De impact van ‘Panama Papers’: ‘Wat zeven jaar geleden aanvaard werd, heet nu fiscale fraude’

Jan Tuerlinckx: 'Je mag de overheid nooit zomaar geloven, het is belangrijk dat je zélf nadenkt.' © Tim Dirven
Ewald Pironet

‘We zijn in een repressiefiscaliteit terechtgekomen’, vindt fiscaal advocaat Jan Tuerlinckx. ‘We zien de opbrengsten uit fiscale fraude niet als een gevolg van rechtshandhaving, maar als een potentiële inkomstenstroom.’

‘Waarom ik fiscaal advocaat ben geworden?’ Jan Tuerlinckx (49) knabbelt even op de vraag. ‘Ik ben geen overheidshater, maar ik sta wel sceptisch tegenover hoe de overheid functioneert. Ik heb in mijn tienerjaren de kernramp in Tsjernobyl meegemaakt, waarna er een radioactieve wolk vrijkwam die zich boven Scandinavië verspreidde. Mijn vader verbood me om nog naar buiten te gaan, maar ik antwoordde dat weerman Armand Pien had gezegd dat er voor ons geen enkel gevaar was. Mijn vader zei: “Je mag de overheid zomaar niet geloven.” Het heeft toen gekletterd tussen mijn vader en mij. Heel hevig. En later bleek dat het ook bij ons niet helemaal zonder gevaar was geweest. Ik ben toen schoorvoetend tegen mijn vader gaan zeggen dat hij gelijk had. Je mag de overheid nooit zomaar geloven, het is belangrijk dat je zélf nadenkt. Dat inzicht heeft me enorm beïnvloed en heeft zeker meebepaald dat ik fiscaal advocaat ben geworden. Dat, en mijn passie voor economie en ondernemen.’

Voor de bankencrisis van 2008 kon je naar een bank stappen en zeggen: “Ik ben meneer Donald Duck en ik kom een rekening openen.

Tien jaar geleden begon Jan Tuerlinckx een eigen advocatenpraktijk die klanten bijstaat bij belastinggeschillen. Ondertussen heeft hij kantoren in Antwerpen, Westerlo, Hasselt, Luik en Charleroi. Tijdens de lockdown schreef hij een boek over twintig jaar armworstelen met de fiscus: Wat wit was – 50 fiscale fraudeverhalen.

Zijn er fiscale dossiers die u niet wilt verdedigen?

Jan Tuerlinckx: Als er sprake is van banditisme aanvaard ik het dossier per definitie niet. En ik kan heel moeilijk optreden als mensen bijvoorbeeld geen belasting wensen te betalen terwijl ze die volgens de wet toch verschuldigd zijn. Zo’n zaak is onverdedigbaar, die kun je niet winnen. Maar voor de rest aanvaard ik alle fiscale zaken en sta ik de klant bij in zijn geschil met de fiscus. U moet weten dat de belastingadministratie tegenwoordig een regelrechte tegenstander is van de belastingplichtige. Haar vertrekpunt vandaag is om zo veel mogelijk geld binnen te halen.

Was dat ooit anders?

Tuerlinckx: Ja hoor. Lange tijd werd de carrière van een fiscale ambtenaar niet beïnvloed door de sommen geld die hij kon binnenrijven. Ze keken objectief naar de dossiers. Vandaag is dat anders. Er is veel druk op de fiscale ambtenaren. Een ambtenaar bij de Bijzondere Belastinginspectie moet per jaar iets meer dan 200.000 euro per kop opbrengen.

Weet de Belg genoeg van fiscaliteit?

Tuerlinckx: Helemaal niet. Ik merk dagelijks in mijn praktijk dat mensen verbaasd opkijken wanneer ik opmerk dat ze van fraude beticht zouden kunnen worden. ‘Maar we zijn toch geen drugsdealers of wapenhandelaren?’ werpen ze dan op. Mensen beseffen niet dat een eenvoudige belastingovertreding tegenwoordig al snel als belastingfraude wordt gekwalificeerd. We leven vandaag in een totaal andere constellatie dan tien jaar geleden.

Wat is er veranderd?

Tuerlinckx: In het begin van mijn carrière, midden jaren negentig, luidde het credo: ontransparant zijn is een vorm van veiligheid. Men nam de couponnetjestrein naar Luxemburg, keek op de afschriften hoeveel geld men daar had staan en haalde ze vervolgens door de papierversnipperaar. Niemand die ervan wist. Vandaag is het helemaal omgekeerd: totale transparantie is juist je veiligheid. De fiscus weet alles en je moet kunnen aantonen waar je geld vandaan komt. Ik gebruik tegenover mijn klanten graag de volgende metafoor: ‘Stel dat je twee dezelfde oldtimers hebt. Welke kies je?’ Mannen zullen dan doorgaans kijken naar de motor en het aantal kilometers op de teller, vrouwen naar de kleur van de carrosserie en de binnenbekleding. Maar welke oldtimer is vandaag écht de beste? Die waarvan het aankoopbewijs, het onderhoudsboekje en de facturen van de herstelling beschikbaar zijn. Wel, dat geldt ook voor je vermogen.

Na de aanslagen van 11 september 2001 is de witwaswetgeving steeds verder aangescherpt. Vindt u dat goed?

Tuerlinckx: Als het gaat over banditisme, btw-carrousels en andere fraudezaken moet men ongenadig hard optreden. Maar in de toepassing van de wetgeving is de slinger te ver doorgeslagen. Iedereen die op een professionele manier met geld bezig is, heeft meldingsplicht en moet dus verdachte transacties of andere zaken waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met witwassen melden. Het gevolg is dat de banken zeer achterdochtig zijn geworden. Je moet tegenwoordig banger zijn voor de banken dan voor de fiscus. Uit angst dat ze iets niet zouden melden, zijn ze gaan overreglementeren.

Advocaten moeten vermoedens van witwassen melden – via de stafhouder – aan de antiwitwascel CFI. Toch gebeurt dat hooguit een tiental keer per jaar.

Tuerlinckx: De impact van de witwaswetgeving zoals ze vandaag gehandhaafd wordt, zou bij de brede advocatuur meer bekend mogen zijn. Maar voor alle duidelijkheid: een advocaat hoeft niet álles te melden. Vanaf het ogenblik dat een advocaat geconfronteerd wordt met een cliënt die met een potentieel geschil zit, valt dat buiten de preventieve witwaswetgeving. Komt een cliënt aankloppen die witwast, dan moet ik hem zeggen: ‘Pas op, u bent een witwasser. En u moet dat probleem oplossen door te regulariseren.’ Maar zo’n geval hoef ik dus niet te melden.

Vier jaar geleden brachten Knack, De Tijd en Le Soir het fiscale schandaal ‘Panama Papers’ uit. Vorige week werd bekend dat het Duitse gerecht een internationaal arrestatiebevel heeft uitgevaardigd tegen Jürgen Mossack en Roman Fonseca, de stichters van het advocatenkantoor dat centraal staat in dat dossier. Wat vindt u daarvan?

Tuerlinckx: Zijn zij de échte architecten van de fraude, of zijn zij de toevallige metselaars van het gebouw dat fraude heet? Uiteraard hebben zij ermee te maken. En in een aantal gevallen zullen ze zeker heel goed geweten hebben waaraan ze meededen. Maar de échte engineering zal op het oude continent zijn gebeurd. Niet in Panama dus, maar wel door adviseurs hier te lande. Dat gezegd zijnde, structurele valsspelers moeten uit het systeem. Geen enkele fiscaal advocaat beweert dat zij niet gestraft hoeven te worden. Fiscaal advocaten zullen wel aandringen op een eerlijke behandeling, maar structureel kun je niet tegen fraudebestrijding in de samenleving zijn.

Jan Tuerlinckx, Wat wit was: 50 fiscale fraudeverhalen, Uitgeverij Doorbraak, 240 blz., 22 euro.
Jan Tuerlinckx, Wat wit was: 50 fiscale fraudeverhalen, Uitgeverij Doorbraak, 240 blz., 22 euro.

Wat bedoelt u met ‘eerlijke behandeling’?

Tuerlinckx: Een van de boodschappen uit mijn boek is dat alles afhangt van de context. Ik gebruik daarvoor de parabel van de hamer. Mag je je buurman een hamer lenen? ‘Ja natuurlijk’, antwoorden mijn cliënten dan. Maar mag je dat ook doen net nadat je buurman luid ruzie heeft gemaakt met zijn vrouw? Misschien doe je dat dan beter niet, omdat de kans bestaat dat je medeplichtig wordt aan een familiedrama. Dus: alles is context.

Wat er uit de ‘Panama Papers’ naar boven is gekomen, kan uiteraard níét – afgemeten aan de normen en zeden van vandaag. Maar de tijden zijn veranderd. Voor de bankencrisis van 2008 kon ik nog naar een bank stappen en zeggen: ‘Ik ben meneer Donald Duck en ik kom een rekening openen.’ Waarop de bankbediende dan antwoordde: ‘Welkom, meneer Duck. Koffietje? En kunt u uw naam even spellen?’ Je hoefde zelfs geen identiteitskaart voor te leggen om een rekening te openen.

732 Belgen doken op in de Panama Papers. Zitten daar ook cliënten van uw kantoor tussen?

Tuerlinckx: Bijzonder weinig. Kijk, tussen die 732 Belgen heb je verschillende groepen. Een aantal zitten legitiem op belastingparadijzen. Een andere groep heeft intussen al geregulariseerd. Een derde groep zal spontaan tot inkeer komen bij het uitbreken van zo’n schandaal. En dan heb je al de rest. Die moet je opdelen tussen mensen die zich niet bewust zijn van de buitenlandse constructie, en mensen die het wel weten. Gierigheid bedriegt de wijsheid. Sommige buitenlandse adviseurs zullen hen zeggen: ‘Geef de constructie niet aan, want je roept alle zonden van Israël over je af.’

Hoe hebben de opeenvolgende ‘Leaks’ en ‘Papers’ een impact op uw werk?

Tuerlinckx: Ze hebben geleid tot een grotere bewustwording onder mensen met dergelijke structuren. Telkens als er zo’n ontploffing was, zei Mariette tegen Jules: ‘Ik voel me ambetant, we moeten toch eens een keer gaan praten.’ De publicaties waren vaak duidelijk de drijfveer om te regulariseren. Ten tijde van de KB Lux-affaire, eind jaren negentig, kon je nog regulariseren tegen 3 procent, vandaag zitten we aan minstens 40 procent. Zo snel is het gegaan.

De belangen van uw cliënten staan soms diametraal op het publieke belang. Hoe rijmt u dat?

Tuerlinckx: Een gepaste juridische verdediging begint niet noodzakelijk met de vaststelling dat er géén belasting verschuldigd is. In heel wat zaken maak je als advocaat de analyse dat er wel degelijk belasting betaald moet worden. Dan leg je aan de cliënt uit dat hij moet aanvaarden dat een stuk bestraft wordt. Maar wat is een aanvaardbaar deel om mee weg te komen? Aan de andere kant van de tafel zit de fiscus. Geloof me, de peer wordt altijd in tweeën gesneden. Heel vaak komt dat neer op de juiste belasting en een correcte – ik hoop zachte – boete voor de belastingplichtige.

Maar soms ontstaat de indruk dat mensen geslachtofferd worden, puur ter wille van het systeem. Het systeem dat belastingambtenaren ertoe drijft om bepaalde vooropgestelde doelen te bereiken. Ik pleit voor meer menselijkheid in de relatie tussen de fiscus en de belastingplichtige.

De regering-De Croo rekent op flinke opbrengsten uit fraudebestrijding. Is dat realistisch?

Tuerlinckx: Natuurlijk niet. Je moet jezelf geen rad voor de ogen draaien. Wel vrees ik dat de lat voor wat we fiscale fraude noemen steeds lager komt te liggen. Wat zeven jaar geleden níét gekwalificeerd werd als fiscale fraude, wordt vandaag wel zo genoemd. Nochtans is de wetgeving ter zake niet veranderd.

Maakt u dat eens concreet.

Tuerlinckx: Vandaag wordt heel makkelijk aangenomen dat een buitenlandse rekening bezitten een vorm van fiscale fraude is. Terwijl zo’n rekening niet abnormaal is. Maar als gegevens over die rekening vanuit het buitenland worden overgemaakt aan onze fiscus, en je hebt die rekening niet zelf op je belastingaangifte aangegeven, dan spreekt men linea recta van fiscale fraude. Zeven jaar geleden keek men daar veel gematigder naar. Gevolg? We zijn in een repressiefiscaliteit terechtgekomen. Door opbrengsten uit fiscale fraude niet te zien als een gevolg van rechtshandhaving maar als een potentiële inkomstenstroom. Natuurlijk moeten er belastingen worden ingezameld, met de coronacrisis misschien zelfs meer dan ooit. Maar dat mag er toch niet toe leiden dat mensen ontmoedigd worden om te ondernemen? En dat is nu het geval.

Het is niet omdat je het recht hebt om aan fiscale optimalisatie te doen, dat het ook rechtvaardig en verstandig is.

Volgens voormalig fraudejager Karel Anthonissen kan zwart geld van Belgen in het buitenland onze schatkist tientallen miljarden euro’s opleveren.

Tuerlinckx: Die inschatting laat ik graag voor zijn rekening. Staat er nog een deel in het buitenland? Ja. Maar er is ook een heel andere realiteit, namelijk dat er nog veel legitiem vermogen in het buitenland staat waarvan ten onrechte niet meer aanvaard wordt dat het legitiem is. Stel dat je tien jaar geleden van je Belgische bankrekening wit geld overschreef naar een tak-21-spaarverzekering in Luxemburg. Als je vandaag dat overschrijvingsbewijs van destijds niet meer kunt voorleggen, dan zal men zeggen dat dat geld in Luxemburg zwart geld is. Ten onrechte.

Geld verstoppen in Luxemburg, Zwitserland, de Maagdeneilanden en Panama is steeds moeilijker. Wat zijn de nieuwe sluiproutes?

Tuerlinckx: Wij adviseren geen internationale structuren om geld te verstoppen, noch internationale optimalisatiestructuren. Wij zijn fiscaal advocaten, wij verdedigen cliënten op het ogenblik dat de confrontatie met de fiscus er is. In de fiscale advocatuur zult u bijzonder weinig charlatans vinden. Waar dan wel? Karel Anthonissen verwijst naar bepaalde vermogensbeheerders. Terecht.

Moet er een vermogensbelasting komen?

Tuerlinckx: Moeten er in een topgerecht tomaten zitten? Dat kan, maar dat hoeft niet. Alles hangt af van welk globaal evenwicht er gevonden wordt in de fiscaliteit. Stel dat we de belasting op arbeid fors verlagen, dan zal de weerstand tegen een vermogensbelasting afnemen. Maar als we een torenhoge belasting op inkomens behouden, en die hebben we vandaag internationaal gezien, dan zal de weerstand tegen een vermogensbelasting groot zijn.

En tegen een vermogenskadaster nog groter?

Tuerlinckx: Maar dat hebben we al. Er bestaat een Centraal Aansprekingspunt dat alle binnenlandse- en buitenlandse rekeningen bijhoudt. De begin- en eindstanden van die rekeningen mogen daar worden ingekeken. De Common Reporting Standard bepaalt dat de landen alle bankgegevens met elkaar uitwisselen. Je kunt geen buitenlandse rekening meer hebben die niet bekend is bij de fiscus. We hebben het UBO-register, waar alle aandeelhouders van een vennootschap zijn vermeld. Er bestaat een register van levensverzekeringen. We hebben een kadaster van de onroerende goederen. Cashtransacties worden zwaar gecontroleerd. En je moet ook niet met 10 kilogram goud bij een bank aankomen en vragen om het op je rekening te zetten. Degenen die nog strijd voeren tegen een vermogenskadaster zijn late roepers in de woestijn.

Wat vindt u van een eenmalige coronabelasting voor wie meer dan 1 miljoen euro bezit?

Tuerlinckx: Juridisch wordt het niet eenvoudig om die grenzen te definiëren. Je kunt natuurlijk een crisisbelasting invoeren, zoals premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) dat in 1993 deed. Hij verhoogde de personen- en vennootschapsbelasting met 3 procent, en die werd pas veel later afgeschaft. Maar in plaats van zo’n kaasschaafbelasting kun je misschien beter één keer iets behoorlijks doen. Een korte pijn is makkelijker verteerbaar en te rechtvaardigen dan een maatregel die lang aansleept.

Er gingen ook stemmen op om bedrijven die relaties onderhouden met belastingparadijzen uit te sluiten van coronasteun van de overheid.

Tuerlinckx: Juridisch bekeken kan ik daarmee niet akkoord gaan. Als de wet zegt dat iets mag, dan mag het. De wet is heilig. Oké, als ik ondernemers tegenkom, zal ik hun aanraden om een duurzame fiscale strategie te voeren. Dat betekent dat je niet het onderste uit de kan moet halen, dat je je belastingen niet maximaal moet optimaliseren. En dus misschien beter niet via een belastingparadijs werkt. Alleen al het feit dat je anders meteen als een potentiële fraudeur wordt bekeken en elk jaar extra controles krijgt, maakt het misschien al de moeite om het niet te doen. Mensen denken te weinig na over wat hun finale doel is met de belastingen. Het is niet omdat je het recht hebt om aan fiscale optimalisatie te doen, dat het ook rechtvaardig en verstandig is.

‘Wat zeven jaar geleden aanvaard werd, heet nu fiscale fraude’

1971: geboren in Leuven

– Studies: rechten (KU Leuven), fiscaal recht (Fiscale Hogeschool, Brussel), vennootschapsrecht (KU Brussel)

1995-2008: vennoot bij Dauginet & Co Advocaten

2011-vandaag: stichtend vennoot Tuerlinckx Tax Lawyers

2013-vandaag: columnist Trends

2015-vandaag: docent ITAA antiwitwas

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content