CM-voorzitter Luc Van Gorp ziet het einde van onze politieke cultuur: ‘De zuil is al lang dood’

Luc Van Gorp: ‘Ik zou een heel slechte minister van Welzijn zijn.’ © AURÉLIE GEURTS

Wie denkt dat de Christelijke Mutualiteit het liefst spreekt over ligdagprijzen of forfaits in de thuiszorg, heeft Luc Van Gorp nooit bezig gehoord. Naar aanleiding van Rerum Novarum zegt de CM-voorzitter waar het op staat: ‘Ik geloof echt dat het huidige politieke systeem aan zijn limieten zit en dat we de democratie moeten herdenken.’

De ochtend dat Knack CM-voorzitter Luc Van Gorp interviewt, zijn het ontslag van Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) en de kwestie van zijn opvolging nog altijd the talk of the town. Ook bij CM is welzijn een erg belangrijk onderdeel van het takenpakket. Of het nu om woonzorgcentra gaat of om mantelzorgers, palliatieve zorg, thuiszorg of de veelbesproken contactopsporing: de minister van Welzijn is er de ultieme verantwoordelijke voor. Toen de CD&V op zoek moest naar een opvolger voor Wouter Beke werden niet alleen christendemocratische politici met enige ervaring en ambitie genoemd, maar vielen ook de namen van belangwekkende outsiders. Een van hen was Luc Van Gorp.

Wie een patiënt heeft aangeraakt, gewassen of geroken, kijkt op een heel andere manier naar de gezondheidszorg.

Luc Van Gorp: Als potentieel wit konijn, bedoelt u? Dat heb ik ook gelezen. (lacht) Maar het waren alleen journalisten die mij probeerden te bellen toen over Bekes opvolger werd gepraat. Van de CD&V heb ik dat weekend niemand gehoord of gezien.

U vindt dat jammer?

Van Gorp: Echt niet. Ik zou een heel slechte minister van Welzijn zijn. Niet alleen doordat ik geen politicus ben, maar ook omdat ik geloof dat een samenleving vandaag van onderuit moet worden opgebouwd en niet van bovenaf. Daarom spreekt iemand als Teun Toebes mij zo aan. Toebes is een jonge Nederlandse zorgvernieuwer die in een woonzorgcentrum tussen de bewoners met dementie woont. Met zijn ervaringen en verhalen ráákt hij mensen. Dat doen onze politici veel te weinig.

Dat had vooral Wouter Beke niet goed genoeg begrepen?

Van Gorp: Alles draait om connectie. Hoe zorg je ervoor dat je met andere mensen verbonden blijft? Ik geloof dat de meeste politici, ook Wouter Beke, oprecht geloven dat ze dat doen. Maar dat is vaak niet zo. Connecteren doe je niet met woorden alleen. Om mensen te raken, moet je naar hen luisteren, interesse tonen, tijd voor hen maken ook. Daarom stimuleren wij onze CM-consulenten of adviserend artsen om naast hun officiële functie ook een of ander engagement op te nemen in de zorg. Wie een patiënt heeft aangeraakt, gewassen of geroken, kijkt op een heel andere manier naar de gezondheidszorg.

Veel politici zullen zeggen dat het net hun taak is om afstand te houden zodat ze het emotionele niveau kunnen overstijgen.

Van Gorp: Wat is dat voor onzin? De emotieloze mens bestaat niet. Je hoeft je niet door je emoties te laten leiden in je leven, maar je moet ze wel toelaten. Een mens – en dus ook een politicus, of eender wie met verantwoordelijkheid – moet zich genoeg durven open te stellen om geraakt te kunnen worden door de dingen die vandaag echt niet oké zijn in de samenleving. Neem de wantoestanden bij de pakjesleveranciers. Een paar weken geleden zijn de eerste PostNL-doden gevallen. Een bezorger had zijn bestelwagen met draaiende motor aan de kant van de weg gezet om zo weinig mogelijk tijd te verliezen. Terwijl hij zijn pakje afleverde, kwam de wagen in beweging en reed twee mensen aan. Dat kan alleen maar gebeuren doordat pakjesbezorgers te hard en te snel moeten werken en ook nog te weinig verdienen. Vaak zijn die koeriers mensen van kleur die weinig alternatieven hebben. Het lijkt wel een moderne vorm van slavernij.

Dat komt ook omdat iedereen het tegenwoordig doodnormaal vindt dat we alles wat we willen meteen moeten kunnen krijgen. Met mijn kinderen heb ik het daar ook vaak over. Ik schaam me er haast voor als ik iets bestel, terwijl zij het de normaalste zaak van de wereld vinden om spullen thuis te laten bezorgen en ze daarna gewoon terug te sturen als ze hen niet bevallen. Dat systeem is onhoudbaar.

Was dat ook fout van Wouter Beke? Dat hij het systeem alleen beheerde en ogenschijnlijk niet werd geraakt door het leed dat hem als welzijnsminister zou moeten aangaan?

Van Gorp:Het is ingewikkelder dan dat. De publieke opinie is tegenwoordig ongenadig voor wie zich zwak toont. Of het nu een politicus zoals Wouter Beke is tijdens de coronacrisis, of iemand zoals gezondheidseconoom Lieven Annemans die het coronabeleid net bekritiseert. Met Annemans heb ik trouwens altijd contact onderhouden. In de weken dat het beleid helemaal naar de andere kant overhelde, bleef hij aandacht vragen voor het welzijn en welbevinden van de mensen. Dat was terecht, maar het bleek in volle lockdown onbespreekbaar te zijn. Daarom werd hij bijzonder zwaar aangepakt. Zelfs zijn integriteit werd in twijfel getrokken. Wat Annemans ook deed, alles werd tegen hem gebruikt. Hetzelfde zag je in de laatste maanden van Wouter Bekes ministerschap. Zo kon hij zijn job natuurlijk niet blijven doen. Op den duur besefte hij zelf ook dat de kritiek pas zou stoppen als hij opstapte. Dat is een beetje zoals vroeger op school. Zodra de pestkoppen een aanleiding zien om een ander kind aan te vallen, laten ze niet meer los.

We moeten af van het idee dat een toppoliticus perfect moet zijn. Een mens kan toch de mist ingaan, berouw tonen en opnieuw beginnen?

Kritiek geven op het beleid van een minister is toch nog geen pesten?

Van Gorp: Het ging helemaal niet meer over het beleid van Wouter Beke, maar over de manier waarop hij als minister functioneerde. Dan wordt het persoonlijk. Pas toen Beke ontslag had genomen, begon men op te sommen wat hij wél goed had gedaan. Hetzelfde met Joachim Coens. Maandenlang werd Coens verguisd, maar zodra hij zijn vertrek als CD&V-voorzitter had aangekondigd, leefde men weer met hem mee. Over de doden niets dan goeds.

We moeten dus af van het idee dat een toppoliticus perfect moet zijn. Een mens kan toch de mist ingaan, berouw tonen en opnieuw beginnen? Ook een politicus moet soms kunnen toegeven dat hij of zij de zaken niet onder controle heeft. Er zou niets mis mee mogen zijn om te erkennen dat iets niet goed is gelopen en vervolgens te kijken hoe het beter kan.

Opvallend was wel dat Beke ook bakken kritiek kreeg uit eigen rangen, zoals van Zorgnet-Icuro, het ACV en gaandeweg ook van steeds meer CD&V’ers. De ooit zo sterke en homogene katholieke zuil is niet meer wat ze geweest is.

Van Gorp:De zuil is al lang dood. Ik behoor helemaal niet tot een zuil en ik heb ook geen kleur.

U bent geen lid van de CD&V?

Van Gorp: Nee. Van geen enkele partij. Nooit geweest ook.

Ook van ACV-voorzitter Marc Leemans is bekend dat hij geen CD&V-lid is. Maar het ACV en CM zijn toch nog altijd twee van de belangrijkste zuilorganisaties?

Van Gorp: Ik vind ‘zuil’ een belachelijk woord. CM heeft 4,5 miljoen leden. Dat is de kleine helft van de Belgische bevolking. Dat staat dus helemaal niet in verhouding met de politieke machtsverdeling. Mochten al onze leden op de CD&V stemmen, dan behaalde die partij 40 procent van de Vlaamse stemmen. Nu de verschillende politieke partijen niet meer zo groot zijn, is het meer dan ooit de taak van CM om onze leden een stem te geven.

Bij de CVP kwam destijds elke week de officieuze ‘agendacommissie’ samen, met onder meer de voorzitters van het ziekenfonds, de vakbond, de middenstand en de Boerenbond. Bij hen lag de echte macht, niet bij het officiële CVP-partijbestuur. Overlegt u vandaag nog met de collega’s van die andere grote sociale organisaties?

Van Gorp: Natuurlijk heb ik nog geregeld gesprekken met de CD&V en met de andere middenveldorganisaties. Maar met Beweging.net (het vroegere ACW, nvdr) hebben we in 2021 definitief besloten dat we voortaan praten en samenwerken met álle mensen en partijen die onze doelstellingen willen verwezenlijken. Dus onderhouden wij niet meer alleen systematische contacten met de CD&V, maar ook met Groen en Vooruit. En af en toe zie ik ook Bart De Wever (N-VA).

Luc Van Gorp: ‘De samenleving die we dachten te hebben, waarin alles onder controle is, verdwijnt.’
Luc Van Gorp: ‘De samenleving die we dachten te hebben, waarin alles onder controle is, verdwijnt.’ © AURÉLIE GEURTS

De nieuwe minister van Welzijn, Hilde Crevits (CD&V), wil van de strijd tegen het personeelstekort in de zorg haar grootste prioriteit maken. Stemt dat u hoopvol?

Van Gorp: Die mensen zijn er gewoon niet. (denkt na) Iedereen doet lyrisch over de nieuwe cao voor de Vlaamse zorgsector, waarvoor de overheid 577 miljoen euro extra heeft uitgetrokken, maar eigenlijk is dat deels een besparing. Wat voor zin heeft het om zo veel geld vrij te maken voor extra personeel als je goed weet dat er niemand beschikbaar is om die jobs te doen? Dat is alsof je vandaag 100 miljoen extra aan de seminaries zou geven om meer priesters op te leiden. In de zorg zijn er op dit moment meer dan 7000 vacatures! Weet u dat het UZ Leuven zelfs overweegt om een van de afdelingen geriatrie te sluiten omdat er niet genoeg verpleegkundigen zijn? Dat is ongezien.

Vandaar dat er extra verpleegkundigen en zorgkundigen uit het buitenland worden gehaald.

Van Gorp: (cynisch)Dat moeten we vooral doen, ja. Misschien werkt het nog net om mensen uit het buitenland te halen om in de steenkoolmijnen te werken – al kon je je daar ook al veel vragen over stellen maar niet om voor anderen te zorgen. Daarmee geef je als samenleving ook het signaal dat zorg iets betekenisloos is dat we gemakkelijk kunnen uitbesteden. Het probleem is dat onze zorg in de loop der jaren zo is geprofessionaliseerd dat de inwoners van ons land zijn gaan geloven dat het niet meer nodig is om zelf voor anderen te zorgen. We besteden zo veel mogelijk zorg uit, of het nu kinderopvang, ouderenzorg of palliatieve zorg is: we gaan ervan uit dat er altijd professionals zijn om die taak op zich te nemen.

De samenleving die we dachten te hebben, waarin alles onder controle is, bestaat niet meer. Mensen vinden het heel normaal dat ze hun oude ouders naar een woonzorgcentrum kunnen brengen en dat daar dan personeel is dat voor hen zorgt. Maar wat zien we vandaag? Op sommige plaatsen is het personeelstekort zo groot dat mensen opgebeld worden met de vraag hun vader of moeder te komen ophalen om hen weer thuis te verzorgen.

Is het dan geen goede zaak dat de federale en Vlaamse regering 12.000 langdurig zieken weer aan het werk willen krijgen tegen 2024?

Van Gorp: Dat is een prachtig initiatief, maar het blijft een druppel op een hete plaat. In België zijn er vandaag 479.000 mensen die langdurig ziek en dus arbeidsongeschikt zijn. Trek er die 12.000 van af en er blijven er nog altijd 467.000 over. Waar staan we dan? Zo’n 100.000 langdurig zieken lijden aan mentale gezondheidsproblemen, zoals een burn-out of een depressie. Hén terug naar de arbeidsmarkt halen, zou pas een verschil maken. Door onze manier van leven zullen er ook alleen maar meer mensen zijn die op een dag tegen een muur aanlopen. Vooral vrouwen betalen in ons neoliberale systeem de rekening. Onlangs nam minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) onbetaald verlof op om voor haar zwaar zieke man te kunnen zorgen. Meyrem Almaci zei dan weer dat ze stopt als voorzitster van Groen omdat ze meer tijd voor haar gezin wil. En de Gentse schepen Elke Decruynaere (Groen) stapt uit de politiek omdat ze de zorg voor haar familie niet langer met dat werk kan combineren. Het lijkt mij geen toeval dat het om drie vrouwen gaat.

Onze politici hanteren een eigen kader en een taal die buitenstaanders amper begrijpen.

De reden dat steeds meer mensen moeten afhaken, ligt natuurlijk voor de hand. Het is zoals in dat liedje van Herman van Veen: ‘We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.’ Tot we niet meer rechtop kunnen staan, niet meer kunnen denken en alles stilvalt. We moeten er dus voor zorgen dat alles wat minder snel gaat. Zeker nu we allemaal langer moeten werken. Ik behoor ook al tot de generatie die de pensioenleeftijd pas op 67 jaar bereikt.

Met z’n allen langer werken is toch nodig om ons sociaal stelsel betaalbaar te houden? Is dat geen topprioriteit voor CM?

Van Gorp: Mij gaat het erom dat zo’n lange loopbaan pas haalbaar is als ze wordt vertraagd, zodat er minder stress bij komt kijken. Ik hoopte dat corona dat besef zou doen groeien. In maart 2020 kwam alles tot stilstand. Wij moesten thuiswerken, kinderen mochten niet meer naar school, we konden niet meer winkelen. Ik herinner me nog dat ik op een zondag helemaal alleen over een lege snelweg naar Antwerpen reed. Ik dacht echt dat er iets zou veranderen, maar dat is niet gebeurd.

De pandemie heeft ook niet alleen rust gebracht. Politici zaaiden verwarring door gebrekkige communicatie.

Van Gorp: Er werden te veel verschillende commandoposten opgericht. Politici en experts navigeerden de hele tijd tussen het beheersen van de pandemie en het bewaren van de menselijkheid. Dat was niet evident. In Vlaanderen viel alles pas op zijn plaats toen topambtenaar Karine Moykens de leiding kreeg over de Vlaamse Taskforce Covid-19 Zorg. Karines daadkracht heeft een enorme rust gebracht. Ze zocht nochtans niet altijd naar het compromis, maar wel naar de beste oplossing. Ik vraag me zelfs af wat er was gebeurd als zij er niet zou zijn geweest. Vergeet niet dat de taskforce ook is opgericht om Wouter Beke te beschermen, want hij lag toen al onder vuur. Ik denk trouwens dat elke politicus die op dat moment minister van Welzijn zou zijn geweest, hetzelfde had meegemaakt. De kakofonie en de complexiteit waren soms zo groot dat ik ook niet zo goed meer wist hoe het allemaal in elkaar zat.

Omdat de contactopsporing niet bepaald vlot uit de startblokken schoot, kregen ook de Vlaamse ziekenfondsen veel kritiek.

Van Gorp: Dat was onterecht. Niemand in dit land had ervaring met contactonderzoek. Smals (de ICT-dienstenleverancier van de overheid, nvdr) kreeg een paar dagen tijd om een digitaal platform op te zetten. Dan is het niet zo vreemd dat er in het begin nog van alles mis mee was. Mensen konden bijvoorbeeld wel worden opgebeld, maar terugbellen lukte niet. Tegelijk kregen de ziekenfondsen de opdracht om in amper twee weken 1200 contacttracers te zoeken. Begin er maar aan. Maar toen al die kinderziektes waren opgelost, werkte de contactopsporing wél.

Het ging toch niet alleen om kinderziektes? Frank Robben, topman van Smals, werd beschuldigd van belangenvermenging omdat hij ook zitting heeft in het kenniscentrum van de gegevensbeschermingsautoriteit dat privacy-adviezen aflevert.

Van Gorp: Zo kun je iedereen wel van belangenvermenging beschuldigen. Ik weet eerlijk gezegd niet waar we vandaag hadden gestaan zonder Frank Robben. (zucht) Ik heb het echt moeilijk met al die kritiek op de contactopsporing. In het voorjaar van 2020 was er niemand die stond te springen om deze gigantische opdracht op te nemen. Uiteindelijk hebben onder meer de ziekenfondsen zich kandidaat gesteld. Toen waren we plots wel nodig. Maar amper waren we begonnen of sommige steden en gemeenten begonnen hun eigen contactonderzoek op te zetten. Zij stonden zogezegd dichter bij de mensen, en ze dachten het ook beter te kunnen dan wij. Maar zodra het lokaal misliep, stopten ze er weer mee en mochten wij het overnemen. Wat we ook deden of niet deden, het was nooit goed. Wat meer respect was wel op zijn plaats geweest. Aan de zijlijn is het gemakkelijk roepen.

Wie bedoelt u? De media?

Van Gorp: Ook binnen de Vlaamse regering en in het Vlaams Parlement. We werden heel aanvallend en denigrerend behandeld. Dat was echt onterecht. We hebben de centrale contactopsporing in heel moeilijke omstandigheden opgezet, en uiteindelijk heeft het goed gewerkt. Op een bepaald moment waren er gewoon zo veel besmettingen dat het totaal onmogelijk was om nog met iedereen contact op te nemen. Het ging toen over honderdduizenden telefoontjes.

De nieuwe cao voor de zorgsector waarvoor de overheid 577 miljoen euro extra heeft uitgetrokken, is deels een besparing.

Met een dergelijke ‘harde’ aanpak probeert de Wetstraat haar legitimiteit terug te winnen. Doorgaans tevergeefs.

Van Gorp: Vorige week was ik te gast aan de faculteit theologie van de KU Leuven. Ik werd er teruggekatapulteerd naar dertig jaar geleden, toen ik er zelf studeerde. Zo stelden ze me voor als ‘de man uit de wereld’. In tegenstelling tot de andere aanwezigen dus. Het is alsof die faculteit nog vastzit in de jaren 1990 en daar nooit is uitgebroken. De opleiding moet het vandaag van de buitenlandse studenten hebben, want de Vlamingen die er jaarlijks afstuderen zijn op één hand te tellen. Dat komt natuurlijk doordat er totaal geen connectie is tussen de theologen en de buitenwereld. De politiek zit in eenzelfde cocon vast. Ook daar zou een uitbraakpoging moeten gebeuren. Net als in de faculteit theologie hanteren onze politici een eigen kader en een taal die buitenstaanders amper begrijpen. Ik geloof echt dat het huidige politieke systeem aan zijn limieten zit en dat we de democratie moeten herdenken. Als geen enkele politieke partij nog een derde van de samenleving vertegenwoordigt, hoe kunnen politici dan iets in beweging brengen? Ze roepen wel allemaal even luid, maar met 10 procent van de stemmen kun je niet veel aanvangen. Daardoor is er een existentiële leegte ontstaan die door niemand wordt ingevuld.

Existentiële vragen leiden al snel tot ideologie. Hoe kijkt u naar de Verenigde Staten, waar het zogenaamd verworven recht op abortus nu weer onder druk staat?

Van Gorp: Ik heb altijd geweigerd om vanuit een ideologisch referentiekader over ethische thema’s als abortus of euthanasie te spreken. Ik geloof dat we eerbied moeten hebben voor het leven. Voor mij betekent dat dat je respectvol met iemands leven omgaat. In de zorg mag je een mens nooit in de steek laten – al gebeurt dat wel nog vaak. Iets anders is de heiligheid van het leven. Jezus is toen hij nog vrij jong was aan het kruis gestorven. Hij heeft de heiligheid van het leven dus niet verkozen boven de dood. Mocht het leven heilig zijn, dan zou dat willen zeggen dat we het ten koste van alles moeten behouden. Jezus Christus zelf heeft dat voorbeeld niet gegeven.

Het klinkt allemaal erg relativistisch. Er is geen zuil meer, geen bevriende partijen, geen ideologieën. Hoe bewaart u uw kompas?

Van Gorp: Vroeger geloofden we in het christelijke idee dat goed en kwaad krachten zijn die loodrecht tegenover elkaar staan. De Russische schrijver Vasily Grossman heeft ons geleerd dat het kwade net uit het goede ontstaat – dat heeft echt voor een ommekeer in mijn denken gezorgd. In 1917 geloofde de piepjonge Grossman nog dat de revolutie tegen de tsaar een goede zaak was. Vervolgens zag hij hoe het stalinistische systeem ontaardde. Dat kun je ook op ons Belgische model toepassen: de politiek is van goede intenties vertrokken, maar ergens onderweg is het fout gegaan. Je moet goedheid dus altijd kritisch blijven bevragen. Ik kijk elke dag in de spiegel en vraag me af of het nog goed is wat ik doe. Daar moet je altijd alert voor blijven. Ik kan er bijvoorbeeld echt niet tegen wanneer ik in de file sta aan te schuiven en een ambulance plots zijn zwaailichten aanzet zodat iedereen plaats moet maken. Ik heb zelf met een ambulance gereden: ik weet dat die bestuurder dat alleen doet om niet in de file te hoeven staan. Dat is machtsmisbruik, en daarom heb ik vaak zin om achter die ambulance aan te gaan en hem tegen te houden. Niemand mag het gevoel hebben dat hij of zij meer mag dan een ander. Niet als ambulancier, niet als politicus en niet als CM-voorzitter. Zodra je nog maar denkt dat je je meer kunt veroorloven dan een ander, loopt het fout.

Luc Van Gorp:

– 1966 geboren in Mortsel

– Bachelor in de verpleegkunde en de filosofie, master in de theologie

– 1995-2001 leraar verpleegopleiding Regina Mundi (Genk)

– 2002-2015 hoofd departement gezondheidszorg van de Katholieke Hogeschool Limburg (UCLL)

– 2008-2015 voorzitter Wit-Gele Kruis Vlaanderen

– 2015-vandaag voorzitter Christelijke Mutualiteit (CM)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content