Econoom Joep Konings: ‘Het minimumlonen is een foute symbooldiscussie’

© iStock
Ewald Pironet

In de westerse industrielanden woedt een debat over de verhoging van de minimumlonen. Ook in België. ‘We zouden er beter voor zorgen dat de tijdelijk werklozen niet langdurig werkloos worden’, zegt de Leuvense econoom Joep Konings.

In de VS was het een onderdeel van de presidentiële verkiezingscampagne: het minimumloon van 7,25 dollar per uur moet worden verdubbeld volgens de beweging Fight for $15 en zij kreeg de steun van president Joe Biden. Ook in Europa klinkt de roep om een verhoging van de minimumlonen luid. Twintig vooraanstaande economen, onder wie Thomas Piketty (Paris School of Economics) en Paul De Grauwe (London School of Economics), schreven vorige week een open brief waarin ze pleiten voor een hoger minimumloon in Europa: ‘Dat is goed voor de bevolking én voor de economie.’

In België vragen de vakbonden om de minimumlonen te verhogen van 9,5 euro naar 14 euro per uur, een eis die wordt gesteund door de socialisten. In Europa ligt het Belgische minimumloon van 1625 euro bruto per maand aan de bovenkant, alleen in Luxemburg, Ierland en Nederland ligt het nog iets hoger. Bovendien doen vele sectoren in ons land een schepje boven op het minimumloon, zodat volgens de vakbond slechts 68.000 Belgische werknemers dat minimumloon krijgen.

De open brief van Piketty, De Grauwe en andere economen is een tendentieus pamflet.

Toen de federale regering een paar weken geleden knopen moest doorhakken over de loonopslag, werd het politiek zeer gevoelige dossier van de minimumlonen opnieuw naar de sociale partners gestuurd: zij moeten een akkoord vinden. ‘De discussie over het minimumloon heeft niet alleen een hoog symboolgehalte, het is ook nog een totaal verkeerde discussie’, waarschuwt econoom Joep Konings, hoogleraar aan de KU Leuven en Nazarbayev University in Kazachstan nu.

Laten we beginnen in de VS: moet het minimumloon van 7,25 dollar er worden verhoogd?

Joep Konings: Zeker, want het minimumloon ligt in de VS uiterst laag. Het minimumloon wordt steeds bekeken in verhouding met de mediaan, het bedrag waarbij de helft van de werknemers meer verdient en de andere helft een lager bedrag krijgt. In België bedraagt het minimumloon 47 procent van de mediaan, net zoals in Duitsland en Nederland. In Frankrijk is dat 62 procent van de mediaan, in de VS slechts 34 procent. De VS hebben daarmee zowat de laagste minimumlonen van de geïndustrialiseerde landen.

Tegenstanders zeggen dat hogere minimumlonen jobs vernietigen: werknemers worden te duur?

Konings: In de VS is dat onderzocht: de ene staat verhoogde het minimumloon, de andere staat deed niets, en er was geen effect op de werkgelegenheid. Maar als je wat dieper graaft, merk je toch gevolgen: uit Amerikaans onderzoek blijkt dat als je de minimumlonen met 10 procent verhoogt, jonge werknemers 1,5 tot 2 procent minder jobkansen hebben. De tieners en jonge twintigers, die vaak niet lang naar school zijn gegaan, worden niet meer zo vlug aangenomen. In sommige regio’s, waar weinig banen worden aangeboden, loopt dat zelfs op tot 7 procent. Een verhoging van de minimumlonen in de VS is dan ook niet zonder gevolgen.

Hoe zit dat voor Europa?

Konings: Uit Europees onderzoek blijkt dat als je hier de minimumlonen met 10 procent optrekt 16- tot 19-jarige tieners tussen 7 en 10 procent minder kans op een job krijgen. Voor de groep 20- tot 25-jarigen zijn er dan 4 procent minder jobs. Dat zijn belangrijke negatieve gevolgen.

Econoom Joep Konings: 'Het minimumlonen is een foute symbooldiscussie'
© ZAZA

In de open brief pleiten twintig economen voor een verhoging van de minimumlonen, want ‘meer geld voor werknemers met lage lonen om te consumeren leidt tot grotere investeringen en stimuleert daardoor de totale vraag, de productiviteit en dus de werkgelegenheid’.

Konings: Dat is een tendentieus pamflet, niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Uit studies blijkt net dat als je de minimumlonen in Europa verhoogt heel wat jongeren, die niet lang naar school zijn gegaan en niet sterk staan in de arbeidsmarkt, geen job zullen vinden. Logisch, als je het minimumloon optrekt, kosten die jongens en meisjes meer, en ze hebben nog geen ervaring en behalen niet het rendement om de hogere kostprijs eruit te halen. Dus zal de werknemer ze niet meer aanwerven. Onderzoek is duidelijk: als je de minimumlonen verhoogt, vallen meer jongeren uit de boot.

Een hoger minimumloon in Europa zou helpen bij het economisch herstel na de coronapandemie, schrijven die economen.

Konings: Het verhogen van de minimumlonen zal er niet voor zorgen dat er veel meer wordt geconsumeerd en geïnvesteerd. Als corona achter ons ligt, zal de vraag sowieso enorm toenemen. Er ligt een bom aan spaargeld te wachten om te consumeren en te investeren. Het verhogen van het minimumloon zou niet meer zijn dan een druppel op een hete plaat.

In België willen de vakbonden en socialisten de minimumlonen optrekken tot 14 euro.

Konings: Jeugdwerkloosheid is in België al een groot probleem en dat ga je dan nog vergroten. In Vlaanderen zal dat wel meevallen, maar in Brussel wordt dat funest. Je zou er beter alles aan doen om die jongeren en kortgeschoolden werk te bezorgen, met goede mobiliteit zodat ze op het werk raken, opleidingen volgen enzoverder.

Vermindert het optrekken van de minimumlonen de armoede?

Konings: Je zou dat denken, maar dat is niet zo. De oorzaken van armoede zijn veel complexer. Om daar iets aan te doen, moet je verschillende, elkaar aanvullende maatregelen treffen, van budgetbeheer over meer aandacht voor sociale economie tot goedkopere huisvesting. Het optrekken van het minimumloon is daar niet bij, want dan duw je die mensen uit de arbeidsmarkt. Bovendien werkt in België maar een kleine fractie van de werknemers tegen een minimumloon. Het verhogen van de minimumlonen is dan ook een totaal verkeerde symbooldiscussie.

Jeugdwerkloosheid is in België al een groot probleem en dat ga je dan nog vergroten.

Waar moet het nu dan wel over gaan?

Konings: Door corona nam de tijdelijke werkloosheid enorm toe. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) heeft vorig jaar maandelijks aan gemiddeld 514.000 werknemers een tijdelijke werkloosheidsuitkering uitbetaald. We weten uit de financiële crisis van 2008 dat zo’n 25 procent van de tijdelijke werklozen straks niet opnieuw aan de slag kan gaan. Het gaat over dertigers en veertigers die meer dan het minimumloon ontvingen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat zij niet in de langdurige werkloosheid verzeilen? In plaats van energie te verspillen aan discussies over het minimumloon zouden we beter daarop focussen.

Sommige bedrijven boerden goed tijdens corona. Mogen werknemers daar mee van profiteren?

Konings: Natuurlijk, maar dat moet je bedrijf per bedrijf bekijken. Als je bonussen of loonopslag voor een hele sector doorvoert, duw je ondernemingen die niet zo goed presteerden de dieperik in. We moeten evolueren naar loononderhandelingen zoals in Duitsland, waar er algemene afspraken worden gemaakt en bedrijven daarop uitzonderingen kunnen formuleren. En die kunnen in de twee richtingen gaan: een bedrijf kan zijn werknemers meer of minder betalen dan algemeen afgesproken.

Een andere manier van loononderhandelingen dus?

Konings: Ja, maar onze vakbonden willen daar niet van horen. Zij zeggen dat er bij ons een lange traditie bestaat om de lonen vast te leggen in paritaire comités, per sector. Maar het was vroeger ook de traditie om in Vlaanderen vlasgaren, kousen, T-shirts enzoverder te produceren… Nu, het ligt niet alleen aan de vakbonden, want ik ben er niet zeker van dat de werkgevers, het VBO, willen afstappen van de huidige traditie van onderhandelen, want dan is natuurlijk ook hun rol voor een groot deel uitgespeeld. Maar ooit zullen we de loononderhandelingen toch anders moeten voeren.

Joep Konings

– Geboren in Wilrijk in 1967

– Licentiaat toegepaste economie (UA) en PhD economie (London School of Economics)

– Hoogleraar economie (KU Leuven, Nazarbayev University, University of Liverpool Management School)

– Economisch adviseur van José Manuel Barroso van 2008 tot 2010

– Voorzitter wetenschappelijk comité van Vives, onderzoekscentrum KU Leuven voor regionale economie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content