Conner Rousseau en Noël Slangen over de ‘harde hand’ van de overheid: ‘Scholen zullen en masse dichtgaan’

Conner Rousseau: 'Er zou een volksopstand moeten komen tegen het non-beleid van mobiliteitsminister Lydia Peeters.' © Franky Verdickt
Walter Pauli

Moet je ongeboren kinderen beschermen tegen hun ongeschikte ouders? Moeten we begrip opbrengen voor lockdownfeesten? En wat met verplichte vaccinatie, ten minste in de zorg? Knack bracht Vooruit-voorzitter Conner Rousseau samen met Noël Slangen, de voorzitter van het Kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting, voor een tweegesprek over de ‘harde hand’ van de overheid.

Die vrijdag in Gent. Op het moment dat het Overlegcomité nieuwe anticovidmaatregelen bespreekt, geeft Conner Rousseau een vuistje aan Noël Slangen. We zitten aan een tafeltje in de hoek van de gezellige maar bomvolle koffiebar FranzGustav. De controle is er streng: niet alleen ons CST maar ook ieders identiteitskaart wordt bekeken. De zaak is coronaproof, zo bevestigt ook de CO2-meter van Noël Slangen. ‘Ik heb hem altijd op zak. Als de meter in het rood gaat, vraag ik om een raam te openen. Hier kleurt hij groen.’

Corona is niet de enige kwestie die politici dwingt tot maatregelen die volstrekt incompatibel leken met onze sociale opvattingen en burgerlijke vrijheden – lockdowns, sluitingsuren, nachtklokken, verplichte identificatie, verplichte inentingen. Intussen weten we beter. Een meer gespierde aanpak maakt blijkbaar ook in andere beleidsdomeinen opgang. Conner Rousseau presenteerde vorige week namens Vooruit een voorstel tot decreet tegen kinderverwaarlozing. Het gros van de media-aandacht ging naar één voorstel: in gezinnen waarvan de hulpverlening vaststelt dat ze een onveilige omgeving voor kinderen zijn, kan een rechter – indien nodig al vóór de geboorte – beslissen dat een kind uit huis wordt geplaatst.

Als voorzitter van het Kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting wilde Noël Slangen graag zijn licht laten gaan over dat plan. Als vanzelf ging die discussie over in een algemener debat, met als inzet: waarom wordt in deze coronatijden de ‘warme hand’ van de overheid ook een ‘harde hand’, van het onderwijs tot de gezondheidszorg?

Ik vind het belangrijk dat scholen open kunnen blijven, want ik wéét welke kinderen het meest getroffen worden als dat niet zo is.

Conner Rousseau

Conner Rousseau: Ik ben mijn hele leven al betrokken bij jeugdkampen in de Barkentijn in Nieuwpoort (vakantiecentrum op de dijk, nvdr). Ik werd er voor het eerst met kinderarmoede geconfronteerd, want als white privileged kid kende ik dat niet. Daar is mijn engagement gegroeid en ben ik socialist geworden. Een uitvloeisel daarvan is dit decreet, dat ik de voorbije maanden samen met tientallen experts, hulpverleners, jeugdrechters en jongeren heb uitgewerkt. Het is een hele bundel met tientallen voorstellen. (tegen Noël Slangen) Maar als ik naar de pers stap met de boodschap dat ik 50 miljoen euro nieuwe investeringen wil in de Bijzondere Jeugdzorg, dan krijg ik daarvoor nul aandacht. Nul. Als ik spreek over strengere maatregelen voor verslaafde ouders, kom ik in Knack.

Noël Slangen: Ik zou voorzichtiger omspringen met persoonlijke ervaringen en specifieke voorbeelden als basis om algemene regels uit te vaardigen. Vaak maken ze bestaande problemen groter dan ze zijn.

Rousseau: Het gaat in Vlaanderen om 15.000 kinderen met een problematische thuissituatie, en elk jaar komen erbij. Daarom vragen we meer middelen en meer mensen. Tegelijk willen we de bestaande hulpverleners betere tools geven om sneller te kunnen ingrijpen. Vandaar ons voorstel om in gezinnen waarvan hulpverleners en het gerecht vinden dat ze een onveilige plaats zijn voor kinderen – bijvoorbeeld omdat er al kinderen in een instelling zijn geplaatst – te vertrekken van een ‘weerlegbaar vermoeden’ van een ‘verontrustende opvoedingssituatie’. De ouders zullen moeten aantonen dat de gezinssituatie verbeterd is en dat hun nieuw kind er wél veilig kan opgroeien. Als uit de gesprekken tussen de ouders en de zorgverleners blijkt dat het nog altijd niet zo is, kan er als ultiem middel inderdaad beslist worden tot een ‘uithuisplaatsing’.

U wilt dat die maatregel al voor de geboorte van een kind genomen kan worden.

Rousseau: Ik heb al met jongeren gewerkt die voor het leven getekend zijn omdat de moeder tijdens de zwangerschap verslaafd was aan heroïne. Daardoor zitten sommige kinderen voor de rest van hun leven opgescheept met medicatie. Anderen lijden aan een hersenletsel. Ik heb een geval gekend waarbij een jonge moeder haar kinderen ter beschikking stelde van pedofielen in ruil voor geld voor drugs – en dat is niet eens het schrijnendste voorbeeld. Dan is er niet veel méér bewijs nodig, denk ik, om ervan uit te gaan dat haar kinderen zich in een bijzonder onveilige situatie bevinden. Als er nog een kind bij komt, is het misschien niet onlogisch om dat kind zo vlug mogelijk te beschermen tegen de eigen moeder. Dat niet doen, vind ik schuldig verzuim.

De gezondheidszorg moet openblijven. Dat is belangrijker dan wat elk personeelslid voor zichzelf zou willen. À la guerre comme à la guerre.

Conner Rousseau

Slangen: U zegt dat zo’n beslissing tot uithuiszetting niet lichtvaardig wordt genomen. Dat geloof ik. Maar mijn vraag is: als je kinderen uit huis haalt, waar brengt u ze naartoe?

Rousseau: Naar een pleeggezin of naar een instelling.

Een omgeving waar geen drugs worden gebruikt, is altijd beter dan één waar dat wel gebeurt.

Slangen: Kinderpsycholoog Peter Adriaenssens is van mening dat instellingen geen veilige omgevingen zijn. Er is bijvoorbeeld veel seksueel misbruik: sterkere probleemjongeren misbruiken zwakkere lotgenoten. Dat neemt niet weg dat kinderen uit sommige erg onveilige gezinssituaties inderdaad geplaatst moeten worden door de overheid. Maar dat is echt een uitzonderlijke stap. In méér gevallen is het beter om de gezinsomgevingen veiliger te maken. Dat maakt kinderen veel weerbaarder dan als ze hun verdere jeugd moeten doorbrengen in een instelling. Vraag is wat die scheiding op termijn uithaalt, want vroeg of laat vraagt elk kind naar zijn ouders.

Noël Slangen: 'In sommige
Noël Slangen: ‘In sommige “kwaliteitsscholen” wordt jaar na jaar een zeker aantal leerlingen bewust gebuisd.’© Franky Verdickt

Rousseau: Ook ons ontwerpdecreet wijst op het belang van een herstel van de band tussen de kinderen en de ouders. Maar dat gaat natuurlijk over bestaande kinderen en hun ouders. Als er nog nieuwe kinderen geboren worden, en zo’n gezin dus méér kinderen gaat tellen, wordt de kans op herstel per definitie kleiner. Wie niet kan zorgen voor twee kinderen, zal dat zéker niet kunnen voor vijf. Dat is boerenverstand.

Slangen: Ik zou oppassen met ‘boerenverstand’. De jeugdpsychiatrie is bijna volledig gedomineerd door kinderen met een witte en rijke achtergrond. In de instellingen, daarentegen, zien wij vooral gekleurde en arme kinderen. Kinderen met identiek dezelfde problematische thuissituaties worden vanwege een andere huidskleur en een lagere sociale status naar andere vormen van hulpverlening georiënteerd.

Meneer Slangen, u getuigde in het verleden al over uw eigen jeugdjaren, als kind uit een vierdewereldgezin. Welke aanpak zou in uw geval het meest aangewezen zijn geweest?

Slangen: Ik geef liever geen algemene raad vanuit mijn eigen ervaringen. Dat vind ik een beetje een probleem in Conners verhaal: het is nadrukkelijk gekleurd door wat hij heeft gezien en meegemaakt in de Barkentijn. Het is goed dat hij weet waarover hij spreekt, maar het blijft noodzakelijk om je eigen ervaringen te toetsen aan de buitenwereld en aan algemene inzichten. Je doet het best niet te veel aan politiek vanuit je persoonlijke anekdotiek. Vandaar dat ik enige moeite heb met de ‘flinkse’ benadering van problematische gezinssituaties. Het gebeurt wel vaker dat de politiek meer aandacht heeft voor specifieke misbruiken dan voor het echte probleem. Het totale bedrag van sociale vergoedingen dat niet opgenomen wordt door mensen die daar recht op hebben, is in ons land vier à vijf keer groter dan de kostprijs van het sociale misbruik. En toch focussen we ons altijd op dat laatste. Een grotesk voorbeeld daarvan is de toeslagenaffaire in Nederland. De fiscus zou zich toeleggen op de opsporing van sociaal misbruik. Na een tijd draaide zijn computersysteem op algoritmes die mensen met een migratieachtergrond sneller trof dan autochtone Nederlanders. 70.000 kinderen werden daardoor onterecht getroffen, en kregen te maken met armoede en gezinsproblemen.

Rousseau: Ik heb wel vertrouwen in de hulpverlening. Zeker als we die mensen beter ondersteunen en omkaderen. Ik ken ook instellingen waar het goed loopt en waar jongeren er wel beter uit komen. Fundamenteel is dat de Vlaamse overheid méér investeert in kwetsbare kinderen, omdat we geloven dat het uiteindelijk voor iedereen rendeert. Ik ken kinderen in wie niet werd geïnvesteerd en die de samenleving nadien véél meer hebben gekost.

In het debat over de urenlange busritten van kinderen in het buitengewoon onderwijs maakten de Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en zijn collega van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) duidelijk dat grotere budgetten geen optie zijn.

Rousseau:They don’t care. Ik weet wel dat het gemakkelijk klinkt vanuit de oppositie, maar het is schandalig dat we in een rijke regio de meest kwetsbare kinderen niet eens op een aanvaardbare manier op school krijgen. Het gaat niet over politiek, maar over menselijkheid. Er is in de Wetstraat veel te weinig aandacht voor zulke problemen. Dat geldt ook voor de pers. Ga eens na hoeveel zever er geschreven is over de formatie. Dagenlang, pagina’s vol: minister x heeft dit gezegd en voorzitter y dat. Opwinding alom. Terwijl er een volksopstand zou moeten komen tegen het non-beleid van Lydia Peeters.

Er ging te veel aandacht naar de antivaxers. Daardoor is het nu een legitieme beweging geworden. Daarin verschillen ze niet van de racisten.

Noël Slangen

Slangen: Je krijgt helaas vlugger een volksopstand wanneer de woonbonus wordt afgeschaft. Mensen willen wel graag solidair zijn, maar ze willen dat toch het liefst zijn met mensen zoals zijzelf.

Is het daarom dat er tijdens de covidlockdowns relatief weinig empathie was tegenover jongeren? Zij hadden ‘de oorlog niet meegemaakt’ en moesten vooral niet te veel klagen.

Rousseau: De manier waarop tijdens de lockdown het afstandsonderwijs werd georganiseerd, was een ramp voor kansarme jongeren. De kinderen die bij ons op kamp kwamen, hadden geen laptop.

Slangen: Ze hebben thuis zelfs geen eigen plaats voor een laptop.

Rousseau: Daarom vind ik het belangrijk dat scholen open kunnen blijven, omdat ik weet welke kinderen het meest getroffen worden als dat niet zo is.

Dat is dan een goed punt voor Ben Weyts. ‘Scholen open’ is zijn credo.

Rousseau: Momentje. Dat zeggen is één zaak, maar waarom zorgt Ben Weyts er niet voor dat ze open kunnen blijven? Deze fucking crisis treft onze jeugd al voor het dérde schooljaar op rij, en de kans is groot dat de toestand nog een jaar of drie, vier duurt. Wat is het perspectief voor het onderwijs? Zal Weyts tot 2024 blijven tweeten dat de scholen open moeten blijven, en laat hij intussen elke directie verder haar plan trekken? De scholen blijven niet open, dat ziet iedereen aankomen. Ze zullen de komende weken en masse dichtgaan. En iedereen weet welke kinderen daarvan de dupe zijn.

Slangen: De vraag is of je de problemen in ons onderwijs oplost met meer geld.

Rousseau: Zeker niet met nog meer besparingen.

Slangen: Onze middelbare scholen behoren tot de duurste van heel Europa, en toch daalt hun kwaliteit. Ik blijf erbij dat ‘meer geld’ geen oplossing is als men niet tegelijk een aantal belangrijke knelpunten aanpakt. Zo zijn onze Vlaamse scholen almaar minder bereid om om te gaan met diversiteit. Ze weten zich geen blijf met etnische diversiteit, maar ook niet met sociale verschillen.

De greep van een hoger opgeleide, rijkere, autochtone middenklasse op het onderwijs neemt toe?

Slangen: Niet alleen het Vlaamse onderwijs, maar heel Vlaanderen zit in de greep van de middenklasse. Wij verwijzen graag naar het Waalse cliëntelisme, en hoe slecht het is voor het hele land omdat de PS zich electoraal afhankelijk zou hebben gemaakt van allerlei steuntrekkers. Maar ook Vlaanderen wordt gedomineerd door een sociale groep die zo veel mogelijk middelen voor zichzelf opeist. De Vlaamse partijen hebben de druk niet kunnen weerstaan en hebben zich afhankelijk gemaakt van de middenklasse.

Rousseau: Mijn moeder (VUB-hoogleraar Christel Geerts, nvdr) vreest dat als we de kwaliteit van ons onderwijs niet omhoog krijgen, we afstevenen op een systeem met privéscholen. Dan krijg je pas een echte segregatie.

Slangen: Dat proces is nu al bezig. Sommige scholen zetten zich in de markt als ‘kwaliteitsscholen’. Jaar na jaar wordt een zeker aantal leerlingen bewust gebuisd, zeg maar: eruit geduwd. Vandaar hun reputatie van ‘goede school’. Maar daarvoor heeft die school wel eerst het leven van een aantal kinderen moeten breken.

In het voorjaar namen ontevreden jongeren het op tegen de politie in het Ter Kamerenbos. Bij welke groep lag jullie hart? Bij de balorige jongeren of bij de agenten te paard?

Slangen: Dat waren niet zomaar ‘jongeren’. Ik heb er niet veel kansarme jongens uit Molenbeek gezien.

Rousseau: Het ging vooral om kinderen van groene bobo’s. Veel jongeren hebben zich geërgerd aan de Ter Kamerenbosstudenten, die vooral veel hebben verpest voor anderen. Dat neemt niet weg dat we aan jongeren moeten blijven uitleggen waarom het nodig is om sommige maatregelen te nemen. Ik doe dat op mijn sociale media met mijn taalgebruik, in de wetenschap dat ze het zo sneller oppikken. Gemakkelijk is het niet.

Jongeren zijn nu eenmaal lichtjes antiautoritair. Een beleid van verplichtingen en verboden is per definitie moeilijk voor hen?

Slangen: Je moet tegen jongeren zeggen dat ze de regels moeten volgen. En tegelijk moet je soepel zijn als ze dat eens niet doen.

Toch overweegt de regering nog hardere dwangmaatregelen. Wat vinden jullie van verplichte vaccinatie – voor zorgverstrekkers, of voor de hele bevolking?

Slangen: Alles draait om proportionaliteit. Gezien de steeds ernstiger situatie waarin we terechtkomen, denk ik dat een verplichte vaccinatie proportioneel is.

Voor iedereen?

Slangen: Ja. Vaccinatie is een vorm van vrijheid, en niet-vaccinatie van onvrijheid. Vandaag wordt een grote meerderheid van de mensen veel vrijheden ontnomen vanwege de aparte opvattingen over vrijheid van een kleine groep. Het bizarste argument tegen de verplichte coronavaccinatie is toch dat de overheid dit niet kan afdwingen en controleren. Dat kun je toch ook zeggen van een stoplicht? Wat doen we met wie door het rood rijdt? Sleuren we hem uit zijn auto? Nee, de overheid heeft een cascade aan drukmiddelen om de gemeenschappelijke veiligheid af te dwingen.

Rousseau:(lacht) +1. Ik kan het niet beter zeggen.

Hebt u dat ook uitgelegd aan Miranda Ulens van het ABVV? De vakbonden vinden zelfs de verplichte inenting van zorgpersoneel onaanvaardbaar.

Rousseau: Ik heb Miranda gezegd dat ik niet zal toegeven aan deze syndicale druk, wat de PS wel heeft gedaan. Socialisten gaan voor collectieve maatregelen die collectieve vrijheden waarborgen. Sectoren zoals de gezondheidszorg moeten openblijven. Dat is belangrijker dan wat elk personeelslid voor zichzelf zou willen. De pandemie ís er wel, hé. À la guerre comme à la guerre. Ook dat maak ik duidelijk in discussies met antivaxers.

U gaat het debat aan met antivaxers?

Rousseau: Toch met mensen die twijfelen en mij vragen: ‘Waarom moet je gezonde mensen pesten met een verplichte inenting?’ Ik leg hen dan uit dat ik kerngezond ben en toch corona heb opgelopen. En daarna had ik zés maanden kinesitherapie nodig om erbovenop te komen. We moeten ook ophouden met zeggen dat de vaccins niet helemaal gedaan hebben wat we ervan verwachtten. Dat hebben ze wél gedaan. Alleen worden de virussen voortdurend sterker. Dus moeten ook wij sterker worden, door ons beter te organiseren en te verdedigen.

VRT-journalist Chris Van den Abeele klaagt aan dat zijn kankerbehandeling uitgesteld wordt omdat ook niet-gevaccineerde covidpatiënten voorrang krijgen. Vreest u de dag niet dat ziekenhuizen bepaalde patiënten niet meer zullen toelaten?

Slangen: Dat kan ethisch niet. Wie rookt of drinkt, wie obees is of te snel rijdt, heeft ook recht op gezondheidszorg. Het illustreert opnieuw dat de discussie over vaccins een debat is over vrijheid. De groep die zich niet vaccineert, bedreigt de vrijheden van iedereen.

Rousseau: Ik ben socialist, en voor mij is de toegang tot de gezondheidszorg onvoorwaardelijk. Mensen mailen me vaak: ‘Laat wie zich niet vaccineert toch de volle pot betalen in het ziekenhuis.’ Néé: ook met niet-gevaccineerden zijn we solidair, ondanks alles. Maar om zulke dilemma’s in de toekomst te vermijden, dient dus het 2G-beleid. Dat is natuurlijk een dwangmaatregel richting verplichte vaccinatie: wie niet gevaccineerd is, raakt op veel plaatsen niet meer binnen.

Toch lijkt de samenleving de tanden stuk te bijten op de hardnekkigheid van de antivaxers. Steeds meer ouders beginnen zelfs te twijfelen aan vaccins zoals die tegen mazelen en rodehond. Is het niet contraproductief om hen te stigmatiseren?

Rousseau: Dat is een valse tegenstelling. De PVDA en het VB vinden dat je mensen niet kunt ‘dwingen’. Raar toch voor partijen met zo veel sympathie voor totalitaire regimes.

Slangen: Zij zien natuurlijk dat een flink deel van hun potentiële kiezers oor heeft voor de boodschap van de antivaxers.

Rousseau: Inderdaad, die partijen spelen het puur politiek. Daarom komen ze plots aanzetten met de vraag: ‘Zouden we hen niet beter overtuigen?’ Alsof we in de twee voorbije coronajaren niet hebben geprobeerd om mensen te overtuigen van het nut van onprettige maatregelen?

Slangen: Er is te veel aandacht gegaan naar de antivaxers. Daardoor is het nu een legitieme beweging geworden. Daarin verschillen de antivaxers niet van de racisten.

Het racisme wordt bestreden sinds Zwarte Zondag, de overwinning van het VB in 1991. Zelfs na dertig jaar is die oorlog niet gewonnen. Waarom zou dat anders lopen met antivaxers?

Slangen: Dat vrees ik ook, helaas. Je krijgt tandpasta niet terug in de tube.

Meneer Rousseau, vorig jaar tweette u: ‘He’s back, bitches.’ Bent u nog altijd even blij met de comeback van Frank Vandenbroucke?

Rousseau: En of. Ik daag iedereen uit om een betere minister van Volksgezondheid te vinden dan Frank. Hij is erg loyaal, soms té: hij voert altijd uit wat in groep werd beslist. Ook als hij weet dat wat werd beslist niet perfect is. Vorige week trok hij als eerste aan de alarmbel toen hij zag dat de zaken weer fout begonnen te lopen.

Onlangs vergeleek Noël Slangen Ben Weyts’ getreuzel omtrent de CO2-meters met het gedraal van Frank Vandenbroucke over de boosterprik: ‘Dat was als wachten op een internationale studie over het effect van brandblussers, terwijl het huis in de fik staat.’

Rousseau:(haalt de schouders op) De ene keer schrijft de pers dat de experts de politici niet moeten opjagen, een andere keer dat politici sneller moeten durven te gaan dan de experts. Frank houdt zich aan zijn lijn: hij volgt de experts, en dat is wellicht de verstandigste opstelling. Kijk, het uitrollen van die booster mocht van mij ook sneller gebeurd zijn. Maar voor een nieuweling als ik gaat in de politiek alles te traag.

Noël Slangen

– 1965 geboren in Hasselt

– 1987 richt communicatiebureau Slangen & Partners op

– 1999-2002 lid van de beleidsraad van premier Guy Verhofstadt

– 2002 richt consultancybureau Groep C op

– 2013 verkoopt zijn bedrijven

– 2014 lijstduwer voor Open VLD bij de Vlaamse verkiezingen, stapt in 2016 uit de politiek

– 2019-vandaag voorzitter van het Kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting

– 2019-vandaag algemeen directeur van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (POM)

Conner Rousseau

– 1992 geboren in Sint-Niklaas

– 2018 master in de rechten (UGent)

– 2013-2014 communicatieadviseur bij Freya Van den Bossche en John Crombez

– 2015-2019 directeur nieuwe media bij de SP.A, partijwoordvoerder

– 2019-vandaag Vlaams Parlementslid

– 2019-vandaag SP.A-voorzitter, vormt in 2021 SP.A om tot Vooruit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content