Dit voorjaar nog eerste speekseltests om drugs op te sporen in verkeer

© Belga

Nog dit voorjaar zal de politie voor het eerst gebruik kunnen maken van ‘speekselcollectoren’, speekseltests zonder bloedprik om drugs op te sporen. Dat is vernomen bij minister van Justitie Koen Geens.

Uit de zevende editie van de Verkeesonveiligheidsenquête van het Vias Institute bleek maandag dat 12 procent van de jonge Belgische bestuurders zeker eens per maand onder invloed van drugs achter het stuur kruipt. Drugs dreigen daarmee een even groot verkeersveiligheidsprobleem als alcohol te worden. Het Vias Institute pleit daarom voor een gerichte sensibilisering naar jongeren en een hogere pakkans, en die nieuwe speekseltest kan een element zijn in die aanpak.

Het is vooral in Brussel en Wallonië dat het probleem van drugs achter het stuur zich stelt. Daar gaat het om respectievelijk 20 en 17 pct van de bestuurders tussen 18 en 34. In Vlaanderen is de situatie beter, met zeven procent van de jonge bestuurders die zelf toegeeft nu en dan onder invloed van drugs achter het stuur te kruipen. Vanaf wanneer precies de speekseltest in gebruik genomen worden, kon een woordvoerster van Geens nog niet zeggen.

Vandaag moet een speekseltest om drugs op te sporen ook altijd gepaard gaan met een bloedprik die door een dokter moet gebeuren, wat de procedure vertraagt en compliceert. Van de nieuwe test, zonder bloedprik, is al veel langer sprake, maar de uitvoering liet op zich wachten omdat alles juridisch waterdicht moet zijn. Bij Geens wordt er alvast op gewezen dat het aantal speekseltesten jaarlijks stijgt, en er werd ook meer budget voor vrijgemaakt.

In 2014 waren er nog ruim 10.000 tests, vorig jaar waren dat er meer dan 30.000. Uit de Vias-enquête blijkt nog dat de objectieve pakkans de voorbije drie jaar stabiel gebleven is: 17 procent van de bestuurders werd het voorbije jaar gecontroleerd, al zijn ook hier regionale verschillen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content