vergelijking: sinds een aantal jaren houdt Hoste tussen de moppen ook even halt voor een korte preek. Een moraliserend intermezzo, waar kwatongen over kunnen beweren dat Hoste elk jaar moet uitkijken dat hij zijn enkel niet verstuikt bij het intrappen van zo veel open deuren. Dit jaar was dat een stukje over de vluchtelingencrisis waarin een uitspraak van Rode Duivel Vincent Kompany uit de context werd gehaald om uiteindelijk uit te komen bij iets dat uitkwam bij ’terrorisme is onaanvaardbaar, maar het is niet onze schuld’. Een betoog dat nogal deed denken aan de uitspraak ‘de verdronken kleuter is niet onze schuld’, van N-VA-voorzitter Bart De Wever.

Een Belgisch Correspondents' Dinner: het politiek-journalistiek onderonsje te veel, of net nodig?
© .

De populairste komiek die de populairste politicus napraat: op zich mag het natuurlijk, maar staatsgevaarlijke humor is het allerminst. Ter illustratie: achteraf drukten zowel Siegfried Bracke als Theo Francken uitdrukkelijk hun waardering voor Hoste uit op Twitter. (Wie de hele passage van Geert Hoste wil herlezen, kan dat op de site van de Kamervoorzitter.)

Een Belgische of Vlaamse Correspondents’ Dinner met Geert Hoste als komiek, het zou de logische keuze zijn voor wie een gezellige avond wil. Maar wat is de waarde van zo’n evenement dan nog? Zelfspot is onschadelijk als ze niet een beetje tegenwringt. Het is gemakkelijk om met jezelf te lachen als het nog niet een beetje pijn doet.

En ook al zal er niemand zijn in de Wetstraat die van zichzelf vindt dat hij of zij geen humor heeft, iedereen weet dat de ene minister al beter met een plaagstoot om kan dan de andere voorzitter.

Wie lacht het groenst?

De grote vraag is of we in België wel nóg een evenement nodig hebben waar politici en journalisten tegen elkaar aanschurken. Onder meer NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch zei al verschillende malen dat hij pas door naar Nederland te verhuizen is gaan inzien hoe groot in België de verwevenheid is tussen pers en politici.

Meer nog dan in Nederland zijn politici hier halve BV’s, die dezelfde recepties, feestjes en televisieprogramma’s bezoeken. En uiteraard is er niet één journalist die vindt dat dat een kritische blik in de weg staat. Maar programma’s zoals De Pappenheimers, De Slimste Mens ter Wereld en Achter De Rug maken de afstand tussen politici en journalisten wel steeds kleiner.

Misschien net daarom dat een scherpe Correspondents’ Dinner hier juist wél nodig is. Om die verwevenheid tegen het licht te houden. In een relevante speech, waarbij de plaagstoten altijd net boven (en heel soms net onder) de gordel blijven. Omdat er dan tegelijkertijd twee parallelle wedstrijdjes aan te koppelen in de zaal: namelijk ‘Wie Lacht Het Langst?’ en, boeiender: ‘Wie lacht het groenst?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content