Jan Cornillie (SP.A)

Brexit: ‘Als het over de toekomst van de Europese unie gaat, doen de Britten sowieso niet mee’

Jan Cornillie (SP.A) Voormalig directeur van de studiedienst van SP.A en kandidaat voor de partij in 2019

‘Voor wie iets van de EU wil maken, zal het gemis van de Britten niet groot zijn. De toekomst van de Unie zal vooral afhangen van wat wij er op het continent van maken’, schrijft Jan Cornillie (SP.A) naar aanleiding van het Brexit-referendum.

Door het EK zou men het nog vergeten, maar binnen 10 dagen is het zo ver: het grote Brexit-referendum. De vraag die voorligt is even eenvoudig als krachtig: ‘Moet het Verenigd Koninkrijk lid blijven van de Europese Unie of moet het de EU verlaten?’ In de opiniepeilingen liggen het “Leave”-kamp (verlaten) en “Remain” (blijven) kamp zo dicht bijeen dat beide scenario’s het kunnen halen. Mijn inschatting? Of de Britten ons verlaten of niet: als het over de toekomst van de Europese Unie gaat, doen de Britten sowieso niet mee.

Bangmakerij

Als men kijkt naar de golf van populisme die door de EU en de VS stroomt in het Verenigd Koninkrijk, lijkt me de kans groot dat de balans naar Leave overslaat. Wat vooral opvalt aan de Brexit-discussies is de motivatie waarom mensen eruit willen stappen. Twee statistieken doen mij vermoeden dat een Brexit waarschijnlijker is dan het op eerste zicht lijkt. Ten eerste verschilt de reden waarom kiezers Leave of Remain kiezen enorm.

Kort gezegd: wie wakker ligt van immigratie, kiest voor Brexit. Wie economie het belangrijkste vindt, kiest om in de EU te blijven. Peilingen geven aan dat immigratie hoger in het prioriteitenlijstje staat bij de onbeslisten, wat dus voordelig is voor het Brexit-kamp. De tweede statistiek toont aan dat regio’s die economisch meer te verliezen hebben van een Brexit, net eerder geneigd zijn om voor Brexit kiezen.

Brexit: ‘Als het over de toekomst van de Europese unie gaat, doen de Britten sowieso niet mee’

Wat wil dat nu zeggen? De cijfers tonen aan dat het Remain-kamp vooral de overtuigden overtuigt. Want voor de pro-Brexit Britten, is economie niet het belangrijkste thema. En zelfs als dat wel zou zijn, geloven ze niet dat Brexit een groot verschil gaat maken voor hun eigen economische situatie. Zij voelen zich sowieso de verliezers van de huidige economie. Het Leave-kamp speelt volop in op dat underdog gevoel. De officiële Remain-campagne noemen ze ‘Project Fear’. Bangmakerij dus.

Dat is een gevaarlijke setting. Het Brexit-referendum dreigt daarmee het slachtoffer te worden van de bredere anti-establishment golf die door de Verenigde Staten en de Europese Unie spoelt. Cameron heeft krachten wakker gemaakt die hij (en bij uitbreiding de hele politieke en business elite) niet langer kan controleren. Integendeel, hun pleidooien zijn vaak zout op de wonde en wakkeren de anti-establishment gevoelens zelfs nog meer aan. Iedere keer dat Tony Blair zegt dat Groot-Brittannië de EU moet leiden (lead) in plaats van verlaten (leave), wint het Leave kamp extra stemmen. De hele Leave-campagne baadt in een sfeer van ‘wie gelooft die mensen nog?’. Toen experten waarschuwden voor de economische gevolgen van Brexit, antwoordde pro-Brexit minister van Justitie Michael Gove;”Mensen in dit land hebben het wel gehad met experten.”

Met Europa maar niet van Europa

De grote vraag is: Wat als de Britten de Unie verlaten? Ik heb zelf drie jaar in Londen gewoond en gewerkt begin de jaren 2000 en ga er minstens jaarlijks nog terug. Ik zou niet liever willen dan dat de Britten volwaardig lid van de EU willen zijn, eurozone en Schengenzone inbegrepen. Maar dat zal niet meer gebeuren, zelfs als de Britten finaal toch stemmen om in de EU te blijven. Al in de jaren ’30 zag Winston Churchill Groot-Brittannië als ‘met Europa maar niet van Europa. Verbonden maar niet inbegrepen’. Deze houding gaat niet meer weg, integendeel.

Eerlijk gezegd, ik maak me geen zorgen om een Brexit. Voor wie iets van de EU wil maken, zal het gemis van de Britten niet groot zijn. De toekomst van de Unie zal vooral afhangen van wat wij er op het continent van maken. Belangrijk is nu om het Eurozone beleid compatibel te maken met de uitbouw van nationale welvaartstaten en opnieuw vrij verkeer binnen gemeenschappelijke buitengrenzen te verzoenen met onze internationale humanitaire verplichtingen. Daaraan doen de Britten sowieso niet mee. Verlaten ze de Unie, dan moeten we die uitdaging aangaan zonder hen. Blijven ze binnen de EU, dan net zo goed.

Exit na exit

De vraag is dan of de realisatie van die agenda moeilijker wordt na een Brexit? Op zijn minst toch voor even. De zelfverklaarde eurorealisten zullen er een bewijs in zien dat de rem op de EU moet, en er komen ongetwijfeld pogingen om een Nexit of Zwexit per referendum af te dwingen. Maar als het tot een verdieping van de Unie moet komen, zullen er sowieso referenda moeten volgen om de nieuwe verdragswijzigingen goed te keuren.

Euroscepsis is geen monopolie van de Britten, zoals vorige week ook bleek uit een poll van het Pew Research Center. Om het euroscepticisme aan te pakken zal het niet volstaan om van referendum tot referendum te wezelen. Ofwel kan een groep kernlanden van de EU doorpakken in de richting van een unie van welvaartstaten rond de eurozone, met hoge standaarden van vrijheid, democratie en rechtstatelijkheid, ofwel dreigt exit na exit. De Britten hebben ons in het verleden gered van tirannie maar ze gaan ons niet redden van het euroscepticisme. Dat gaan we zelf moeten doen.

Partner Content