Ludo De Brabander

‘De ‘oorlog tegen de terreur’ maakt al 15 jaar sterker wat men pretendeert te bestrijden’

Ludo De Brabander Woordvoerder van Vrede vzw

België stuurt zes F-16’s richting Jordanië in de strijd tegen IS. Maar die strijd is maar van secundair belang, schrijft Ludo De Brabander van Vrede VZW. ‘Dit moet de VS en andere NAVO-lidstaten paaien. Ze dienen ter compensatie van de ’te lage’ Belgische inspanningen op vlak van defensie.’

België zendt 6 F-16’s naar Jordanië voor luchtoperaties boven Irak en Syrië. Volgens minister van Defensie Steven Vandeput(N-VA) moeten we “de terroristen ginder verslaan om hier veiliger te worden”. Het is onvoorstelbaar dat beleidsmensen deze onzin blijven verkopen. Luchtbombardementen maken de wereld, hier en ginder, niet veiliger maar net onveiliger.

‘De ‘oorlog tegen de terreur’ maakt al 15 jaar sterker wat men pretendeert te bestrijden’

Militaire invasies hebben landen als Irak en Libië compleet ontwricht en leverden de voedingsbodem voor extremistische organisaties. Zou er sprake zijn van de Islamitische Staat zonder de Amerikaans-Britse oorlog in Irak (2003)? Zou Libië vandaag overgeleverd zijn aan krijgsheren en terreurgroepen zonder de NAVO-oorlog van 2011? Retorische vragen waar we de logische antwoorden op zouden moeten kennen, maar die in westerse politieke machtskringen in dovemansoren vallen.

De Belgische beslissing om geweld te gebruiken in Syrië en Irak in het kader van de strijd tegen de terreur dreigt een geldverslindende, gevaarlijke en contraproductieve operatie te worden. De zogenaamde ‘oorlog tegen de terreur’ maakt al vijftien jaar sterker wat men pretendeert te bestrijden.

‘Veel landen krijgen niet alleen onze oorlogen, maar ook de daaruit volgende terreur te verwerken.’

Sinds de aanslagen in 2001 is het aantal terreurdoden jaar na jaar opgeklommen. Het aantal aanslagen is sinds 2002 met maar liefst 6500 procent toegenomen (van 199 naar 13.500 aanslagen in 2014). Ook het aantal landen dat het slachtoffer wordt van terreuraanslagen piekt. Het gros van de aanslagen worden trouwens niet gepleegd in het Westen. Driekwart van de terroristische aanslagen vinden plaats in Irak, Nigeria, Afghanistan, Pakistan en Syrië. Deze landen krijgen dus niet alleen onze oorlogen, maar ook de daaruit volgende terreur te verwerken.

Inmiddels heeft de actieradius van organisaties als de Islamitische Staat en al-Qaida zich uitgebreid naar Europa en Noord-Afrika. Toch lijken onze politieke leiders niet geneigd zich te bezinnen. Ze roepen dat we in oorlog zijn, laten onze gevechtsvliegtuigen uitrukken, verheffen de kwaal tot remedie en geven de bevolking de illusie dat we het terrorisme bestrijden.

‘Belgische gevechtsvliegtuigen in Syrië en Irak: duur, contraproductief en gevaarlijk’

De strijd tegen IS is overigens van secundair belang. De Belgische militaire missies in Irak en Syrië moet de VS en andere NAVO-lidstaten paaien. Ze dienen ter compensatie van de ’te lage’ Belgische inspanningen op vlak van defensie. Ons land haalt nog niet de helft van de NAVO-norm die bepaalt dat de lidstaten tegen 2024 twee procent van hun bruto binnenlands product (BBP) moeten uitgeven aan defensie.

De naakte waarheid is dat België aan de vooravond van de NAVO-top in Warschau (8-9 juli) een blaam probeert te ontlopen door 6 gevechtsvliegtuigen in te zetten in het woelige Midden-Oosten. Bovendien komt deze beslissing er op het ogenblik dat de procedure loopt voor de vervanging van de F-16-gevechtsvliegtuigen. Hoe meer de regering kan aantonen dat de gevechtsvliegtuigen een gebruiksnut hebben, hoe meer de publieke opinie ervan overtuigd moet geraken dat de miljardeninvestering voor nieuwe exemplaren noodzakelijk is.

Mandaat voor militaire actie?

De beslissing van het kernkabinet is ook problematisch omdat ze in overtreding is met het internationaal recht. De VN Veiligheidsraad heeft geen mandaat gegeven voor een militaire actie. Resolutie 2249 roept weliswaar op om alle noodzakelijke maatregelen te nemen, maar doet geen beroep op Hoofdstuk VII van het VN-Handvest dat het gebruik van militaire middelen toestaat. Er is ook geen sprake van ‘verdediging’ want het is niet Syrië dat de terreuraanslagen van 22 maart in Brussel uitvoerde, maar Belgische staatsburgers die zich affilieerden met een terreurgroep die oorlog voert in Syrië.

Met de Belgische luchtoperatie boven Syrië mengt onze regering zich in een uitermate complex conflict en waagt ze zich aan een militair avontuur waar enorme risico’s aan verbonden zijn.

De militaire operatie slorpt ook ontzettende veel middelen op die veel efficiënter kunnen worden besteed aan de preventie van terreur. Eind vorig jaar publiceerde de VN een Actieplan ter Preventie van Gewelddadig Extremisme om wat tegenwicht te bieden aan de te eenzijdig repressieve invulling van de contraterreur. De VN beveelt overheden aan om nationale actieplannen op te stellen die gewelddadig extremisme moeten voorkomen: multidisciplinair en in samenwerking met een brede groep van beleidsmedewerkers en niet-gouvernementele actoren.

‘We zitten in een absurde situatie. De slachtoffers van oorlog en geweld worden aan hun lot overgelaten en de NAVO-landen, die goed zijn voor de helft van de militaire uitgaven in de wereld, gooien verder olie op het vuur.’

Het gaat over binnenlandse en buitenlandse maatregelen die naast concrete antiterreurmaatregelen ook tegemoet komen aan de duurzame ontwikkelingsdoelen op vlak van armoede, onderwijs, gendergelijkheid, werkgelegenheid, (internationale) ongelijkheid, enzovoort. Er moet ook een werkbaar budget voorzien worden om te investeren in deze preventie. De Belgische regering doet echter net het omgekeerde.

We zitten in een absurde situatie. De slachtoffers van oorlog en geweld worden aan hun lot overgelaten en de NAVO-landen, die goed zijn voor de helft van de militaire uitgaven in de wereld, gooien verder olie op het vuur. De VN-instellingen die verantwoordelijk zijn voor de humanitaire hulp wereldwijd, klagen steen en been omdat ze amper een kwart van de benodigde middelen bijeen geharkt krijgen om de noden te lenigen van 91 miljoen mensen in nood in veertig landen, waaronder Irak en Syrië.

Het gaat om 16 miljard euro of het equivalent van wat de wereld in drie dagen tijd besteedt aan militaire uitgaven. Volgens onze schattingen kan de Belgische operatie makkelijk 120 tot 150 miljoen euro kosten. In plaats van om onze onveiligheid te verhogen, zou dat geld nuttig besteed kunnen worden om een deel van het gat in de humanitaire begroting van de VN te vullen. Het zou meteen ook een investering zijn in de preventie van terreur en geweld wereldwijd.

Ludo De Brabander is woordvoerder van Vrede vzw en stelde gisteren zijn boek ‘Oorlog zonder grenzen’ (Uitgeverij Epo) voor.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content