Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘De vraag is wie echt de Wetstraat 16 wil bemannen en wat die partij er voor wil betalen’

Na de mogelijke coalities in een volgende Vlaamse regering bekijkt professor Herman Matthijs nu het federale niveau.

Eerder heb ik de oefening gemaakt van de mathematische mogelijkheden voor een volgende Vlaamse regering. Vandaag doen we dezelfde oefening voor de mogelijke federale coalities.

Vooraf moeten we vaststellen dat diverse politieke partijen het niet zien zitten om maar in één van deze twee bestuursniveaus in de meerderheid te zitten. Met andere woorden, de federale en Vlaamse regeringsformaties zullen op zijn minst wel eens een tijdje hand in hand kunnen gaan. Vervolgens gaan we mogelijke coalities overlopen op basis van hun huidige zetelaantal, van laag naar hoog, en dit conform de uitslag van de verkiezingen 2014 voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Omdat er zoveel tegenstand is tegen een regeringsdeelname van de PP, Défi, de communisten en het Vlaams Belang laten we deze vier partijen buiten de hiernavolgende oefening.

Mogelijkheden

De combinatie ‘Jamaica’ (christendemocraten, liberalen en groenen). Deze zes partijen kwamen in 2014 uit op 73 zetels van de 150 Kamerzetels. Met een doorbraak van de ecologisten zou dat een meerderheid kunnen opleveren. Maar langs Franstalige kant (MR, CDH en Ecolo) wordt dit een veel moeilijker verhaal om een meerderheid te behalen in het Brussels en het Waals Gewest. Ook een Vlaamse meerderheid is voor de Jamaica-coalitie geen evidentie. Indien mogelijk is dit de coalitie waarin de groenen de Wetstraat 16 opeisen.

De linkse coalitie van de christendemocraten, socialisten en de groenen haalde 75 op 150 zetels in 2014. Een dergelijke combinatie zou nipt een meerderheid kunnen behalen door een groene doorbraak, maar raakt niet aan een meerderheid in Vlaanderen. Dan zouden deze drie Vlaamse partijen nog een vierde partner moeten zoeken voor de Vlaamse regering. Dan stelt zich de vraag of de Open VLD zo links wil gaan en dan alleen Vlaams mag besturen? Een ander vraagstuk is of de PS het nog zitten om te besturen met het CDH?

De paars-groene ‘comeback’. Deze zes partijen kwamen in 2014 uit op 82 van de 150 Kamerzetels. Een federale meerderheid haalt deze combinatie zonder twijfel, maar ook hier de opmerking dat deze combinatie quasi onmogelijk aan een Vlaamse meerderheid kan raken. Dan zou hier CD&V als vierde partner moeten meedoen voor de Vlaamse regering. De vraag is of die partij dat ziet zitten om enkel Vlaams mee te besturen? Een ander tegenargument is het sterke gerucht dat er langs Franstalige Brusselse kant al een akkoord zou zijn tussen de PS, Ecolo en Défi. Dit laatste is geen goed voorteken voor deze derde mogelijkheid en zeker niet voor de positie van de MR.

De Zweedse coalitie (liberalen, CD&V en N-VA) behaalden in 2014 samen 85 zetels. Het is twijfelachtig of deze combinatie nog aan een meerderheid raakt. Bovendien is het zeer twijfelachtig of de MR nog als enige Franstalige partij wil meedoen aan een federale bewindsploeg. Maar als de liberalen opnieuw, zoals in 2014, uit de deelstaatregeringen worden gewipt, rest er enkel deze heruitgave.

De coalitie van de christendemocraten, de liberalen en de N-VA behaalde in 2014 94 zetels. In feite is dit de uitbreiding van de Zweedse coalitie met het CDH. Een dergelijke combinatie is de huidige Vlaamse regering. Deze constructie behaalt zeker een ruime Vlaamse meerderheid, maar aan de andere kant van de taalgrens komt ze daar nergens aan. Deze combinatie zou kans hebben als de MR en het CDH tot de conclusie komen dat ze geen rol spelen in de regeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest. Ook voor de MR zou het beter zijn om met twee Franstalige partijen in de federale regering te zitten en de positie van CD&V wordt ook versterkt.

De vraag is wie echt de Wetstraat 16 wil bemannen en wat die partij er voor wil betalen.

De combinatie van de christendemocraten, de socialisten en de N-VA kwam in 2014 uit op 96 zetels in de Kamer. Deze coalitie haalt zeker een Vlaamse meerderheid, maar er is een mathematisch probleem langs Franstalige zijde. Een andere opmerking is of de N-VA het ziet zitten om zo links mee te gaan besturen en dat met de liberalen in de oppositie. Ook hier geldt de opmerking of de PS nog wil besturen met het CDH?

De klassieke tripartite (PS, SP.A, MR, Open VLD, CDH en CD&V) behaalde 97 Kamerzetels in 2014. Dit is ei zo na een 2/3 meerderheid. Maar na de tripartite met Di Rupo als premier was er geen interesse meer voor deze combinatie. Deze tripartite met zes haalt zeker een meerderheid op 26 mei aanstaande. Maar het is onzeker of deze tripartite een meerderheid kan behalen langs Vlaamse kant en dan moet er een vierde partner worden gezocht voor de Vlaamse regering. Maar ziet de PS het nog zitten om te besturen met het CDH, terwijl Ecolo in de oppositie zit? Ecolo zou dan een linkse oppositie kunnen voeren met behulp van de PTB. Dat is geen ideaal scenario voor een machtspartij als de PS.

Paars (PS, SP.A, Open VLD en MR) plus de N-VA of de Bourgondische coalitie kwam in 2014 uit op liefst 103 Kamerzetels en daardoor is de enige coalitie met een 2/3 meerderheid én een meerderheid in elke taalgroep én een meerderheid in elke deelstaat. Ongetwijfeld zal deze combinatie ook op 26 mei nog een ruime meerderheid behalen. Als dat ook een 2/3meerderheid zou inhouden, dan ligt de weg open voor wijzigingen aan de bijzondere wetten. Maar het is niet zeker of een samengaan van PS-MR nog een meerderheid zal opleveren in alle Franstalige deelstaatparlementen. Tegen deze coalitie pleit ook het feit dat Ecolo en de PTB dan een linkse oppositie gaan voeren tegen de PS.

Analyse

Het voorgaande leert ons dat een federale regeringsvorming niet per definitie moeilijk moet verlopen. Er zijn genoeg combinaties die aan een gewone meerderheid geraken. Wel stelt zich het politieke probleem dat er niet altijd een meerderheid voorhanden ligt in elke taalgroep. Uiteraard heeft dit ook te maken met de al jaren durende electorale tegengestelde stembusresultaten ten noorden en ten zuiden van de taalgrens. Inderdaad, Vlaanderen stemt centrumrechts en Franstalig België links.

Een ander vraagstuk zijn de veto’s: zal de PS nog willen besturen met het CDH? Inden niet, dan zijn een aantal combinaties niet mogelijk en dan zit CD&V zonder partner. Zweden II lijkt enkel mogelijk met een uitbreiding met CDH en dan zouden MR en CDH tot de conclusie moeten komen dat ze geen rol spelen in het bestuur van hun deelstaten. In ieder geval is het moeilijk om PS overal opzij te zetten. De enige mogelijkheden zijn ‘Jamaica’ en Zweden II. Maar in dat laatste geval is de PS niet aan de kant te zetten in de deelstaten.

De N-VA aan de kant zetten kan via een ‘Jamaica’-coalitie, weliswaar met een onzekere meerderheid, of een traditionele ’tripartite’, zonder meerderheid in Vlaanderen, of met ‘paars-groen’. Maar het risico van deze laatste combinatie is dat die ‘paars-groene’ coalitie overal een meerderheid zou hebben behalve in Vlaanderen en zou moeten regeren tegen een ‘N-VA met CD&V’ geleide Vlaamse regering.

Kortom er zijn meerdere theoretische mogelijkheden, maar wel steeds met minstens zes partijen. De enige combinatie die er met vijf partijen geraakt, is ‘paars plus N-VA’. Inzake de aankomende federale regeringsonderhandelingen stelt zich ook de vraag in welke mate deze gesprekken gaan gerelateerd worden met die van de deelstaten? Bovendien is het de vraag wie echt de Wetstraat 16 wil bemannen en wat die partij er voor wil betalen. En dat geldt ook voor de volgende EU-Commissaris.

Op basis van de peilingen zullen veel partijen tussen de 5 en de 15 zetels halen, wat een coalitievorming bezwaart. Weliswaar speelt dit feit in het voordeel van de grotere partijen. Tenslotte is het de vraag of de taalfamilies gaan samenblijven, met andere woorden gaat de PS enkel in een federale coalitie met SP.A? Die opmerking geldt ook voor de liberalen, de christendemocraten en de groenen. Als die band niet meer wordt gehanteerd (nu zit CD&V in de federale regering zonder CDH) is er veel mogelijk.

In een campagne waar geen lijn in zit en de bevolking er nog geen interesse in heeft, kan er op vier weken tijd nog veel gebeuren. Maar de harde en eerlijke wet van een democratie is dat de kiezer beslist op 26 mei aanstaande: op naar Superzondag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content