Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘De nutsparameter: u kent ‘m niet, maar hij is wel cruciaal voor onze schone lucht’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

De nutsparameter is moeilijk te vatten in 140 tekens, maar bepaalt wel mee de toekomst van ons mobiliteitsbeleid. ‘Niet doorklikken naar een dromedaris. Want het wordt spannend,’ belooft Kathleen Van Brempt.

Mensen vragen me wel eens wat ik in dat Europese parlement allemaal doe. Ik durf dan nauwelijks te zeggen dat ik me onder meer met de ‘nutsparameter’ van auto’s bezig houd. Ik laat u nog even in spanning over wat dat nu precies is, zo’n nutsparameter, in de hoop dat u niet snel doorklikt naar een tweet over de kostprijs van een migrant.

Politiek is vaak een schijnduel, een catchwedstrijd waar rake klappen eigenlijke fake zijn en iedereen dat wel weet. Maar het blijft opwindend om naar te kijken. Op de achtergrond worden er wel degelijk belangrijke oorlogen beslecht. Over uw gezondheid bijvoorbeeld, over de kwaliteit van de lucht die we allemaal inademen, over de strijd tegen klimaatverandering. En over de auto-industrie die dat allemaal veel minder belangrijk vindt dan de winsten van haar aandeelhouders. Over multinationals die wetenschappelijk onderzoek vervalsen en daarbij aapjes en mensen de uitlaatgassen laat inademen van auto’s waarmee gesjoemeld werd om aan te tonen dat dieseldampen nauwelijks schadelijker zijn dan boslucht. En over die nutsparameter, natuurlijk.

De nutsparameter: u kent ‘m niet, maar hij is wel cruciaal voor onze schone lucht

Laat ik het nu maar onthullen. De nutsparameter vertelt iets over het ‘nut van een voertuig’. Of beter nog, over de reden waarom een voertuig gebruikt wordt. Is zo’n voertuig een gewone gezinswagen, of is het een grote bestelwagen, want die laatste wordt voor iets anders gebruikt dan een gezinswagen. Dat onderscheid werd in 2009 gemaakt om te bepalen hoeveel broeikasgassen een auto mag uitstoten. Europa legde toen normen vast die de uitstoot moesten beperken. Want om de klimaatdoelstellingen te halen, moeten we uiteindelijk verlost raken van CO2-uitstoot.

Autobouwers die bestelwagens fabriceren zeiden toen: ‘Ja maar, zo’n grote, zware bestelwagen verstookt veel meer brandstof dan een gewone gezinswagen. Wij kunnen die nieuwe uitstootnormen helemaal niet halen.’ Daarom besliste de Europese Commissie dat er ook rekening mocht gehouden met de massa – zeg maar: het gewicht -van een auto. Hele zware voertuigen zoals bestelwagens mogen dus wat meer uitstoten dan een gewone gezinswagen. Daarover gaat de nutsparameter. Nu niet doorklikken naar een dromedaris. Want het wordt spannend.

De uitstootnormen voor auto’s en bestelwagens lopen af in 2020 – binnen twee jaar. Er wordt nu op Europees niveau hard gewerkt aan nieuwe, veel strengere normen waardoor voertuigen nog minder zullen mogen uitstoten. Dat is een goede zaak: als Europa dat niet oplegt, doen autoconstructeurs namelijk niets. De Europese Commissie wil de CO2-uitstoot van wagens tegen 2030 laten dalen met 30 procent tegenover 2020. Wij sociaal-democraten pleiten in het parlement zelfs voor 40 procent. Dat betekent dat autoconstructeurs grote inspanningen moeten doen om zo’n ‘schonere’ wagens te maken.

Dat kan bijvoorbeeld door die wagens lichter te maken. Een lichte auto verstookt minder energie en dus minder fossiele brandstoffen. Zo’n wagen stoot daarom ook minder CO2 uit. Alleen, waarom zouden autobouwers zo gek zijn om lichtere wagens te bouwen als de regelgeving zegt dat een zware auto meer mag uitstoten? De toegift om uitstoot te koppelen aan de massa – het gewicht van een auto – speelt dus nu in het nadeel van constructeurs die lichtere auto’s willen bouwen. Meer nog, auto’s worden steeds zwaarder. De laatste tien jaar is het gemiddelde gewicht van auto’s zelfs met tien procent toegenomen. We moeten ons dus de vraag stellen: willen we zwarte en vervuilende auto’s of lichte en propere auto’s?

Daarom willen wij dat de nutsparameter ‘massa’ vervangen wordt door de parameter ‘voetafdruk’. De voetafdruk is de oppervlakte van de wagens tussen de vier wielen. Om constructeurs van grotere wagens ter wille te zijn, kan je zeggen dat ze wat meer mag uitstoten als ze een grotere voetafdruk hebben. Als je die parameter verandert, wordt het voor constructeurs wél interessant om lichtere auto’s te bouwen. Dat kan door gebruik te maken van nieuwe, lichtgewicht staalsoorten, aluminium of in de toekomst ook van nieuwe materialen. Haalt dat iets uit? Lichtere wagens stoten véél minder CO2 uit.

Bovendien is het onderzoek naar lichtere wagens ook nuttig voor de ontwikkeling van elektrische auto’s. Die hebben immers een beperkte batterijduur: hoe minder ze wegen, hoe minder elektriciteit ze gebruiken én hoe langer zo’n batterij mee gaat. Onderzoek naar lichtgewichtwagens zet constructeurs van elektrische wagens er ook toe aan lichtere batterijen te ontwikkelen. Die dingen wegen vandaag immers als lood. We hebben er dus alle belang bij om er voor te zorgen dat autoconstructeurs inzetten op lichtere wagens. Daarom wordt ook nu al in de Verenigde Staten de voetafdruk als nutsparameter gebruikt en niet langer het gewicht. Alleen ligt de auto-industrie dwars. Vooral de merken die grote, zware auto’s op de markt brengen – zeg maar: de Duitse auto-industrie – vrezen dat ze er geen voordeel aan zullen hebben. Immers, hoe zwaarder de wagen, hoe meer ze mogen uitstoten, zolang gewicht mee bepalend is. Merken die kleinere gezinswagens op de markt brengen zien zo’n verandering van de regels wel zitten.

De nutsparameter is een technische discussie die niet in een strijdtoneel van 140 tekens te vatten is, maar wel essentieel is voor onze gezondheid en de strijd tegen klimaatverandering. Zeker nu de Europese Commissie haar oor nadrukkelijk te luisteren heeft gelegd bij de Duitse auto-industrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content