Choreograaf Wim Vandekeybus strikt Trixie Whitley voor zijn nieuwe voorstelling TrapTown

Trixie Whitley tegen Wim Vandekeybus: 'Ik snap wat je wilt vertellen en hoe je in elkaar steekt. En hoe ouder ik word, hoe meer ik gewoon afga op mijn intuïtie.' © Johan Jacobs
Kristof Dalle Journalist

Voor zijn nieuwe voorstelling TrapTown wist Wim Vandekeybus Trixie Whitley te strikken. Ze levert niet alleen de soundtrack, maar speelt ook mee. De Ultima Vez-choreograaf en de Belgisch-Amerikaanse muzikante over het nut van dutjes, de ruis van meningen en grensoverschrijdend gedrag. ‘Jan Fabre was mijn creatieve vader, maar ik heb mijn vader ook heel snel vermoord.’

Dat hij al regelmatig gedacht heeft aan stoppen, zegt Wim Vandekeybus in de Molenbeekse lokalen van zijn dansgezelschap Ultima Vez, tussen de repetities door. Een verdieping hoger oefent een van zijn spelers een luide, hysterische buiklach. Toeval, maar aardig getimed. ‘Het is weliswaar een zeer vluchtige gedachte’, nuanceert de choreograaf. ‘Maar je kunt er niet omheen dat we in een conservatieve tijd leven. Zo open men in de jaren negentig was op het vlak van dans, zo angstig lijkt men vandaag wel. Als programmators horen dat je ook met tekst werkt in een dansvoorstelling, komen ze vaak niet eens meer kijken. Ze willen exact weten wat ze in huis halen. Terwijl ik merk dat het publiek er wel honger naar heeft.’

Ik kan mijn focus moeilijk bij één ding tegelijk houden, maar ADHD is ook maar een medische term

Trixie Whitley

Toch speelt ook zijn nieuwe voorstelling TrapTown gewoon weer vrolijk met de grenzen tussen dans, theater, concert en film. ‘Mijn hart ligt nu eenmaal bij film, maar je kunt moeilijk elke keer een langspeler maken en tien jaar van je leven opofferen.’ Vandekeybus ging aan de slag met een nieuwe tekst van Pieter de Buysser, over twee stammen in een van de buitenwereld afgesloten fabelstad. Het gros van de begeleidende beelden werd opgenomen in de stalen installatie ‘Labyrint’, die TrapTown-scenografen en architectenduo Gijs van Vaerenbergh ontwierpen voor het binnenplein van C-mine in Genk.

Na eerdere samenwerkingen met Mauro, Roland, Arno, David Byrne, Thierry de Mey en Marc Ribot, wist hij nu de Belgisch-Amerikaanse muzikante Trixie Whitley (en de Brusselse groep Phoenician Drive) te strikken. Whitley neemt niet alleen een deel van de soundtrack voor haar rekening, maar acteert ook in de film. ‘Trixie speelt Themis, een soort orakel. Een beetje zoals Jokanaan in Salomé van Oscar Wilde: ze komt heel echt over, maar ik ben er nog altijd niet uit of ze wel bestaat. Trixies muziek en persoonlijkheid hebben me altijd gefascineerd. Ik wou al met haar werken toen ze vooraan de twintig was, maar dat bleek niet het juiste moment. Blij dat ze nu wel heeft toegehapt.’

‘Ik had nog nooit een voorstelling van jou gezien’, valt Whitley in. ‘Maar ik bekeek je filmcollectie, en dat volstond. I get you. Ik snap wat je wilt vertellen en hoe je in elkaar steekt. Hoe ouder ik word, hoe meer ik gewoon afga op mijn intuïtie.’

TrapTown gaat over macht, onderdrukking en misbruik. Maar wat willen u en Pieter de Buysser precies vertellen over vandaag?

Vandekeybus:TrapTown is eerder een heruitvinding van de mythologie dan een grote commentaar op vandaag. Ik vind het verfrissend om een werk gewoon te presenteren, zonder toeschouwers op voorhand al opinies in te lepelen. Die komen er achteraf toch wel. Vroeger mocht iets nog gewoon rustig zijn weg vinden, vandaag is dat onmogelijk geworden. De white noise die we vorig jaar voor Mockumentary of a Contemporary Saviour hadden gecreëerd, was daar ook al een commentaar op. Een symbool van hoe de wereld ophield te bestaan omdat alles wat gemaakt werd meteen werd opgeslokt in de ruis van een miljoen meningen.

Choreograaf Wim Vandekeybus strikt Trixie Whitley voor zijn nieuwe voorstelling TrapTown
© Johan Jacobs

Whitley: Ik merk dat mensen het vaak egoïstisch vinden als ik een song openlaat voor interpretatie. Vreemd. Ik vind het net onbaatzuchtig om iets te delen wat iedereen later zelf kan invullen.

Brengt u eigen nummers, of andere composities?

Whitley: Beide. Aangezien Wim heel graag Pieces in het stuk wou verwerken, heb ik daar een ander arrangement op gitaar voor geschreven. Maar tegelijk ben ik ook met een oude protestsong aan de slag gegaan. Sinds dit jaar ben ik in New York lid van het Resistance Revival Chorus, een groep vrouwen uit alle generaties, rassen en klassen die simpelweg joy willen verspreiden. We delen onze vreugde al zingend met anderen. Onder hen ook een paar echte gospelzangeressen, die diep in de burgerrechtenbeweging geworteld zijn. Het is via hen dat ik een hoop klassieke civil right songs heb leren kennen.

Uw nieuwe plaat staat gepland voor volgend jaar. In mei testte u die al even uit in de AB. Sommige nieuwe songs, zoals Dandy, zijn politieker dan we van u gewend zijn.

Whitley: Ik heb mezelf nooit de geschikte persoon gevonden om over politiek te zingen, maar ik ga niet ontkennen dat het me vandaag allemaal persoonlijk raakt. En hoewel ik daar niet letterlijk over schrijf, sijpelt dat wel door in mijn werk. Het is meer een stream of consciousness. En ik heb ondertussen een manier gevonden om die kraan helemaal open te zetten. Met dutjes. Ik leg mezelf meerdere korte middagslaapjes op en dan noteer ik bij het ontwaken meteen het eerste wat in me opkomt. Gewoon laten vloeien wat er die eerste minuut nog uit je onderbewustzijn sijpelt. Als je droomt, is je brein net heel actief, maar al vrij vroeg in het leven leren we af om daar naar te luisteren of betekenis aan te geven.

Vandekeybus: Zo werkt Marc Ribot (gitarist, ook bekend van zijn samenwerking met Elvis Costello en Tom Waits, nvdr) dus ook. Hij maakte de muziek voor Inasmuch as life is borrowed. Pas een paar minuten voor hij het podium op moet, mag je hem wakker maken. Dan grijpt hij zijn gitaar en begint meteen te spelen.

‘High voltage runnin’ through these veins’, zong u in Irene. Jullie delen een heel mateloos trekje. Bij u, mevrouw Whitley, heeft iemand daar ooit zelfs de sticker ADHD op gekleefd.

Whitley: Ik kan mijn focus moeilijk bij één ding tegelijk houden, maar ADHD is ook maar een medische term. Voor mij is het eerder een manier van naar de wereld kijken. Ik zie overal input. Zeer verslavend wel. Maar ik ben het gelukkigst als mijn nieuwsgierigheid constant bevredigd wordt, als ik voel dat ik iets nieuws aan het ontdekken ben.

Zo open men in de jaren negentig was op het vlak van dans, zo angstig lijkt men vandaag wel.

Wim Vandekeybus

Vandekeybus: Voor mij is het vooral een gevecht tegen inertie. Je komt nogal makkelijk vast te zitten als kunstenaar. Ik zag het vorige week nog bij mijn dansers. Ik had ze een paar dagen alleen gelaten, om me op de film te focussen, en ze zaten vast. Ze hadden het gevoel dat TrapTown stilaan af was. Dus liet ik hen meteen een compleet nieuwe scène maken, want zoiets geeft weer lucht.

Hoe keek u afgelopen maand naar de zaak-Fabre, meneer Vandekeybus? Hij was zowat uw creatieve vader. Op uw 22e speelde u de Naakte Keizer in zijn De macht der theaterlijke dwaasheden.

Vandekeybus: Ik heb mijn creatieve vader ook heel vlug vermoord. Anders had ik gewoon niet bestaan. Daarom heb ik op mijn 24e ook meteen mijn eigen stuk What the body does not remember gemaakt, met mensen die los stonden van Jan. Dat moest iets compleet anders worden. De laatste jaren heb ik ook nog amper contact met Jan.

U toonde zich in een open brief, ondertekend door honderd choreografen, solidair met de ex-medewerkers van Fabre: ‘We moeten erkennen dat we deel zijn geweest van een systeem, met plekken die verwerpelijk gedrag stilzwijgend toegelaten en zelfs mee mogelijk gemaakt hebben.’ Iedereen keek gewoon de andere kant op?

Vandekeybus: Kijk, die open brief is vrij impulsief opgesteld door een aantal jonge choreografen. Ik sta volledig achter wat zij daar schrijven, al had ik het zelf misschien anders verwoord. Ik weet niet of we eruit kunnen komen met state of the unions, en of het wel gezond is om jezelf wetten en contracten op te leggen. Elk gezelschap moet vooral goed naar zichzelf kijken.

De #MeToo-beweging is één jaar oud ondertussen. Hebt u in in het kader daarvan veranderingen doorgevoerd bij Ultima Vez?

Vandekeybus: In het voorjaar van 2018 is beslist om twee vertrouwenspersonen op te leiden. Maar een cultuur van onderdanigheid, dat werkt niet voor mij, ik moet mij tussen de mensen plaatsen. Elke maker heeft zijn eigen karakter. Het is niet omdat je een heftig of negatief karakter hebt, dat je geen uitmuntende kunst kunt maken. Het blijft belangrijk om een open en veilige werkomgeving te creëren, maar een voorstelling maken brengt ook confrontaties en conflicten met zich mee. Die moeten we niet uit de weg gaan, want dan maak je heel flauwe kunst.

Trixie Whitley in TrapTown 'Dat leiderschap nog altijd als een mannelijke kwaliteit wordt gezien, vind ik heel vreemd.'
Trixie Whitley in TrapTown ‘Dat leiderschap nog altijd als een mannelijke kwaliteit wordt gezien, vind ik heel vreemd.’© Johan Jacobs

Whitley: Ik herinner me dat we het in New York ook over gender gehad hebben, hoe jij jouw medewerkers bijvoorbeeld niet als vrouwen of mannen ziet. Wat ik heel interessant vond. Ik zie mezelf – los van mijn seksualiteit – als zeer genderfluïde. En hoewel ik erken dat er biologische verschillen zijn, geloof ik echt niet in vrouwelijke of mannelijke gedachten en eigenschappen. Dat leiderschap nog altijd als een mannelijke kwaliteit wordt gezien, vind ik heel vreemd.

Mevrouw Whitley, u had het vorig jaar in Alleen Elvis blijft bestaan ook over uw eigen ervaring met grensoverschrijdend gedrag. Op uw zeventiende werd u twee keer bijna aangerand door mannen in de muziekindustrie.

Whitley: Ik wil daar heel veel over vertellen, maar ik heb geen zin om de media te gebruiken als mijn uitlaatklep. Ik ben heel dankbaar dat het debat sinds vorig jaar gevoerd kan worden, zelfs al ben ik het niet noodzakelijk met alles eens.

Hoe bedoelt u?

Whitley: Het is een kwestie van perspectief. Vrouwen die het slachtoffer van verkrachting zijn geworden, hebben een ander perspectief dan de vrouwen die daar gelukkig van gespaard zijn gebleven. Laat ik het daarbij houden. (Na dit interview zal Whitley in een uitgebreide Instagrampost getuigen hoe ze ook het slachtoffer van verkrachting werd, nvdr)

Ik geloof niet dat met de vinger naar een ander wijzen ooit de oplossing is. Je moet alle mannen betrekken in dat gesprek. Een voorbeeldje: ik wou heel graag samenwerken met Daniel Lanois, maar ik was daar tegelijk heel bang voor. Hij heeft een vreselijke reputatie op het vlak van hoe hij omgaat met mensen, en vooral met vrouwen. ‘Blijf uit zijn buurt, he’s a pervert’, waarschuwden collega’s me. Ik heb dat uiteindelijk nooit zo ervaren, al snap ik wel waar die reputatie vandaan komt. Ik heb met Daniel zinnige gesprekken gehad over wat er vandaag allemaal gaande is en ik weet zeker dat hij mijn kant nu beter begrijpt. Dat gooi je allemaal weg als je op voorhand alle mannen als deel van het probleem bestempelt.

TrapTown gaat in première op 20 oktober in KVS, Brussel en toert daarna in binnen- en buitenland. Meer info op www.ultimavez.com.

TRIXIE WHITLEY

1987: geboren in Gent

– Dochter van Amerikaanse bluesgitarist Chris Whitley

2000: toert met Les Ballets C de la B door Europa met Rien de Rien van Sidi Larbi Cherkaoui

2010: frontvrouw van Black Dub, de band van Daniel Lanois

2013: debuutalbum Fourth Corner. In 2015 volgt Porta Bohemica


WIM VANDEKEYBUS

1963: geboren in Herenthout

1986: richt met Ultima Vez zijn eigen gezelschap op –

1987:What the body does not remember, zijn eerste voorstelling, wint een Bessie Award, net als Les porteuses de mauvaises nouvelles in 1990

– het repertoire van Ultima Vez omvat ondertussen meer dan 30 voorstellingen en films

2015 release Galloping Minds, zijn eerste langspeelfilm

– 2016 uitgave Rage of Staging, over 30 jaar Ultima Vez

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content