Bart Caron (Groen)

‘Cultuur als kruiwagen voor natievorming. Dat belooft weinig goeds’

Bart Caron (Groen) Voormalig Vlaams Volksvertegenwoordiger voor Groen

‘”Wie braaf is krijgt lekkers”, dat is in een notendop het hoofdstuk Cultuur in het nieuwe Vlaams regeerakkoord’, schrijft gewezen voorzitter van de Commissie Cultuur Bart Caron (Groen), die geen goed oog heeft in de voorstellen van de nieuwe Vlaamse regering.

Cultuurbeleid moet ten dienste staan van de Vlaamse natievorming. Dat is punt één van dit hoofdstuk en meteen het hoofdmotief voor dit cultuurbeleid. Zie ‘een sterke en zelfzekere natie waar Vlamingen fier op zijn‘. Ik wil er gerust fier op zijn, op mijn Vlaanderen, maar ik zou liever denken vanuit artistieke ontwikkeling, cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming, emancipatie en empowerment, zorg voor ons erfgoed…

De kunsten, het erfgoed, de fondsen voor letteren en film moeten blijkbaar vooral die doelstelling dienen. Het wordt hun belangrijkste levenslijn, een soort subsidieverzekering. Cultuur als kruiwagen voor natievorming. Daar zijn de geschiedenis veel slecht uitgedraaide voorbeelden van te vinden…

Cultuur als kruiwagen voor natievorming. Dat belooft weinig goeds.

En als het niet over onze natie gaat, dan zien we snel een communautaire hint. Begrijpelijk, cultuur is de drager van onze identiteit. Dat merk je ook in dit regeerakkoord. Onder meer aan de passage over Kanal (Kanal moet ook een duidelijke Vlaamse stempel dragen). Alleen, over welke identiteit gaat het? Een meervoudige? Een eenzijdige?

Er is blijkbaar geld, de begroting mag in het rood gaan. Er worden in vele hoofdstukken budgetstijgingen aangekondigd, maar niet in dat over Cultuur.

Integendeel, moeten we ons ongerust maken over de passage in het hoofdstuk begroting? Daar lezen we onder meer:

‘(…) We vragen een grondige efficiëntie-oefening aan een reeks gesubsidieerde sectoren in de samenleving. Bovendien maken we in alle inhoudelijke domeinen specifieke keuzes om middelen te verschuiven naar de meest prioritaire maatschappelijke noden in die domeinen en we remmen tevens enkele automatische groeipaden een beetje af.’

Lees ik dat de indexeringen worden afgebouwd of sterk verminderd? Moeten we vrezen dat cultuur niet bij de ‘meest prioritaire maatschappelijke noden’ hoort? Daar moet snel duidelijkheid over komen.

Cultuurbeleid in 28 punten

Dan gaat het regeerakkoord door het geplande cultuurbeleid. Doelen en middelen worden lekker door elkaar gehaspeld, begrippen zijn fout. Veel warmte straalt het niet uit, er wordt vooral koud geblazen.

Kunstorganisaties die op Vlaams niveau ondersteund worden, moeten een internationaal niveau nastreven. Graag. Ze kunnen het daarenboven, maar daarvoor zullen ze toch beter ondersteund moeten worden. Of is dat alvast een nieuw subsidiecriterium om de selectie nog harder te maken? Zie ook het woordgebruik: ‘scherpe keuzes maken‘.

Daarnaast moeten we lezen dat het het de bedoeling is om aan de ouwe getrouwe (en brave?) kunsthuizen grotere financiële zekerheid te bieden op lange termijn. Voor wie is dat bedoeld? Of worden ze ook Vlaamse kunstinstelling? Verdient niet elke erkende organisatie enige zekerheid? Zonder in oneindigheid te vervallen, want de grootste kunstenaars is ook geen eeuwig leven beschoren.

De projectsubsidies, de kern van het cultureel O&O-beleid, mogen niet mee in de maalstroom van de groei van de algemene middelen voor onderzoek en ontwikkeling. Integendeel, de aanvragers moeten meteen een internationaal niveau bereiken. Wie kan meteen een hemels niveau halen? Zijn die middelen niet bedoeld om te groeien, in de richting van een hoog niveau? Lees de facto dat er strenger zal geoordeeld worden en er dus minder projecten zullen ondersteund worden.

Er gaat best wel wat positieve aandacht naar de cultureel erfgoedsector. Het is een prioriteit. De collecties van de musea en erfgoedbibliotheken, archiefinstellingen enz. ‘vertellen ons het verhaal van ons gedeeld verleden en de opbouw van onze Vlaamse identiteit’. Dat is een juiste maar ook een nogal eenzijdige benadering. Bizar dat de sector volgende maand een studiedag organiseert over de noodzaak om etnisch-cultureel diverser te werken… Maar goed, ze krijgen centen bij. Als maar een beter zakelijk beleid voeren. Hoezo?

Over topkunst gesproken. Voor de derde keer wordt in een regeerakkoord beloofd dat er een regeling komt voor internationale bruiklenen van onze musea. Dat is nodig om de onbetaalbare verzekeringspremies te vermijden. On verra.

Het is verder goed dat het de bedoeling is om te blijven inzetten op de verbreding, en verdieping van de vrijetijdsparticipatie van alle Vlamingen. Daarvoor wordt echter alleen gerekend op de Uitpas en de museumpas. Dat is, zacht uitgedrukt, bijzonder mager. Er moet een brede strategie komen.

De aandacht voor cultureel ondernemerschap wordt versterkt. Dat mag uiteraard, maar het mag niet het afschuiven worden van de verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid op de private sector.

Straalt het cultureel luik ambitie uit? Het enige grote project is een ‘museum voor de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen’. Twintig jaar geleden werd dat ook al eens geopperd. Is Vlaanderen niet veeleer een gemeenschap van steden? Zij hebben toch de geschiedenis bepaald van de kunstmatige constructie Vlaanderen? Het resultaat van toen zijn enkele mooie stedelijke musea waarvan STAM (Gent) en MAS (Antwerpen) de top uitmaken.

Het cultureel middenveld gemuilkorfd

Het moge duidelijk zijn dat het sociaal-cultureel werk binnen de lijntjes zal moeten kleuren. De lijntjes van centrum-rechts Vlaanderen uiteraard. Ondanks mooie woorden als:

‘We erkennen de verbindende en emancipatorische kracht van het sociaal-cultureel werk en het belang ervan voor de vorming van een betrokken samenleving (…)’. Het venijn zit in de staart van zodra het regeerakkoord het heeft over ‘een collectief gedeelde identiteit gebaseerd op een gemeenschappelijke sokkel van waarden (…)’. Het decreet voor die sector zal worden aangepast. In zoverre zelfs dat ‘Initiatieven die zich terugplooien op etnisch-culturele afkomst worden daarbij niet meer gesubsidieerd.’

Betekent dat dat het gedaan is met de etnisch-culturele federaties? Er zijn in Vlaanderen honderden dergelijke verenigingen. Mag ik beklemtonen dat ze heel veel goed werk doen, vooral bij de integratie en emancipatie van mensen van vreemde origine? Dat ze dat doen volgens het verenigingsmodel dat ook door de Vlaamse verenigingen in hun geschiedenis werd gebruikt? Het waren en zijn verenigingen van mensen met een gedeelde levenssfeer, arbeidersvrouwen bij KAV (Femma), landelijke en landbouwvrouwen bij KVLV… Onder gelijken ben je meer thuis.

Het is een springplank voor groei, voor een emancipatie die je tot ver buiten die (besloten) kringen brengt. Ik denk echter dat dit duivelse zinnetje uit het regeerakkoord veeleer als een waarschuwing moet worden gelezen, in de zin van ‘je moet je meer openstellen naar de Vlaamse samenleving’. Maar sympathiek is het niet. Mensen pesten, dat is het. Blijkbaar is de Vlaamse regering zinnens om door te zetten. Anders lees je niet dat de subsidietoekenning, al blijft die rekening houden met adviezen van externe experten, ‘zonder beperking autonoom berust bij de regering’.

Kortom, de regering zal haar zin doen en ingrijpen. Dat is ongezien in deze sector die traditioneel – en die term is hier echt goed bedoeld – niet ingrijpt in de inhoudelijke keuzes van sociaal-culturele werkingen, maar zich tot randvoorwaarden beperkt. Het (sociaal-cultureel) middenveld wordt gemuilkorfd en afgedreigd. Sorry, het klinkt hard, maar daar mogen we voor vrezen. Waar is de tijd dat de CD&V nog echt bestond? Het zou niet waar geweest zijn.

Er is ook een herkenbaar hoofdstukje over Limburg: ‘we versterken de werkingen van Z33, het expertisecentrum Bokrijk/Crafts en Alden Biesen (…)’. De opgestarte Limburgse trajectbegeleiding gaat ook verder. Achterstelling loont soms. De bovenbouw zal verder worden ingekrompen ten bate van het cultureel veld. Voorspelbaar, maar een holle slogan.

Er wordt daarnaast ook geïnvesteerd in infrastructuur. Dat is goed, maar, is er enig criterium of wordt er vooral aan bevriende lokale overheden gedacht? De gouden driehoek vaart er in ieder geval wel bij. Zie maar: het Amerikaans Theater, het KMSKA, het M HKA, het Kaaitheater, de Gentse operasite, de Bourla, de nieuwe museumsite in Brugge… Het enige buitenbeentje is het Kunstencentrum Stuk, maar dat is dan geen organisatie waar het lokaal bestuur bij betrokken is. Toeval? Er staan in Vlaanderen heus wel meer interessante projecten op stapel.

Merk op dat de infrastructuurwerken ook deel uitmaken van een breder cultuurtoeristisch verhaal: ‘Vlaamse meesters en Vlaams erfgoed op de kaart zetten’. Zucht. Als er dan in cultuur wordt geïnvesteerd, dan het moet dat vooral economische belangen dienen.

En waar we niks over lezen? Dat is te veel om op te sommen, daarom een greep:

Niks over talenten kansen geven; niks over doelgroepen die minder aanwezig zijn in de zaal, niks over het verduurzamen van het cultureel veld, niks over een stijging van het cultuurbudget (nu 1,18% van het hele Vlaamse budget), niks over meer kleur in de culturele praktijk, niks over samenwerking met onze Franstalige landgenoten, niks over Europese doelen inzake cultuur, niks over een nieuw cultuurpact, niks over de inspanningen van lokale besturen, niks over hoe het beleid zal tot stand komen…

Mijn’s hartzen bloedt’ (PC Hooft).

Bart Caron is voormalig Vlaams volksvertegenwoordiger voor Groen, en gewezen voorzitter van de cultuurcommissie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content