Brigitte Grouwels & Paul Delva

‘De fusie van de Brusselse politiezones is niet alleen onvermijdelijk, maar ook dringend en noodzakelijk’

Brigitte Grouwels & Paul Delva Volksvertegenwoordigers voor CD&V in het Brussels Parlement.

De Brusselse CD&V-volksvertegenwoordigers Brigitte Grouwels en Paul Delva blijven hameren op de noodzaak van een eengemaakte Brusselse politiezone. ‘Criminelen in Brussel kennen geen grenzen. Op het vlak van veiligheidsaangelegenheden zijn de grenzen van de Brusselse politiezones dan ook volledig irrelevant en onzichtbaar’, stellen ze.

De rellen in Molenbeek tijdens oudejaarsnacht inspireerden de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) om opnieuw te pleiten voor een fusie van de Brusselse politiezones. En terecht. Pieter De Crem had het zelfs over een ‘onvermijdelijke eengemaakte politiezone’ in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De fusie van de Brusselse politiezones is niet alleen onvermijdelijk, maar ook dringend en noodzakelijk.

De woorden van De Crem waren amper koud, of in de media dook een studie op van de UGent, met de stelling dat een fusie van de Brusselse politiezones niet tot meer veiligheid leidt. Zowat alle plaatselijke betrokkenen werden bevraagd over de noodzaak van een fusie: de korpschefs, de burgemeesters, het gerecht, andere Brusselse administraties en de plaatselijke politiedirecteurs. Volgens deze betrokkenen zou een fusie zelfs ronduit ‘onwerkbaar’ zijn.

Natuurlijk brengt een eengemaakte politiezone op tal van vlakken belangrijke veranderingen met zich mee: nieuwe structuur, nieuwe procedures, andere rol voor de burgemeesters, enzovoort. Verandering roept steeds weerstand op, en drempels zullen geslecht moeten worden, maar vandaar te zeggen dat een eengemaakte politiezone ‘onwerkbaar’ zou zijn, lijkt ons meer dan een brug te ver. Eenzelfde moeizaam verhaal zien we trouwens bij de uitbouw van het gewestelijk videobeveiligingsplatform: nog steeds zijn amper drie van de zes Brusselse zones aangesloten op het platform. Blijkbaar is het voor sommigen bijzonder moeilijk om bepaalde informatie te delen die de veiligheid ten goede komt.

Waarom kan in Brussel niet wat wel lukt in andere Europese steden?

Waarom kan in Brussel niet wat wel lukt in andere Europese steden als Amsterdam, Rotterdam, Parijs, Londen of Berlijn? Al deze steden hebben een politiezone met een eenheid van leiding en visie en met een goede decentralisatie op het terrein gemeen.

Financiering

Wel waren we verrast door een andere conclusie van de studie van de UGent. De zes Brusselse politiezones hebben immers allemaal voldoende personeel om hun opdrachten uit te voeren, zo besluit het rapport. Dit is in tegenspraak met het traditionele discours van de meeste (Franstalige) burgemeesters, die maar blijven herhalen dat de Brusselse politiezones onder-gefinancierd zijn.

Wie heeft nu eigenlijk gelijk? Als we kijken naar de federale basisdotaties voor de politiezones, dan valt vooral de ongelijke verdeling van de middelen op, vooral dan tussen de zone Brussel Hoofdstad/Elsene enerzijds en de 5 overige zones anderzijds. Per hoofd van de bevolking krijgt de zone Brussel/Elsene jaarlijks ruim 190 euro aan federale basisdotatie. Dat is meer dan drie keer zoveel dan de armste zone, Brussel-West, die het moet rooien met amper 60 euro per inwoner.

De zone Brussel-West moet het rooien met amper 60 euro per inwoner, Brussel-Elsene krijgt bovenop de basisdtatie van 190 euro per inwoner nog Europese fondsen.

Dat ook de gemeente Molenbeek deel uitmaakt van de zone Brussel-West, verklaart meteen een deel van de veiligheidsproblemen in de gemeente. Daarnaast kan de zone Brussel Hoofdstad ook nog rekenen op een belangrijk deel van de steun uit het zogenaamde Europese Toppen-Fonds. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt immers elk jaar een federale dotatie van zo’n 55 miljoen euro om veiligheidsmaatregelen tijdens Europese topvergaderingen te financieren.

Deze sterk ongelijke verdeling van de middelen voor de Brusselse politiezones is zeker ook een belangrijk element in ons pleidooi voor de fusie van de Brusselse politiezones. In totaliteit is er immers minder een probleem van middelen voor de Brusselse politiezones; problematisch is dus wél de ongelijke verdeling tussen de zones. Een fusie leidt ertoe dat de (federale) middelen voor de huidige Brusselse zones veel gelijkmatiger verdeeld kunnen worden.

Een fusie biedt trouwens nog een resem andere belangrijke voordelen. Enkel via een fusie kunnen we komen tot een échte eenheid van visie en leiding in het lokale veiligheids- en politiebeleid in Brussel, dat een grootstedelijk geheel vormt.

Alleen via een eengemaakte hoofdstedelijke politiezone kan de nodige ruimte ontstaan, zodat de politie veel meer op het terrein aanwezig kan zijn. Meer en betere politieposten die langer open zijn, meer patrouilles en dus meer contact met de bevolking, maar ook betere en vooral uniforme uitrusting en training. Een eenheidspolitie leidt immers tot schaalvoordelen omdat ze de administratieve en ondersteunende diensten kan bundelen.

Coherentie

Binnen een eengemaakte hoofdstedelijk zone kunnen we op een coherente en efficiënte wijze een reeks uitdagingen aanpakken die omwille van hun aard de hele agglomeratie bestrijken. Denk maar aan de veiligheid op het openbaar vervoer dat de hele stad doorkruist en de controle op de uitzonderlijk drukke verhuisbewegingen van het ene deel van de stad naar het andere deel. Op al deze domeinen botsen we vandaag al te vaak op problemen van gebrekkige of geen medewerking van een of andere politiezone.

Een eengemaakte hoofdstedelijk politie zal een veel sterkere partner zijn voor de federale politie en de andere nationale veiligheidsdiensten die – gelet op de bijzondere hoofdstedelijke en internationale rol van Brussel – een essentiële rol blijven spelen op het vlak van openbare veiligheid in onze hoofdstad.

Daarnaast kan een eengemaakte hoofdstedelijke zone sterker inzetten op een specifieke en permanente vorming voor haar personeel die gericht is op de bijzondere Brusselse context, zoals twee- en meertaligheid, multi-culturaliteit, de internationale context en de grootstedelijkheid.

Een eengemaakte politiezone kan tot slot veel sterker inzetten op wijkwerking en nabijheidspolitie. Uit recente rapporten van het Comité P naar het functioneren van de Brusselse politiediensten blijkt dit een absoluut werkpunt. Volgens deze rapporten scoort een aantal Brusselse politiezones zwak op het vlak van ‘nabijheidspolitie’ en is de wijkwerking er zelfs sterk op achteruit gegaan. Deze gebrekkige wijkwerking bewijst nogmaals het belang van een eengemaakte politiezone met sterke gedecentraliseerde antennes.

Veiligheidsbeleid

Hoe zien we zo’n eengemaakte politiezone in de praktijk functioneren? Een cruciale voorwaarde voor een optimale werking ervan is dat de Brusselse minister-president de belangrijke rol die hem toebedeeld is in het veiligheidsbeleid, ten volle opneemt. Met meer daadkracht en ambitie dan vandaag het geval is. De nieuwe eengemaakte politiezone moet functioneren onder het gezag van de Brusselse Regering, die als politiecollege optreedt. Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement treedt dan weer op als politieraad.

De huidige Brusselse burgemeesters dienen eveneens een plaats te krijgen in de nieuwe eenheidsstructuur. Er moet een overlegverplichting komen vanwege het Gewest naar deze burgemeesters toe, onder meer het aanleveren van input voor de opmaak van het Gewestelijk Veiligheidsplan.

Als officieren van politie behouden de individuele burgemeesters natuurlijk de bevoegdheid om politie op te vorderen voor specifieke veiligheidstaken manifestaties, politiereglement specifiek voor bepaalde wijken of situaties, enzovoort.

Voor ons is zo’n fusie van de politiezones trouwens maar een beginpunt voor een echt gewestelijk veiligheidsbeleid. Dit houdt ook in dat het Brussels politiekorps meer agenten moet tellen die het Brusselse terrein kennen en die een afspiegeling vormen van de plaatselijke bevolking. Vooral dat laatste is een duidelijk werkpunt: mensen van buitenlandse afkomst die ervoor kiezen om bij de politie te gaan werken, worden binnen hun gemeenschap soms zelfs aanzien als verraders.

Om daarin verandering te brengen, moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelf meer mogelijkheden krijgen om politieagenten te rekruteren. Waarom zou Brussel geen eigen gewestelijk rekruteringsorgaan kunnen hebben dat oog heeft voor de aanwerving van politiemensen afkomstig uit Brussel?

De fusie is voor ons geen communautair dossier, maar een louter veiligheidsdossier.

CD&V zal de fusie van de Brusselse politiezones alvast op tafel leggen bij de komende federale regeringsvorming. Dit is voor ons trouwens absoluut geen communautair dossier, maar een louter veiligheidsdossier. Een fusie van de politiezones moet de start betekenen van een echt gewestelijk veiligheidsbeleid in Brussel. Een beleid waardoor er eindelijk eenheid van leiding komt, waardoor er eindelijk een sterke nabijheidspolitie komt, waardoor het Brusselse politiekorps meer Brusselaars telt, bijvoorbeeld.

In die zin scharen we ons graag achter de woorden van Pieter De Crem, die liet verstaan dat een dergelijke fusie ‘onvermijdelijk’ is. We voegen er nog aan toe dat de fusie niet enkel onvermijdelijk is, maar ook dringend en noodzakelijk is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content