Raymonda Verdyck

‘Burgerschap in het GO!: stevige lessen waar de maatschappij om vraagt’

Raymonda Verdyck Afgevaardigd bestuurder van het GO!

‘Het vak Actief Burgerschap is gelaagd, doordacht en inhoudelijk en praktisch zeer onderlegd’, reageert Raymonda Verdyck (GO!) op een opinie die vraagtekens plaatste bij het vak burgerschap in het gemeenschapsonderwijs.

Op 17 november deelde Arthur Ghins op Knack.be zijn mening rond het vak Actief Burgerschap binnen het GO!. Met ons nam Mr. Ghins geen contact op, en zijn visie ligt dan ook ver van de realiteit die Actief Burgerschap biedt. Hij klaagde de sloganeske en oppervlakkige inhoud van het vak aan.. Actief Burgerschap is nochtans gelaagd, doordacht en inhoudelijk en praktisch zeer onderlegd. Sterker: het vloeit voort uit onze onderwijsrealiteit bij het GO! en de waarden waar het GO! voor staat.

De opinie van Mr. Ghins lijkt gebaseerd op de GO!- website. Achter de term “Actief Burgerschap” zit wel veel meer dan een website- tekst: een leerlijn, een opleiding, een ABC van begrippen enzovoort. Actief Burgerschap is een van de pijlers van het pedagogisch project van het GO!, dat een paar jaar geleden participatief werd uitgewerkt over ons hele net.

Het is inhoudelijk flink gestoffeerd.

‘Burgerschap in het GO!: stevige lessen waar de maatschappij om vraagt’

Voor het GO! kadert Actief Burgerschap in een bredere maatschappelijke realiteit. Onze hele samenleving is superdivers. Dit is geen slogan, zoals mr. Ghins stelt. Het is in veel van onze scholen simpelweg realiteit. Onze directeurs en leerkrachten gaan elke dag met die diversiteit om en zoeken naar manieren om leerlingen onderwijs te bieden dat aan hun talenten en interesses tegemoet komt. Bovendien is school de oefenplaats bij uitstek om jonge mensen zelf met diversiteit te leren omgaan, andere culturen en overtuigingen te leren kennen en er respect voor op te brengen.

Onze scholen zetten hard in op gelijke kansen, op het bieden van kansen in het algemeen. Repressie of eenvormigheid biedt daarin geen antwoord, wel uitgaan van wat we delen. Hoewel onderwijs niet elk maatschappelijk probleem kan oplossen, proberen we wel elke dag aan die weg te timmeren.

Inhoudelijk geeft de leerlijn Actief Burgerschap onze leerkrachten een tool. Het vertaalt begrippen als “kritisch leren nadenken” en “kritisch bronnenonderzoek” op een didactisch en inhoudelijk stevig onderbouwde wijze en brengt ze de school binnen. Leerlingen leren filosoferen, gespreks- en luistertechnieken, sociale vaardigheden etc. Een tweede poot is waardenvorming: wat vind je goed, wat minder goed, wat beschouwt de maatschappij als minder goed. Er wordt ingegaan op ethische stromingen, conflictmanagement, participatieprocessen. Ten derde leeft een leerling in een samenleving, die nu eenmaal bepaalde kenmerken heeft – dat is een gegeven. Bepaalde rechten staan niet ter discussie in het vak. Het gaat bijvoorbeeld uit van de grondwet en gaat in op maatschappelijke instituties en democratische processen. Hoe je met die vaststaande gegevens zelf om kan gaan en hoe je er als mens in staat zodat de samenleving volgens jou positief verandert, is dan weer het logische interactief gevolg binnen Actief Burgerschap.

Geef je die waarden mee over lessen heen, zoals Arthur Ghins bepleit? Natuurlijk. Vorming rond Actief Burgerschap maakt deel uit van de hele schoolcultuur en gebeurt over alle vakken heen. Is het een luxe om er een speciaal lesmoment voor in te richten? Als je al die kennis en denkprocessen degelijk wil aanleren: zeker niet. Zo krijgen leerlingen en leerkrachten tijd en ruimte om bepaalde thema’s verder te onderzoeken en bespreken.

‘Elke jongere is, ongeacht talenten en interesse, een toekomstig burger die volwaardig aan de samenleving moet kunnen participeren.’

Al die kennis en vaardigheden ontwikkelt zich over de jaren heen binnen Actief Burgerschap. Ze zijn broodnodig voor leerlingen die een overvloed aan meningen in hun wereld op zich af zien komen – niet zelden over zichzelf – en soms moeilijke keuzes moeten maken op jonge leeftijd. Ook leren dat de werkelijkheid geen eenheidsworst is en dat er niet één waarheid is, hoort daarbij. Voor Mr. Ghins lijkt dit tegenstrijdig. Dat is het niet: enerzijds gaat Actief Burgerschap uit van basiswaarden zoals mensenrechten zoals gelijkheid tussen man en vrouw, en wederkerigheid en respect. Het vak vraagt ook naar dromen en verlangens bij jonge mensen zelf. Niet zelden zijn die in de basis dezelfde, en dat verbindt hen. Maar anderzijds leren ze in Actief Burgerschap genuanceerd denken. Hen methodes daarvoor aanreiken zoals leren redeneringen te herkennen, geeft handvatten mee voor hun hele verdere leven. Leerlingen krijgen mee dat over veel thema’s geen eenduidige werkelijkheid bestaat, dat vragen stellen en twijfelen mag. Twijfel en onderzoek vormen mee de basis voor vooruitgang.

Dat gebeurt niet elitair, zoals Mr. Ghins lijkt te vrezen. Alle leerkrachten en jongeren worden aangesproken. Zelfs in de pilootprojecten van dit jaar zie je die diversiteit al: burgerschap wordt nu al gegeven in algemeen, technisch, beroeps, buitengewoon secundair onderwijs én binnen deeltijds leren. Die waaier van scholen hebben zich zelf opgegeven voor het project. Logisch, want elke jongere is, ongeacht talenten en interesse, een toekomstig burger die volwaardig aan de samenleving moet kunnen participeren. Zie de leerlijn gerust als maatschappelijk engagement om jongeren kansen te bieden. Actieve burgers kan onze maatschappij overal gebruiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content