De psychologie van economie: waarom veel mensen een hekel hebben aan Ikea

© BelgaImage

Onze prehistorische breinen zijn niet aangepast om adequaat om te gaan met grootschalige economische situaties. Mede daardoor is het gedrag van mensen inherent onvoorspelbaar. Grootschalige simulaties proberen dat te verhelpen.

Ik was stomverbaasd over de irrelevantie van wat ik moest leren.’ De uitspraak van de Britse econome Maeve Cohen in het wetenschappelijke blad Nature blijft hangen. Cohen pleit ervoor om niet alleen onze economie maar vooral de lessen economie drastisch om te gooien. Ze kreeg het persoonlijk hard te verduren na de financiële crisis van 2008, onder meer omdat het bedrijf van haar vader kopje-onder ging. Ze ging economie studeren in een poging te begrijpen waarom niemand de crash had zien aankomen.

Tot haar verbazing kreeg ze tijdens haar lessen niets te horen over de crisis. Alsof ze niet gebeurd was. ‘Over de hele wereld krijgen economiestudenten les uit handboeken die amper veranderd zijn sinds de jaren vijftig’, schreef ze in Nature. ‘Ze horen over principes die met dezelfde stelligheid verkondigd worden als de newtoniaanse fysica, zonder dat er ook maar één waardeoordeel wordt gegeven.’ Daarom begon ze een campagne om het economieonderwijs uit te breiden tot meer dan de klassieke economische patronen – dat zijn vooral die van de vrije markt.

De psychologie van economie: waarom veel mensen een hekel hebben aan Ikea
© Getty Images/iStockphoto

Vanzelfsprekend is dat niet. Economie is namelijk geen exacte wetenschap. Het is lang een raadsel gebleven waarom economen zoveel vertrouwen hadden in de modellen die ze maakten om de markt te voorspellen. Met een massa gegevens uit het verleden – balansen, jaarverslagen – maakten ze algoritmen, die ze dan op de toekomst loslieten. Met als onderliggende aanname dat er in de toekomst niet te veel zou gebeuren dat er niet was in het verleden, anders hadden de modellen geen zin. Als er dan toch iets gebeurt wat niet voorzien was, valt iedereen uit de lucht.

Bovendien is economie een puur menselijke activiteit, wat bijna per definitie onvoorspelbaarheid impliceert. ‘Rationaliteit in menselijke keuzes is een van de hoekstenen van de traditionele economische analyse, terwijl het net een van de meest controversiële thema’s in de sociale en de gedragswetenschappen is’, stond onlangs te lezen in het tijdschrift Science. ‘Het bewijs groeit dat mensen systematisch fouten maken in hun oordelen en beslissingen.’

Foute volkseconomie

Het vakblad New Scientist deed er nog een schepje bovenop: ‘Het is alsof het menselijke brein zo ontworpen is dat het de markteconomie wel verkeerd moet begrijpen.’ Het helpt niet dat de meesten van ons geen lessen economie krijgen, maar wel elke dag moeten omgaan met economische marktprincipes. En toch cultiveren veel mensen een uitgesproken mening over verschijnselen als handelsoorlogen, migratie en ongelijkheid, die een sterke economische component hebben. ‘De overtuigingen van die “volkseconomie” zijn dikwijls vaag en incoherent, of gewoon compleet fout’, klonk het in New Scientist.

Opvallend: overal ter wereld lijken mensen dezelfde foute opvattingen te cultiveren. En evenzeer dat politici op veel plekken hun beleid baseren op die foute overtuigingen, hoewel échte economen dikwijls andere visies aanreiken. De Amerikaanse psycholoog Pascal Boyer ontwikkelt in zijn boek Minds Make Societies het idee dat de volkseconomie sterke wortels heeft in ons evolutionaire denken, maar dat de principes daarvan (nog) niet goed zijn aangepast aan onze moderne leefomgeving.

Er worden vrijwel alleen bruine eieren verkocht, omdat we die associëren met traditionele landbouw. Dat klopt helemaal niet.

Het basisprobleem zit ‘m erin dat mensen een ‘achterhaald’ beeld van economische uitwisseling hebben, dat als een soort mal in hun hersenen opduikt telkens als er over een transactie moet worden nagedacht. Prehistorische mensen groeiden op in een sterk georganiseerde sociale context, waarin goederen (zoals voedsel en water) dikwijls gedeeld werden. Handel gebeurde doorgaans met mensen die je kende. Er is ook een grote aangeboren weerstand tegen profiteurs en andere vormen van (al dan niet vermeend) onrecht. Alleen: de kleinschalige aanpak in ons hoofd vloekt met de globale markteconomie waar we nu in leven. We focussen daarbij vooral op wat individuen in een bepaalde context zouden doen, terwijl de globale economie gestuurd wordt door de gedragingen van miljoenen mensen.

Dat heeft bizarre consequenties. Zo hebben veel mensen automatisch een hekel aan grote internationale bedrijven, zoals Carrefour, Ikea of Apple, ook al doen ze er hun voordeel mee. De grote spelers in de markt worden automatisch weggezet als verwerpelijke winstmachines, terwijl de consumenten eigenlijk de winnaars in het verhaal zijn, omdat ze steeds betere producten kunnen kopen tegen steeds scherpere prijzen.

Nog zo’n denkfout van ons hoofd, is dat rijkdom iets stabiels is. Maar rijkdom groeit in de loop der tijden, mede dankzij het succes van grootschalige handel, waardoor zowel de rijken als de armen wat meer krijgen, stelt New Scientist. Wel groeit de kloof tussen rijk en arm.

Dat is helaas ook de basis van de milieuproblematiek die ons momenteel teistert: onze groeiende welvaart gaat ten koste van de voorzieningen die de planeet verschaft, maar die zelden mee in rekening worden gebracht in balansanalyses. In de berekening van de kostprijs van een product worden zelden de sociale en milieukosten opgenomen. ‘Verborgen kosten’ heet dat in het jargon. Het gaat om het verrekenen van de kwalijke gevolgen van kinderarbeid of andere vormen van onderbetaalde bijdragen, van water- en luchtvervuiling als gevolg van productie, van het verdwijnen van zeldzame dieren of planten. Ook dat wringt met het klassieke denken van de doorsneeconsument.

De psychologie van economie: waarom veel mensen een hekel hebben aan Ikea
© Getty Images/iStockphoto

Smartphones checken

Boven op dat alles zijn mensen notoir slecht in het inschatten van hun eigen gedragingen. Een analyse in Cyberpsychology, Behavior and Social Networking besloot dat veel mensen niet eens beseffen hoe vaak ze per dag hun smartphone checken. Zo’n 80 keer per dag, zo blijkt. Consequent maar wel onbewust.

Wij zijn allemaal ‘slachtoffer’ van dingen die we onbewust doen. Handige verkopers maken daar dankbaar gebruik van. Het radioprogramma Nieuwe Feiten (Radio 1) bracht onlangs een verbluffende analyse van wat er in supermarkten gebeurt om ons tot kopen aan te zetten. Veel mensen komen naar de supermarkt omdat ze eieren en melk nodig hebben, maar die producten worden doorgaans goed verstopt (en zelden samen aangeboden), zodat mensen ze moeten zoeken en ondertussen onderweg misschien andere dingen kopen. Er worden nog uitsluitend bruine eieren verkocht in plaats van witte, omdat mensen bruine eieren – onterecht – associëren met traditionele landbouw en witte met kippenbatterijen. Er hangen geen tijdsklokken en er zijn zelden ramen met daglicht in supermarkten om uw tijdsbesef uit te schakelen, zodat u langer rond blijft lopen. Onze weinig rationele geest wordt commercieel uitgebuit door grote bedrijven. Maar we kunnen ons daar wel tegen verzetten – boodschappenlijstjes lijken een probaat middel – zodat we er niet te erg over hoeven te klagen.

Intussen blijven wetenschappers proberen om het grootschalige gedrag van mensen te begrijpen. Science bracht een omstandige analyse van modellen die de samenleving zo moeten simuleren dat ze betrouwbare voorspellingen opleveren. De uitdaging daarbij is zo veel mogelijk ‘agenten’ (individuele gegevens in een model) te stoppen die samen een zo sterk mogelijke weerspiegeling geven van de echte maatschappij. Op die modellen worden dan supercomputers losgelaten. ‘De essentie van zulke modellen is vermijden dat ze menselijke aangelegenheden van boven naar beneden (top down) beschrijven, wat traditioneel gebeurt in sectoren als economie en epidemiologie’, besloot Science. ‘Ze moeten eerder van onderuit aangestuurd worden door de interacties van veel “agenten”. Een financiële crash of de verspreiding van een epidemie is het gevolg van de acties van een massa mensen. De modellen moeten resulteren in een rijkdom aan informatie die die van de echte wereld benadert. Anders zullen ze nooit de spontaneïteit kunnen simuleren die in het echt zo doorslaggevend kan zijn.’

Zo is aangetoond dat mensen bij een ramp, zoals een aardbeving, niet in de eerste plaats zo snel mogelijk weg willen van de plaats van de ramp, maar wel hun familie willen zoeken, zelfs als ze zich daarvoor nog meer in de nesten moeten werken. Zoiets kan een enorme impact hebben op evacuatieplannen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content