Tine Soens

‘De nieuwe Indignado is de Vlaming’

Tine Soens Vlaams parlementslid voor SPA

‘Dit is nog maar het begin van het verzet’, zegt Tine Soens (SP.A) over de ‘neen’ van Vlamingen tegen de besparingen van de Vlaamse regering. ‘Het is telkens hetzelfde: u snoeit op basisvoorzieningen en de factuur komt bij de doorsnee Vlaming terecht.’

Ik ben Tine Soens. 26 jaar. Verontwaardiging is de basis van mijn politiek engagement, het is mijn absolute beweegreden om aan politiek te doen, het is dé reden waarom ik in de ring ben gestapt. Weerstand bieden en weigeren de schande te accepteren: dat is ook de kern van het betoog van de Franse verzetsstrijder Stéphane Hessel in zijn befaamde essay “Indignez-Vous!”. Dat boekje, intussen zo’n vier jaar oud, houd ik altijd dicht bij me. Ik koester het om nooit te vergeten waarom ik aan politiek doe. Volgens Hessel zijn wij het namelijk, wij jongeren, die een wereld enkel zin kunnen geven als we stevig vasthouden aan onze fundamentele waarden. Vandaag stel ik vast dat een aantal van die waarden en verworvenheden in moeilijkheden raken. Meer nog, ze lopen gevaar. En blijkbaar maakte niet alleen ik die pijnlijke vaststelling.

De nieuwe Indignado is de Vlaming

De verontwaardiging beperkt zich vandaag de dag niet tot de Indignados van destijds. Maandag stonden er maar liefst 340 organisaties voor de deuren van het Vlaams Parlement. Al die verenigingen vertegenwoordigen wat we gemakshalve de ‘doorsnee-Vlaming’ kunnen noemen. Jongeren en studenten, gezinnen met kinderen, welzijnswerkers en cultuurmakers. Intussen mag je daar ook een rist journalisten en opiniemakers aan toevoegen.

Beste Vlaamse regering, er is een nieuwe generatie Indignados opgestaan. In tegenstelling tot enkele jaren geleden is dit geen bende jonge idealisten in de marge die dagenlang kampeerden in een park. Misschien hebt u het nog niet gemerkt of weigert u het op te merken: al die mensen vertegenwoordigen de samenleving waarvan u beweert de waarden en toekomstidealen te vrijwaren.

Vlaanderen is wakker geworden, niet 25 mei, maar de laatste dagen

Telkens is uw stramien hetzelfde: u snoeit op basisvoorzieningen, zaken die we met zijn allen samen delen, vervolgens moeten instellingen hun plan trekken om het plaatje rond te krijgen en tot slot komt de factuur bij de gezinnen, bij die doorsnee Vlaming, terecht. Daarom durf ik te zeggen dat Vlaanderen wakker is geworden. Dat gebeurde niet op 25 mei, zoals zovelen beweren, maar de voorbije dagen. Hier zijn we, hier staan we en hier blijven we. De juiste invulling van een begrip als solidariteit en warmte laten we ons niet afnemen, daar mag u prat op gaan.

“Elk departement – of het nu welzijn, cultuur of onderwijs is – moet solidair zijn (in de besparingen)”, beweert u. Wel, dat is niet mijn keuze en evenmin die van vele anderen. Dat is niet mijn solidariteit. En alleen de allerzwaksten helpen is een goedkoop excuus om dat begrip te claimen. Solidariteit en warmte in een samenleving bouw je niet op basis van een beleid dat zich ertoe beperkt om overal waar het fatsoen dat vereist, de zwaksten te helpen om hun hoofd boven water te houden. Liefdadigheid is een mooie deugd, maar het is nooit een motor voor welvaart die solidair en warm is.

Dit is nog maar het begin van het verzet

En wat is keer op keer uw antwoord (en dat van diegenen die uw beleid genegen zijn) op de diepe bezorgdheid en onrust? “Ach, dat heeft geen zin “, “Stop met klagen en staken, en zoek naar oplossingen”, “Het is de survival of the fittest”, “Houd nu toch eens op met overdrijven” of nog “De buitenwereld zal commentaar hebben, maar het moment is gekomen om te doen wat we moeten doen en niet luisteren naar de mensen die neen zeggen”.

Beste Vlaamse regering, ik vind dit niet uit, ik overdrijf niet. Eén voor één zijn het uitspraken die van een onvoorstelbaar gebrek aan respect getuigen, gebrek aan empathie en warmte tegenover al die Vlamingen die vandaag “neen” zeggen. Ik ben Tine Soens en 26 jaar. Ik sta aan de andere kant. En blijkbaar sta ik daar niet alleen. Wij laten ons niet bang maken, wij laten ons niet opjagen en wij blijven staan. Wij zeggen neen en we blijven neen zeggen. Daarom besluit ik graag met woorden die ik van de week al hoorde op straat: dit is nog maar het begin van het verzet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content