Opnieuw moet in ons land een slachthuis de deuren sluiten, ditmaal in Heist-op-den-Berg. De erkenning van het bedrijf, dat 32 werknemers telt, is dinsdag ingetrokken door het Federaal Voedselagentschap (FAVV), na een stroom van processen-verbaal voor onder meer gebrekkige hygiëne.
Dat berichten Het Laatste Nieuws en De Morgen woensdag. Het runderslachthuis in Heist-op-den-Berg ligt al jaren in de clinch met het FAVV.
Sinds 2015 maakten controleurs van het FAVV tientallen pv’s op. Die gaan niet alleen over hygiëne, maar ook over het onderhoud van de infrastructuur, de gebrekkige opleiding van het personeel en het intern systeem van kwaliteitscontrole.
‘Om de voedselveiligheid te garanderen, werden in de voorbije maanden meermaals volumes vlees in beslag genomen’, zegt FAVV-woordvoerster Katrien Stragier. ‘Een half jaar geleden werd een herstelplan opgemaakt met de bedoeling om de inbreuken aan te pakken, maar dat leverde niks op.’
Gebeurt vaker
De timing van de aankondiging heeft volgens Stragier dan ook niets te maken met de grotere gevoeligheid die ontstond na de Veviba-affaire voor zaken die te maken hebben met vlees. ‘Alles is geprobeerd, maar de maatregelen hadden toch niet het gewenste effect. We gaan niet lichtzinnig over een intrekking van een vergunning.’
Tegelijk stipt Stragier aan dat er elk jaar wel enkele vergunningen worden ingetrokken, ‘gemiddeld een tweetal per jaar’. Vorig jaar moesten zo nog vier slachthuizen de deuren sluiten. De aanleidingen daarvan waren de woordsvoerster onbekend.
Strijdvaardig
Zaakvoerder Frederik Mortelmans reageert strijdvaardig. ‘Wij werken zoals het hoort en zullen de intrekking met alle mogelijke juridische middelen aanvechten. De tekortkomingen waarover het FAVV het heeft, zijn inmiddels achterhaald. We kregen onlangs zelfs nog een certificaat na een grondige audit.’
