Ivan Van de Cloot

‘De fiscus weet vaak meer over ons inkomen dan wijzelf’

Ivan Van de Cloot Hoofdeconoom bij het Itinera Institute en executive professor aan de Antwerp Management School.

‘Er moet radicaal gewied worden in het aantal belastingaftrekken’, vindt Ivan Van de Cloot van Itinera. ‘België heeft veel meer nodig dan de taxshift waarover de regering al beslist heeft.’

Dit opinietstuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’.

De OESO publiceerde net een rapport waaruit blijkt dat het louter innen van de belastingen in België een pak meer kost dan elders. Op het vlak van de verhouding administratieve kost tegenover de fiscale opbrengst kent ons land internationaal zelfs de vierde slechtste score. Dit toont opnieuw aan dat ons land heel wat meer nodig heeft dan waar de regering net voor haar zomerreces toe besliste. Een set quick-fixes is heel wat anders dan een fundamentele belastinghervorming. Deze bestaat in de eerste plaats uit een bredere belastingbasis die lagere tarieven mogelijk maakt. Vergelijk dit met het huidige model met zijn uitgeholde basis en hoge tarieven.

‘Ons land heeft veel meer nodig dan de taxshift waar de regering al over beslist heeft’

De hoge administratieve kost wijst vooral op de enorme complexiteit van ons belastingstelsel. Dit creëert ook een groot gevoel van onrechtvaardigheid omdat velen denken (en soms terecht) dat diegenen met een goede boekhouder minder betalen dan anderen.

Dat schreef ik ook al in het boek ‘Taxshift – Waarom België een belastingshervorming nodig heeft‘. Een essentieel aspect is het vergroten van de transparantie en het nastreven van vereenvoudiging. Het is hoog tijd om alle belastingaftrekken te evalueren. Al jaren is er internationaal een tendens tot het verbreden van de belastbare basis door het schrappen van aftrekken die door allerlei belangengroepen in het verleden bekomen waren, maar die de transparantie en logica van het belastingstelsel ondermijnen.

Uiteraard kan de opbrengst daarvan enerzijds gebruikt worden om het belastingtarief te verlagen wat de belastingethiek sterk zou bevorderen. Vervolgens moet er een kalender komen met doelstellingen inzake het aantal gezinnen dat vrijgesteld wordt van aangifteplicht. Het moet voor honderdduizenden gezinnen extra mogelijk zijn om de bedrijfsvoorheffing feitelijk bevrijdend te maken.

De realiteit is dat fiscus vaak meer weet over ons inkomen dan wijzelf. Ook betrijven worden getroffen door complexiteit. Gezien de enorme compliance kost inzake BTW, moet het een absolute prioriteit zijn om deze te verlichten. Zo gauw men intracommunautair handelt, is er voor de meeste bedrijven geen enkele betaling meer nodig. Geen overbodige lasten, financieringen, teruggaven en onnodige controles. Dit moet ook kunnen voor het Belgisch interne stelsel.

‘Vooral de opeenstapeling van allerlei kleine aftrekposten veroorzaakt de complexiteit van het Belgische systeem’

Misschien het opvallendste als je door de lijst van aftrekken gaat, is de eindeloos lange lijst van kleine bepalingen voor vaak erg beperkte bedragen. Dus terwijl er enkele grote aftrekken zijn, zijn er talloze minuscule die het systeem wel onoverzichtelijk maken.

Men moet radicaal durven wieden in het aantal aftrekken. Een methode daartoe is de hergroepering van de aftrekmogelijkheden in korven. Wellicht zullen nooit alle aftrekken verdwijnen. Drie korven zouden respectievelijk onroerende goederen en lange termijn sparen, sociale uitgaven en diensten aan personen en ten slotte leefmilieu betreffen. Per korf heb je een maximaal af te trekken bedrag waaruit de belastingbetaler zelf kan kiezen waaraan hij dat bedrag besteedt. Dit is administratief en budgettair veel beter te beheersen. Na een tijd kan de overheid de verminderingen of vrijstellingen die amper gebruikt worden afschaffen. Het is vooral de opeenstapeling van allerlei kleine aftrekposten die uiteindelijk de complexiteit veroorzaken, terwijl ze vaak eerder symbolisch zijn.

‘Sommige belastingaftrekken zijn contraproductief, bij andere zou de doelstelling wel eens effectiever behaald kunnen worden door alternatief beleid.’

De OESO riep België al in 2009 op om de hypothecaire interestaftrek af te bouwen omdat deze ook aanzet tot prijsverhogingen. Economen hebben al lang geleden doorzien dat vele fiscale voordelen voor vastgoed verdisconteerd worden in hogere prijzen en dus niet de koper ten goede komen. Bruuske aanpassingen zijn misschien niet gewenst maar de bijna 2 miljard aan fiscale voordelen kunnen ongetwijfeld voor een belangrijk stuk uitgefaseerd worden.

Vergroten van de transparantie

Onderzoek toont aan dat de huidige begunstigden van dit stelsel nauwelijks de lagere inkomensdecielen zijn. Als een deel van de budgettaire middelen aangewend worden om het aanbod te stimuleren kan dit zelfs koopkrachtwinst betekenen voor velen in deze categorie. Sommige belastingaftrekken zijn contraproductief, bij andere zou de doelstelling wel eens effectiever behaald kunnen worden door alternatief beleid.

Een essentieel aspect is dus het vergroten van de transparantie en het nastreven van vereenvoudiging wat niet alleen tot lagere administratiekosten zal leiden maar ook de acceptatiegraad bij de burgers zal verhogen.

Partner Content