Vrije Tribune

‘Deze onderwijshervorming is een ideaal instrument om sociale ongelijkheid te reproduceren’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Het moge duidelijk zijn dat van een echte grootschalige hervorming van het secundair onderwijs geen sprake is’, schrijven sociologen Mieke Van Houtte (UGent) en Simon Boone (VUB). ‘Men heeft wat koterijen aan het Vlaamse onderwijshuis toegevoegd.’

De Vlaamse regering pakte onlangs uit met een aantal doorbraken, die de daadkracht van deze coalitie moeten aantonen. Een daarvan is de – langverwachte – hervorming van het secundair onderwijs. Omdat deze “modernisering van het secundair onderwijs” wetenschappelijke evidentie en vroegere ervaringen negeert, dreigt ze echter een aantal onaangename (neven)effecten te hebben.

‘Deze onderwijshervorming is een ideaal instrument om sociale ongelijkheid te reproduceren’

In essentie verandert er in de eerste graad van dat secundair onderwijs eigenlijk niet echt veel. Van een uitstel van de studiekeuze, zoals bepleit in het internationale wetenschappelijke onderzoek, is alleszins geen sprake, integendeel. De optie-uren die worden voorzien, bestaan nu ook al. Leerlingen krijgen in het eerste jaar de mogelijkheid om bepaalde zaken te gaan verkennen, te verdiepen of te versterken, indien ze dit nodig achten, en in het tweede jaar maken ze reeds een keuze voor een basisoptie. Daarnaast krijgen ze in het 2de jaar ook 2 uur om bepaalde vakinhouden te versterken of te verdiepen.

De manier waarop scholen dit aanbod in de eerste graad organiseren, wordt bovendien volledig aan de scholen zelf overgelaten. Scholen kunnen er dus net zo goed voor kiezen om hun huidige aanbod te behouden. Het gevaar bestaat erin dat er op die manier een dualiteit ontstaat tussen scholen die effectief sterk inzetten op verdiepen en scholen die daarentegen meer inzetten op versterken.

Het zou niet erg verwonderlijk zijn dat traditionele ASO-scholen zich eerder richten op verdieping en dat multilaterale scholen (scholen waar zowel ASO als TSO en of BSO wordt aangeboden) en TSO/BSO-scholen zich meer zullen richten op versterken en verkennen van vakinhouden. Bovendien zullen, wat de hogere graden betreft, domeinscholen – scholen waar domeinen op verschillende abstractieniveaus worden aangeboden – en campusscholen naast traditionele ASO-scholen blijven bestaan. Het is niet ondenkbeeldig dat sommige leerlingen niet de kans zullen hebben om hun secundaire onderwijsloopbaan in een gemoderniseerde secundaire school te doorlopen, simpelweg omdat er in de nabijheid van hun woonplaats geen dergelijke school is.

Concurrentiestrijd

Wat het meest opvalt in de zogenaamde modernisering van het secundair onderwijs is het vrijblijvende karakter van alle voorgestelde maatregelen. Er worden wel incentives voorzien om bepaalde veranderingen in de gewenste richting door te voeren, maar scholen behouden hun autonomie. Laat het nu net die vrijblijvendheid zijn die er in de jaren zeventig en tachtig voor gezorgd heeft dat het toenmalige VSO niet algemeen werd ingevoerd, wat tot de nodige organisatorische problemen en uiteindelijk het afvoeren van dit systeem heeft geleid. De ervaring met het VSO leert ons ook dat dit naast elkaar bestaan van verschillende types scholen tot een concurrentiestrijd zal leiden tussen scholen en dat de segregatie tussen scholen hierdoor zal toenemen.

Onoverzichtelijkheid

Een tweede gevaar bestaat erin dat de eerste graad van het secundair onderwijs nog onoverzichtelijker zal worden. Uit onderzoek blijkt dat veel ouders vandaag de dag al bijzonder veel moeite hebben om wegwijs te geraken in ons secundair onderwijs. Bovendien blijkt uit onderzoek dat ook heel wat leerkrachten in het basisonderwijs het allesbehalve evident vinden om ouders wegwijs te maken in ons secundair onderwijsstelsel. Het spreekt voor zich dat, wanneer secundaire scholen zich ook zullen profileren wat betreft het in meerdere of mindere mate aanbieden van versterkings-, verdieping- of verkenningsmogelijkheden voor bepaalde vakinhouden, het plaatje nog complexer wordt. Het is duidelijk welke groepen leerlingen hiervan het meest nadeel zullen ondervinden. Een ideaal recept, dus, om de sociale ongelijkheid te bestendigen en te reproduceren.

‘Het moge duidelijk zijn dat van een echte grootschalige hervorming van het secundair onderwijs geen sprake is. Men heeft wat koterijen aan het Vlaamse onderwijshuis toegevoegd.’

Een belangrijke aanleiding voor de hervorming van het secundair onderwijs is het vastgestelde grote verschil tussen de zwakst en de sterkst presterende leerlingen in het Vlaamse onderwijssysteem. Dit verschil is het gevolg van de rigide en hiërarchische opdeling in onderwijsvormen. In die zin valt de keuze de schotten tussen de onderwijsvormen niet weg te halen, moeilijk te begrijpen. Erger nog: we weten uit onderzoek dat het aanbieden van de verschillende onderwijsvormen in één school, met behoud van een duidelijk onderscheid, het contrast tussen de zwakst en sterkst presterende leerlingen zelfs nog vergroot. En dit is net hoe domein- en campusscholen eruit zullen zien. Dit lijkt ons niet echt de juiste weg om de niet-gekwalificeerde uitstroom tegen te gaan, nochtans een van de doelstellingen van de ‘modernisering’.

Het moge duidelijk zijn dat van een echte grootschalige hervorming van het secundair onderwijs geen sprake is. Men heeft wat koterijen aan het Vlaamse onderwijshuis toegevoegd met als voornaamste resultaat dat de structuur nog veel ondoorzichtiger zal worden dan voorheen al het geval was. Het lijkt ons dan ook erg weinig waarschijnlijk dat dit versplinterde onderwijsmodel de zwakste leerlingen vooruit zal helpen.

Simon Boone, doctor in de sociologie, onderzoekscoördinator Vakgroep Politieke Wetenschappen, VUB

Mieke Van Houtte, hoogleraar sociologie, Vakgroep Sociologie, UGent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content