David Van Reybrouck over klimaatwet: ‘Hopelijk zijn er dissidenten die geweten boven partij stellen’

David Van Reybrouck (derde van rechts) bij de klimaatactivisten in Brussel. © Belga Image

De plenaire Kamer stemt straks over een wijziging van artikel 7bis van de grondwet, voor een dwingender klimaatbeleid. De kans op groen licht lijkt nihil. ‘Samenwerkingsakkoorden hebben hun nutteloosheid nu wel bewezen, er is echt een wettelijk kader nodig,’ zegt auteur en activist David Van Reybrouck.

Een aanpassing van grondwetsartikel 7bis moet voor alle Franstalige partijen, Groen en SP.A de weg plaveien voor een bijzondere klimaatwet en klimaatdoelstellingen verankeren in de grondwet.

Volgens auteur David Van Reybrouck, een van de spreekbuizen van de klimaatactivisten die begin deze week in de Wetstraat en op het Troonplein bivakkeerden, is het nu of nooit – de volgende kans op ingrijpen in de grondwet is immers pas in 2024. Maar aangezien een tweederdemeerderheid nodig is en N-VA, Open VLD en CD&V tegen zijn, lijkt het ondenkbaar dat de voorstanders straks hun slag thuishalen.

Waarom is die grondwetswijziging volgens u zo cruciaal?

DAVID VAN REYBROUCK: Simpel, omdat de Raad van State dat zelf suggereert. Artikel 7bis zegt nu letterlijk dat ‘de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten de doelstellingen nastreven van een duurzame ontwikkeling, rekening houdend met de solidariteit tussen de generaties’. Dat is slechts een soort van intentieverklaring. Voor de Raad van State moet daar één zinnetje aan toegevoegd worden, namelijk dat dit geregeld wordt door middel van een bijzondere klimaatwet, om een en ander dwingend te maken.

De kritiek luidt dat er in de klimaatwet, geen concrete maatregelen staan en dat het kostenplaatje onduidelijk is. CD&V stelt intussen als alternatief een soort klimaatwet light voor: een verplicht samenwerkingsakkoord met mogelijkheid tot sancties. Kunt u daarmee akkoord gaan?

VAN REYBROUCK: Er bestaat al zo’n samenwerkingsakkoord sinds 2002. Dat is 17 jaar of ongeveer even lang als Anuna De Wever leeft. Niets heeft dat opgeleverd. Ik begrijp eerlijk gezegd zelfs niet waarom men van een samenwerkingsakkoord spreekt: samenwerking is er niet en een akkoord al helemaal niet. Herinner u dat we naar de klimaatconferentie in Parijs vier ministers hebben gestuurd zonder akkoord. Federaal minister Marie-Christine Marghem (MR) moest naar de vorige klimaatconferentie in Katowice zonder een akkoord tussen de federale regering en Vlaanderen. Naar Luxemburg ging zelfs niemand, omdat ze vergeten waren af te spreken wie moest gaan. Hoe gênant kan het zijn? Zo’n verplicht samenwerkingsakkoord onderhandelen, zoals CD&V het voorstelt, gaat trouwens jaren duren.

De tegenstanders zijn zoals gezegd de Vlaamse regeringspartijen CD&V en Open VLD en hun voormalige coalitiepartner N-VA; MR keerde zijn kar en is wel voor. Heeft u het gevoel dat er andere zaken spelen?

VAN REYBROUCK: Toeval is dat volgens mij niet. Wat zeker meespeelt, is dat vooral CD&V en Open VLD bevreesd zijn dat ze, door voor de wijziging van artikel 7bis te stemmen, de communautaire doos van Pandora openen – N-VA wil letterlijk alle grondwetsartikels voor herziening op tafel. Dat is een absurde redenering, want dit kan perfect zonder toegeving aan de N-VA.

Een ander argument is dat dit meer macht aan de rechters zou geven, wanneer burgers rechtszaken zouden aanspannen. Ook dat is een onterechte vrees, want als je naar de klimaatzaken van vandaag kijkt, in België maar ook in Nederland, constateer je dat het net landen met een gebrekkig wettelijk kader zijn die met rechtszaken te maken krijgen. Heldere wetgeving zorgt net voor minder rechtszaken.

Er bestaat al zo’n samenwerkingsakkoord sinds 2002. Dat is 17 jaar of ongeveer even lang als Anuna De Wever leeft.

Ik stoor mij trouwens aan het groeiende misprijzen ten aanzien van de rechterlijke macht dat daaruit spreekt. Natuurlijk wil niemand een ‘gouvernement de juges‘, uitvoerende en rechterlijke macht moeten gescheiden blijven. Maar de aanvallen vanuit de partijpolitiek op de rechterlijke macht zijn onaanvaardbaar. Ze lijken te suggereren dat de partijpolitiek de enige legitieme macht is en dat is zéér problematisch. Het is net goed dat het gerecht losstaat van de partijen.

Ten derde blijkt er een soort verwarring te zijn ontstaan, namelijk dat er meteen een klimaatwet moet gestemd worden. Dat klopt niet, met de wijziging van grondwetsartikel 7bis vragen we enkel een soort betonijzer in de grondwet te steken, waar nadien iets op gebouwd kan worden.

De voorstanders zullen allicht dus bot vangen donderdagnamiddag. Hoe moet het dan verder?

VAN REYBROUCK: De volgende stap is dinsdag. Dan weten we of het open staan van artikel 7bis verlengd wordt. Het valt dus minstens te hopen dat het artikel niet terug op slot gaat. Ik kan perfect begrijpen dat men een probleem heeft met de klimaatwet die nu op tafel ligt, maar we vragen alleen om ten minste de mogelijkheid op een bijzondere klimaatwet te voorzien. Het argument dat we nu geen tijd moeten verliezen met dit grondwetsartikel, maar concrete maatregelen nemen, is een zwaktebod. We hebben gewoon een wettelijk kader nodig.

Het klimaatthema beheerst nu al maanden het debat. Vreest u naar de verkiezingen van 26 mei niet voor een zekere klimaatmoeheid bij de bevolking?

VAN REYBROUCK: ‘Vermoeidheid is geen criterium. Een Europese verordening dwingt ons om elke tien jaar klimaatdoelstellingen op te stellen, die elke vijf jaar te actualiseren en elke twee jaar te laten controleren door Europa – een beetje naar analogie met de begroting. Er is een zeer grote dwang nu.

Ik kan alleen maar hopen dat er dissidente parlementsleden zijn en hun geweten boven de partijlijn stellen. Maar ik besef tegelijkertijd dat die kans nu klein is, zo kort voor de verkiezingen. Ze kunnen daarmee hun eigen politieke doodvonnis tekenen. Om een voorbeeld te geven: Jong Open VLD zegt wel “ja” tegen de wijziging van artikel 7bis. Hetzelfde geldt voor beweging.net, waarmee er druk op CD&V ligt. Dit is geen conflict tussen links en rechts, maar tussen jong en oud.

Partner Content