Jan Mertens

‘De ecologische crisis is niet zomaar een kwestie van ‘een onvolmaakte markt”

Jan Mertens Medewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en voorzitter van de Denktank Oikos

‘De SUV rukt verder op. Erg rationeel is dat eigenlijk niet’, schrijft Jan Mertens van Oikos. ‘Ons idee van vrijheid zou er nochtans veel mooier uit kunnen zien.’

Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be‘.

Enkele weken geleden stond er een interessant artikel in de krant (DM 04/07/15) over de SUV. Die Sports Utility Vehicle, een ietwat te stoer uitgevallen auto, is blijkbaar aan een opmars bezig. En dat lijkt wat haaks te staan op de context. Ze zijn duurder, groter, trager en gulziger, maar ze worden steeds populairder. Waar er in 2006 nog 35.948 nieuw ingeschreven SUV’s waren in België, waren dat er in 2014 al 96.152. Het marktaandeel ging van 6,3 procent in 2006 naar 19,9 procent in 2014.

Het is een merkwaardige ontwikkeling. Vijf jaar geleden voorspelden experts dat de toekomstige auto’s “kleiner, elektrischer en goedkoper” zouden worden. Het tegenovergestelde gebeurde, en dat ondanks de economische en ecologische crisis. In het artikel zoekt Tony Verhelle, hoofdredacteur van Autogids, naar een logische verklaring. En die bestaat volgens hem niet. Auto’s worden niet met het verstand gekocht. Opvallend is het succes van echt supergrote auto’s. Verhelle zegt daarover: “Dat zijn auto’s die je alleen koopt voor het gevoel. Het gevoel van onoverwinnelijkheid. Het idee dat niemand je kan tegenhouden. Macht.”

‘De ecologische crisis is niet zomaar een kwestie van ‘een onvolmaakte markt”

Liefhebbers van SUV’s hebben allerlei argumenten pro klaar, maar dat zijn “schijnargumenten”, volgens Verhelle. Het is niet bewezen dat ze veiliger zijn, en ruimer zijn ze ook niet. Ze zijn duurder dan auto’s van hetzelfde merk met dezelfde motor, ze verbruiken meer, stoten meer uit en zijn trager. Het enige echte voordeel is dat ze hoger zijn, waardoor je meer overzicht hebt en het gemakkelijker is om in te stappen. Autoconstructeurs maken dan wel zuiniger motoren, ze “doen een deel van die vooruitgang ook weer teniet door de auto’s systematisch groter en zwaarder te maken”.

Het gaat dus over psychologie. Hoewel grote auto’s de file nog groter maken, voelen we ons blijkbaar beter (meer in controle, veiliger, machtiger) in zo’n auto in de file. Als fietser in de soms smalle straten van een stad merk je echter wel dat dat goede gevoel van die SUV-meneer of -mevrouw jouw veiligheid wel kan verminderen, en wel degelijk in reële zin. Autoparkeerplaatsen zijn voorzien op normale auto’s, en vaak zie je hoe die grote bakken zo ongeveer anderhalve of twee plaatsen innemen. Mag je daar een debat over voeren, of is dat een aantasting van de vrijheid? Wat is de waarde van een ‘goed gevoel’ als daardoor de kans op een goed gevoel voor een ander kleiner wordt?

‘Als de werkelijkheid ‘knellender’ wordt, proberen we die met een grotere hardnekkigheid te ontkennen.’

Misschien is er onbewust een psychologisch mechanisme van ontkenning aan het werk. Als de werkelijkheid ‘knellender’ wordt, proberen we die met een grotere hardnekkigheid te ontkennen. Het zijn de ‘anderen’ die het klimaatprobleem moeten oplossen. Pech voor die anderen, maar het veiligstellen van ‘mijn welvaart’ gaat wel voor. Waarschijnlijk zijn het allemaal logische mechanismen die ons de illusie geven van bescherming en controle over de ons ontsnappende werkelijkheid.

Interessant is dat in die discussie al snel het argument van ‘vrijheid’ naar voor wordt gebracht. Mensen zouden toch de vrijheid moeten hebben om zelf te kiezen in welke auto ze willen rijden, of die nu te groot is of niet. Misschien wordt het tijd om het debat te openen over hoe we vrijheid kunnen organiseren binnen planetaire grenzen.

Je kunt vrijheid invullen in negatieve zin als ‘niet-interferentie’. Geen enkele externe instantie mag zich moeien met de keuzes die ik maak. Het opleggen van strenge milieunormen zou dan een beperking zijn van mijn vrijheid en zou zo ook niet goed zijn voor ‘de’ economie. (Er zijn ondertussen al genoeg aanwijzingen dat dat laatste alleszins niet klopt.) Jammer genoeg voor dat argument doet die invulling van vrijheid zich niet voor in een lege en oneindige ruimte. We leven samen met andere mensen, en dat op een planeet die begrensd is wat de opname van vervuiling en het aanleveren van grondstoffen betreft. Als ik bv. het recht zou opeisen om me in de stad met een grote tank te verplaatsen, omdat ik dat nu eenmaal leuk vind, dan beperkt dat wel degelijk de vrijheid van anderen.

‘Iets kan pas een recht zijn als het uitbreidbaar is naar iedereen, anders is het een voorrecht.’

Daarmee kom je bij een andere invulling van het begrip vrijheid. Als je op een trouwfeest bent met 50 mensen, en op de desserttafel zijn er 50 chocoladegebakjes voorzien, en je staat achteraan de rij, en de eerste vijf mensen nemen telkens twee gebakjes, dan zijn er geen meer over voor de laatsten. Is vrijheid het recht om twee gebakjes te nemen, zelfs als je weet dat er voor iedereen één voorzien is? Is vrijheid het bewust niet willen weten hoeveel mensen er op het feest zijn? Of is vrijheid een keuze maken die de vrijheid van anderen niet inperkt?

Iets kan pas een recht zijn als het uitbreidbaar is naar iedereen, anders is het een voorrecht. Net als het in een wereld van 9 miljard mensen niet mogelijk zal zijn dat iedereen evenveel vlees eet als de gemiddelde Belg nu, is het niet mogelijk dat die 9 miljard mensen al hun verplaatsingen gaan doen met een SUV. Vrijheid formuleren als het opeisen van een voorrecht voor jezelf is wel een erg arme invulling van zo’n mooi begrip.

Voor sommige liberale denkers is de ecologische crisis gewoon een kwestie van een ‘onvolmaakte markt’. Maak gewoon het autorijden duurder, dan regelt het zichzelf wel, en heb je daarvoor geen inperking moeten doen van de individuele keuzevrijheid. Zo simpel is het natuurlijk niet, en de SUV bewijst dat eigenlijk ook. Wanneer een heel rijke Japanner binnenkort heel erg veel geld zal geven voor de laatste blauwvintonijn die door een visser uit de zee is gehaald en door een vishandelaar is verkocht, dan zullen al die mensen een zogenaamd logische economische handeling op de markt verricht hebben. Maar de vis zal wel uitgestorven zijn. De logische handeling zou in de feiten oneconomisch zijn. Een beperking van de vangst van tonijn tot het bestand weer hersteld is, en daarna het instellen van een quotum, dat zou misschien het voorrecht van een enkeling om zich machtig te voelen beperken, het zou tegelijk de vrijheid van velen vergroten.

Vrijheid vergroten

Het gaat er niet om individuele SUV-rijders te culpabiliseren. Voor zichzelf zullen ze ongetwijfeld allemaal perfecte redenen hebben voor die keuze. Het zou wel zinvol zijn een maatschappelijk debat te voeren over wat echte vrijheid betekent in een concrete wereld, waar er een concreet klimaatprobleem is, en waar er concrete ongelijkheid is tussen arm en rijk. Als we met die context geen rekening willen houden omdat dat ingaat tegen ons ‘goed gevoel’, dan dreigen we samen, en uiteindelijk dus ook zelf, veel meer vrijheid te verliezen.

Anderen en ook de planetaire werkelijkheid mee opnemen in onze invulling van vrijheid maakt die vrijheid veel rijker en vergroot die ook.

Partner Content