Economische crisis: er is geen plan B en plan A werkt niet

© Epa

Terwijl de economische crisis met de dag erger wordt, breken beurzen wereldwijd het ene na het andere record. Hoe kan dat? Drie vragen over de crisis aan Trends-hoofdredacteur Johan Van Overtveldt.

Hoe komt het dat de beurzen het wereldwijd uitzonderlijk goed doen, terwijl de reële economie, zeker in Europa, in een diepe crisis vertoeft met torenhoge werkloosheid en landen die gebukt gaan onder loodzware schuldenlasten.

Johan Van Overtveldt: Er is hier inderdaad sprake van een duidelijke anomalie. De evolutie van de aandelenmarkten en van de meeste andere financiële markten lijkt steeds meer los te staan van de reële economie, zijnde de economie van groei, investeringen, innovatie, reële welvaart en jobcreatie.

Je hoeft geen getraind economisch historicus te zijn om te beseffen dat een dergelijke schizofrenie niet kan blijven bestaan. Omtrent de oorzaak van deze ontwikkelingen kan weinig twijfel bestaan: het beleid van de centrale banken dat je kan samenvatten als “veel goede bedoelingen maar alsmaar desastreuzere gevolgen”.

Onder leiding van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) ontstond er de voorbije jaren een oceaan aan vers gecreëerd geld. Met dit beleid probeerden de Fed, de Bank of England, de Bank of Japan en in mindere mate ook de Europese Centrale Bank (ECB) de economische groei op een hoger toerental te krijgen. Alzo zouden meer jobs ontstaan en de ontvangsten van noodlijdende regeringen over de ganse wereld stijgen terwijl door de extreem lage rentes de financieringslasten voor overheden en financiële instellingen ook laag bleven.

Ook in opkomende landen werd duchtig meegedaan aan de zottendans van de ongelimiteerde geldschepping. In China bijvoorbeeld is de groei van de economie méér dan ooit afhankelijk geworden van verdere toename van kredieten verleend door het Chinese bankwezen.

Welnu, die strategie werkt niet, tenzij misschien een klein beetje in de VS waar de economische perspectieven zich wat positiever ontwikkelen dan in de meeste andere gebieden van de wereldeconomie. Het Plan A van de centrale banken werkt niet en wie er de jongste verklaringen op naleest van mensen als Mario Draghi (voorzitter van de ECB) en Ben Bernanke (voorzitter van de Fed) krijgt een zeer sterk vermoeden dat er geen plan B in de schuif zit. They don’t have a clue, daar lijkt het steeds meer op. En laat er niet de minste twijfel over bestaan: dit zijn uitzonderlijk intelligente mensen.

Kan de euforie op beurzen en op financiële markten niet bijdragen aan een herstel van de reële economie?

Johan Van Overtveldt: In de economie hangt veel af van vertrouwen. Investeringen van bedrijven, bestedingen van consumenten: het loopt allemaal een stuk vlotter als er vertrouwen heerst. Vanuit de geld- en kapitaalmarkten kan vertrouwen inderdaad overslaan op investeerders, bedrijfsleiders en consumenten. Maar dan moeten de ontwikkelingen in en op de financiële markten op hun beurt de uiting zijn van een gefundeerd vertrouwen in de economische perspectieven. Dat ontbreekt vandaag echter manifest.

Veel ontwikkelingen op de aandelenmarkten en in de financiële markten zitten veel meer in de sfeer van een haast wanhopige zoektocht naar hogere rendementen. De acties van de centrale banken brachten de opbrengsten van beperkte risico-beleggingen in essentie naar nul. Onder meer verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen moeten gezien hun verplichtingen ten aanzien van hun cliënteel ondubbelzinnig positieve rendementen halen bij hun beleggingen. Zij kunnen dus niet anders dan méér risicovolle posities aangaan in de hoop op die manier toch voldoende inkomsten te genereren.

Hun acties trekken andere participanten in de markten mee, met als resultaat een opeenstapeling van grote en kleine zeepbellen. De overwaardering in de aandelenmarkten spreekt voor zich. De zogenaamde P/E-ratio’s (de verhouding tussen de koers van het aandeel en de winst van de onderneming) staan hoog, zeker indien beschouwd tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de reële economie.

Kijk ook naar de markten van grondstoffen en energiedragers. Die swingden het voorbije decennium de pan uit. Enkele voorbeelden: olie + 35%, koper +450% en goud +500%. Velen meenden dat door de forse groei in landen als China de vraag naar grondstoffen en energie ongelimiteerd zou gaan stijgen, wat onzinnig is, zoals iedereen vertrouwd met de economische geschiedenis weet.

Stijgende prijzen remmen het verbruik af, stimuleren bijkomende productie en wakkeren de ontwikkeling van alternatieven aan. Dat was 100 jaar geleden al zo en herhaalt zich nu opnieuw. Giet daar een forse geut groeivertraging in landen als China over heen en er dreigt een stevige prijscorrectie in die markten. De voorbije maanden zette zich met horten en stoten een beperkte correctie door. De geldcreatie door de centrale banken zet echter een rem op deze prijsaanpassingen die onvermijdelijk zijn. Geen enkele zeepbel kan intact blijven.

Hoe lang kan men hier nog meer doorgaan? Wanneer barst de bom?

Johan Van Overtveldt: De timing van de complete omslag is helaas zeer moeilijk te voorspellen. Wederom een les uit de geschiedenis: vaak is het een eerder onbelangrijke gebeurtenis die de wagen aan het rollen brengt. In 2007-08 was het alsof de hele crisis het gevolg was van de Amerikaanse subprimes. Die waren niet onbelangrijk maar tot onze scha en schande ontdekten we al snel dat er veel meer aan de hand was dan een pakket rondzwervende Amerikaanse rommelhypotheken.

Het is dus uitkijken naar mogelijke triggers. De ontwikkelingen in Japan zijn één mogelijkheid. De Bank of Japan start een beleid dat het Fed-beleid van de voorbije periode in overtreffende trap gaat worden, nl. een enorme creatie van nieuwe liquiditeiten (vers geld).

Wanneer gaan de markten beseffen dat dit onvermijdelijk de rentes zal doen opveren? Voor een land met reeds méér dan 200% van het BBP aan overheidsschuld ontstaat dan heel snel het perspectief van de onbetaalbaarheid van de rentelasten.

Een andere mogelijkheid is het Cyrpus-syndroom. Wat als de euroleiders de Cyprus-aanpak (wegvagen van de obligatiehouders van banken en zware verliezen voor + 100 000 euro-depositohouders) moeten gaan toepassen op veel grotere landen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content