Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De vraag is niet of ‘wir das schaffen’, wel wie de rekening betaalt’

‘Ongecontroleerde immigratie is wellicht goed voor de immigranten, maar waarschijnlijk niet voor de zittende bevolking en zelfs nadelig voor het kwetsbaarste deel daarvan’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

2015 was het jaar van de ongebreidelde immigratie, en de vluchtelingenstroom is lang nog niet opgedroogd. Integendeel. Nu komt de periode van regularisatie, en dan van integratie, want van terugkeer naar het land van herkomst komt er zelden iets in huis. Wie uitgewezen wordt verdwijnt in de illegaliteit, wachtend op het zoveelste generaal pardon.

Van elke tien personen die nu al doorverwezen worden naar een ander EU-land, omdat ze daar al een eerste keer asiel aanvroegen, geven er daar maar drie gevolg aan. Na de regularisatie komt dan nog de volmigratie door familiehereniging. Het discours van medelijden en naastenliefde verstomd dan stilaan en wordt dan een kosten-batenverhaal.

De Tsjechische president Milos Zeman gaf al een ranzig voorsmaakje in zijn kersttoespraak: ” Mijn landgenoten ontvluchtten het land tijdens de nazi-bezetting om voor de vrijheid van hun land te vechten, niet om in Londen bij het OCMW aan te kloppen.”

‘De vraag is niet of ‘wir das schaffen’, wel wie de rekening betaalt’

De kosten van migratie achterhalen is moeilijker dan de cijfercombinatie bemachtigen voor de brandkoffer met de goudvoorraad van de Nationale Bank. Het kostenbewustzijn van politici is zo al zeer laag, en onderzoek wordt door de politiek correcte vergoelijkingslobby verguisd en weggemoffeld onder een collectief deken van multiculturele verdraagzaamheid.

In Nederland werd er een decennium geleden wel al schuchter onderzoek verricht. Volgens een studie van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) kostte een gemiddelde niet-westerse immigrant die op zijn 25e Nederland binnenkwam, gedurende de rest van zijn leven ruwweg al 3.400 euro per verblijfsjaar, als gevolg van een geringere bijdrage in belastingen en premies dan gemiddeld, en een bovengemiddeld gebruik van sociale voorzieningen. Dit sloeg enkel op de “verzorgingsstaatkosten” zoals uitkeringen, pensioenen, ziekenzorg, enz…. Deze bedroegen per jaar 6,1 miljard euro voor niet-westerse allochtonen. Daarbovenop kwamen ook nog de “departementale kosten”.

Deze werden berekend met de miljoenennota (de begroting) van 2009. Zo werd er bijvoorbeeld 1,5 miljard euro op het budget van justitie (5,7 miljard euro) aangerekend voor niet-westerse allochtonen en 0,5 miljard voor Jeugd en Gezin. Alles bij elkaar kwam men op een jaarlijkse kostprijs van 6,6 miljard euro of 3.700 euro per persoon.

Kleurrijker maar minder groen

De optelsom van de “verzorgingsstaatkosten” en de “departementale kosten” leverde een jaarlijkse kostprijs op van 12,7 miljard euro voor de niet-westerse immigratie. Dit was 2,2% van het Nederlands nationaal inkomen en 5% van wat de overheid in 2009 uitgaf. Zo berekende men dat de niet-westerse immigratie al 216,4 miljard euro had gekost aan de Nederlandse samenleving. Wat columnist Syp Wynia deed besluiten: “Het land is er dan misschien kleurrijker van geworden, maar ook voller, minder groen en per saldo armer dan het geweest zou zijn zonder de immigratie uit andere continenten.”

Als we de Nederlandse situatie even doortrekken naar ons landje, en dat is niet fictief want het pamperbeleid onder de Moerdijk is groter dan erboven, dan betekent dit dat het migratiebeleid voor niet-westerse allochtonen zo’n kleine tien miljard euro per jaar kost. Dit is 2,2% van ons BNP. Kortom, de immigratie kost ons jaarlijks miljarden.

Ons BBP per hoofd knakte vanaf 2004. Dit betekent dat de aangroeiende bevolking niet bijdroeg aan de groei. Zopas verscheen er (eindelijk) een nieuwe studie van het Institute for Direct Democracy in Europe (IDDE) op basis van Europese en Belgische statistieken en studies van Fedasil, de Liga voor Mensenrechten, de Koning Boudewijn stichting, het ABVV enz… Daarin wordt de migratiekost op 8,6 miljard euro per jaar afgeklokt, of 870 euro per Belg.

‘De graad van de verzorgingsstaat is de grootste magneet voor de huidige exodus uit het Oosten en Afrika, pas daarna de veiligheid.’

Een ontwikkelde verzorgingsstaat en ruimhartige immigratie bijten elkaar, schreef zelfs Ed Groot, die als lid van de Nederlandse Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid moeilijk van rechtse sympathieën kan verdacht worden:

“De voordelen van immigratie voor de “eigen” bevolking zijn gering en vallen wellicht zelfs negatief uit. Ook het effect op de overheidsfinanciën is negatief, tenzij er zeer selectief immigranten worden binnengelaten die van grote waarde zijn voor werkgevers.

Maar dat is niet het geval, want de Nederlandse immigratie wordt niet gedreven door de schaarste op de arbeidsmarkt, maar door de instroom van vluchtelingen en vooral door gezinsvorming – lees importbruiden en -bruidegoms.

Belangrijker dan die globale conclusies is dat immigratie ook grote gevolgen heeft voor de inkomensverdeling. Immigranten concurreren op de arbeidsmarkt vooral met laagopgeleide autochtonen, en dat drukt de lonen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook concurreren immigranten met collectieve voorzieningen omdat ze vaker werkloos of arbeidsongeschikt en vaker in zwaar gesubsidieerde sociale huurwoningen wonen.”

De Nederlandse parlementaire Commissie Blok kwam tot de conclusie dat de drie landen die proportioneel het meest geld stopten in integratie – Nederland, België en Zweden – onderaan de ladder bengelen qua tewerkstelling van allochtonen. Amper 45% is aan de slag. In Tsjechië is dat, niettegenstaande een zwaar verontruste sociaaldemocratische president nochtans 30% meer.

De graad van de verzorgingsstaat is de grootste magneet voor de huidige exodus uit het Oosten en Afrika en dan pas de veiligheid, want die is ook gegarandeerd in de landen van de Europese periferie.

‘In landen met een vette overheid en hoge werkloosheid of veel laagbetaalde immigranten leidt immigratie tot fiscale verliezen.’

En dan is er nog een probleem in de marge. Landen die tot de royaalste verzorgingsstaten behoren, zegt de Amerikaan George Borjas (professor aan de Harvard Kennedy School), fungeren als een migratiemagneet voor laagopgeleiden, maar stoten hoger opgeleiden af vanwege de hoge belastingen. De beste migratiepolitiek bestaat uit een drastische afslanking van het overheidsapparaat. De aanzuigkracht van de welvaartsmagneet België leidt immers automatisch tot negatieve zelfselectie.

Om aantrekkelijk te zijn voor hooggeschoolde arbeidsmigranten dient een welvaartsstaat met veel inkomensherverdeling immers een extra inspanning te leveren in vergelijking met landen met een lager overheidsbeslag. Anders gesteld: in landen met een vette overheid en hoge werkloosheid of veel laagbetaalde immigranten leidt immigratie tot fiscale verliezen, in landen met minder overheid tot fiscale winsten.

Omgekeerd is een hoge mate van herverdeling net aantrekkelijk voor laaggeschoolde arbeidsmigranten. De CPB- en IDDE-studie bewijzen dat ongecontroleerde immigratie wellicht goed is voor de immigranten, maar waarschijnlijk niet voor de zittende bevolking en zelfs nadelig voor het kwetsbaarste deel daarvan. Immigratie kan ook de problemen van de vergrijzingskosten niet opvangen, vermits immigranten zelf ook ouder worden en een geringere bijdrage leveren aan ons verzekeringsstelsel.

“Wir schaffen das” is niet de vraag, maar wel “Wie betaalt de rekening?” .

Partner Content