‘De toog is het hart van ons café. Die mag je geen maanden dicht houden’

© Belga
Karin Eeckhout

Na 86 dagen verplichte sluiting is de horeca opnieuw open. Met tafels op veilige afstand en mondmaskers voor het personeel, en zonder zitplaatsen aan de toog. Die maatregelen lijken de klanten niet tegen te houden, maar uitbaters vrezen voor de rendabiliteit van hun zaak.

Na vele zonnige lockdownweken is het uitgerekend op een regenachtige maandag dat de horeca weer opent. Voor nogal wat zaken, vooral restaurants, is maandag de vaste sluitingsdag. Wie wel open was, maakte blijkbaar geen slechte start: zowel op de terrassen als in de cafés was het gezellig druk, zo stelden we vast in Gent.

Nancy Moerman, uitbaatster van koffie- en lunchzaak Goesting aan de Predikherenlei, noemt haar heropstart geslaagd. ‘Lunches heb ik amper verkocht, maar toen na de middag de zon kwam piepen, liep mijn terras behoorlijk goed vol. Wie aan het eind van de namiddag nog taart wilde, moest ik teleurstellen. Al bij al heb ik maar iets minder omzet gedraaid dan op een maandag voor de coronacrisis.’

Bad cop

Klanten hebben duidelijk weer zin in een horecabezoek. ‘Op hun ongemak lijken ze niet, wel integendeel. Ik heb meer dan eens moeten vragen om alstublieft niet aan de toog te komen bestellen en niet te schuiven met tafels of stoelen. Het is tenslotte mijn verantwoordelijkheid dat de anderhalvemeterregel gerespecteerd wordt. De kunst is om ‘bad cop’ te spelen op een plezante manier.’ (lacht)

Om de kosten onder controle te houden, werkt Moerman zo veel mogelijk alleen, zonder personeel. ‘Evident is dat niet, want je moet aan duizend dingen tegelijk denken: handen nog vaker wassen dan anders, alles ontsmetten tussen twee klanten, checken of mensen niet te dicht bij elkaar zitten,… Allemaal zaken die nog geen deel uitmaken van mijn vaste routine, terwijl ik in de eerste plaats eten en drinken moet serveren. Als het in het weekend mooi weer wordt, zal ik niet anders kunnen dan hulp inschakelen voor de terrasbediening. Of we dan rendabel kunnen werken, gezien de kleinere bezetting? Dat blijft afwachten.’

Cava

Op de Vrijdagmarkt heropende Olav De Vlam maandagmiddag feestelijk zijn café ’t Zuiden van Europa, met een glaasje cava voor de vaste stamgasten. ‘Ik had er alle vertrouwen in dat die meteen de weg zouden terugvinden.’

Wat niet wil zeggen dat De Vlam zich geen zorgen maakt. Zijn café moet het vooral van zijn goed georiënteerde terras hebben, maar door de coronamaatregelen is hij een derde van de zitplaatsen op dat terras kwijt. ‘Dat ga ik voelen aan mijn omzet. En een terrasuitbreiding zit er helaas niet in. Stad Gent wil dat niet toestaan, hoewel de straat verkeersvrij is. Daarom heb ik beslist dat mijn vaste barman nog even technisch werkloos blijft, en dat ik zelf fulltime in de zaak sta. Zolang ik het volhoud tenminste, want het café is 7 op 7 open.’

‘Als het weer nu wat mee wil, dan kan het nog een mooie zomer worden, maar mijn jaaromzet kan ik niet meer goed maken. Ik hoop dat die afstandsregels niet té lang in voege blijven. Klanten houden zich daar zelf trouwens niet aan, dat zie ik nu al. Ze schuiven met tafels en stoelen dat het een lieve lust is. Mijn klanten in bedwang houden, zeker als ze een glaasje op hebben, dat wordt deze zomer mijn grootste uitdaging.’ (lacht)

Hart van het café

Ook bij Café Den Turk, een gekende bruine kroeg op de Botermarkt, zijn in de vooravond al verschillende tafeltjes ingenomen. ‘Veel van die mensen zouden liever aan de toog zitten’, vertelt uitbater Anthony De Waele. Enkele klanten knikken.

‘De toog is het hart van dit café. Dat hart is nu weg, en dat heeft uiteraard een invloed op de sfeer, maar ook op de omzet. Een beperkte periode overleven we dat wel, maar dat moet geen jaar of langer duren. Een toog dicht houden, maanden aan een stuk, dat betekent de doodsteek voor cafés zoals het onze.’

Signalisatie, eenrichtingsverkeer, garçons die de hele dag een mondmasker moeten dragen,…..makkelijk werken is het niet met al die veiligheidsmaatregelen, vindt De Waele. ‘Maar uiteindelijk went dat allemaal wel. Onze grootste bezorgdheid is of we, met de opgelegde maatregelen en de beperktere openingsuren, genoeg kunnen omzetten om onze drie vaste personeelsleden te blijven betalen. Dat sluitingsuur, daar kunnen we nog mee leven, maar een terras met amper de helft van de tafels, dat is niet niks.’

‘De toog is het hart van dit café. Dat hart is nu weg, en dat heeft uiteraard een invloed op de sfeer, maar ook op de omzet.

Anthony De Waele, uitbater café Den Turk

Honderd meter verderop heeft De Waele een tweede café, De Belleman Pub. ‘Daar proberen we nu een nieuw concept uit, met reservaties. Mensen die liever nog wat voorzichtig zijn, kunnen het café reserveren voor hun eigen sociale bubbel. Veilig en gezellig voor hen, interessant voor ons omdat wij ons personeel efficienter kunnen inzetten.’

Gentse Feesten

Blije gezichten achter de mondmaskers bij café De Trollekelder, op het Walter De Buckplein. Een overrompeling is het hier niet, maar dat had uitbater Maarten De Smet ook niet verwacht. Het café, dat bekend staat voor zijn uitgebreide bieraanbod, trekt een gemengd publiek aan. ‘Gentenaars, maar ook studenten, die nu examens hebben, en toeristen, die er op dit moment niet zijn. Hoewel, de eerste klanten vanmiddag waren toch twee Nederlanders.’

Na 86 dagen kriebelde het bij De Smet om weer aan de slag te gaan. ‘De voorbereidingen van de heropstart deden mij wat denken aan de jaarlijkse aanloop naar de Gentse Feesten.’ Gentse Feesten die dit jaar niet georganiseerd worden, nog een serieuze streep door de rekening van de Gentse horeca.

Het extra terras dat Trollekelder er vanaf donderdag tot eind september bij krijgt van het stadsbestuur, moet die pil verzachten. Het pleintje voor het café, dat nu als parking wordt gebruikt, wordt vrijgemaakt om tijdelijk dienst te doen als terras voor Trollekelder en twee andere horecazaken. Zo wordt het misschien toch nog een mooie én rendabele zomer. ‘En ook in coronatijd mogen we dromen: wie weet is dat iets dat iedere zomer herhaald kan worden?’

Partner Content