Brandweervrijwilligers slaan alarm: ‘Serieus probleem als we uitstroom niet onder controle krijgen’

© iStock
Arthur Joos
Arthur Joos Hoofdredacteur Schamper

Sinds de brandweerhervorming van 2015 werkt de brandweer met grotere zones, en minder op lokale basis. Daardoor zou het aantal vrijwillige brandweerlieden dalen. Brengt dat onze veiligheid in gedrang? ‘Die hervorming is geschreven voor beroepspompiers, niet voor vrijwilligers.’

Vrijwillige brandweermensen moeten sinds de brandweerhervorming twee jaar geleden onder andere aan meer regelgeving voldoen, maar ook op het nieuwe oproepsysteem hebben ze kritiek.

Volgens enkelen onder hen stijgt het aantal doden bij woningbranden daardoor. Eenduidige cijfers over het jaarlijkse aantal doden zijn evenwel moeilijk te vinden.

Geert Ollevier, voorzitter van de Vereniging voor Vlaamse Brandweervrijwilligers (VVB), nuanceert: ‘In heel wat zones zijn er inderdaad problemen, en daar is de nodige polemiek rond, maar er vallen nog geen doden.’ Ollevier roept wel op om waakzaam te blijven voor de uitstroom.

Grotere zones

Het duurde tien jaar om de hervorming erdoor te krijgen. Patrick Dewael (Open VLD), voormalig minister van Binnenlandse Zaken, beloofde in 2004 al hervormingen om de veiligheid van de brandweerdiensten te garanderen.

In dat jaar kwamen vierentwintig mensen om bij een gasexplosie in Gellingen. Bij de interventie kwamen ook vijf brandweerlieden om het leven. De hervorming kwam er uiteindelijk pas in 2015. Er werd onder meer beslist om lokale posten onder te brengen in grotere brandweerzones, en dat loopt dus niet overal even vlot.

We hebben de vrijwilligers absoluut nodig.

Olivier Van Raemdonck, woordvoerder minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon

‘Hier en daar zijn er inderdaad aanpassingsproblemen’, meent Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van huidig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). ‘Eerst en vooral erfden we de hervorming van van onze voorgangers. We staan er absoluut achter, maar de hervorming was aan het begin van de legislatuur van deze regering onafgewerkt’, legt hij uit.

Wel is Van Raemdonck ervan overtuigd dat de hervorming geslaagd is. ‘De minister legt heel vaak de nadruk op het belang van vrijwilligers. We hebben ze absoluut nodig’, vervolgt hij. Volgens Van Raemdonck werd in de toevoegingen die na 2015 doorgevoerd werden, extra gefocust op de vrijwillige brandweerlui.

Sommige burgemeesters zijn blij dat de brandweer hun verantwoordelijkheid niet meer is.

Geert Ollevier, voorzitter Vereniging voor Vlaamse Brandweervrijwilligers

Klachten

‘Eerst en vooral is de link tussen gemeente en brandweerpost verdwenen’, legt de voorzitter van de VVB uit. Burgemeesters zitten sinds de hervorming wel in de zoneraad van het interventiegebied waaronder hun gemeente valt: in die zoneraden wordt het algemene beleid van de brandweerzone uitgestippeld. Gemeenten voorzien de zones daarnaast van financiële middelen.

‘Sommige burgemeesters zijn blij dat de brandweer niet meer hun verantwoordelijkheid is,’ meent Ollevier, ‘ze betalen enkel hun dotatie, maar meer niet.’

Volgens hem zijn extra middelen om de vrijwilligerswerking in leven te houden broodnodig. Ollevier voegt nog toe dat het sommige zonecommandanten aan managementcapaciteiten ontbreekt.

Daarnaast klagen sommige vrijwilligers over het oproepsysteem waarmee brandweerlui op de hoogte gebracht worden van interventies. Dat zou sinds de hervorming enkel toestaan om op ‘beschikbaar’ of ‘niet beschikbaar’ te staan, terwijl het vroeger mogelijk was om aan te geven beschikbaar te zijn bij uitzonderlijk zware gebeurtenissen. Volgens de vrijwilligers moeten hun mensen bij een oproep daardoor grotere afstanden afleggen, waardoor het langer duurt tot ze ter plaatse zijn.

Minder vrijwilligers

Volgens Ollevier hebben we te maken met een complexer probleem: ‘Er is inderdaad een daling waar te nemen in het aantal vrijwilligers, maar dat heeft meerdere oorzaken.’ Volgens hem werd bij de hervorming te weinig rekening gehouden met vrijwilligers. ‘Die hervorming is geschreven voor beroepspompiers, niet voor vrijwilligers. Zo moeten vrijwilligers in plaats van 170 uur opleidingen, nu tot zelfs 260 uur les volgen. Sinds de hervorming spenderen vrijwilligers meer tijd op de schoolbanken dan op interventies. Een bedrijfsmatige aanpak bevordert misschien wel de professionalisering van de brandweer, maar werkt niet bij vrijwilligers.’

Ook Van Raemdonck haalt het moeilijk evenwicht tussen een goede groepssfeer en een efficiënte schaalvergroting aan. ‘Groepssfeer is uitermate belangrijk, en met een verandering van deze schaal heb je altijd te kampen met kinderziektes, maar wij hebben alvast de indruk dat de hervorming geslaagd is’, meent hij. ‘Het was waanzin geweest om de hervorming niet door te voeren’, aldus nog Van Raemdonck. Daarnaast ontkent hij niet dat de aanpak nu misschien wat koeler, en meer bedrijfsmatig is, maar hij benadrukt het belang van efficiëntie. ‘Als blijkt dat de uitstroom hier deels aan te wijten is, of als ooit blijkt dat dat zo is, moet daar natuurlijk werk van gemaakt worden’, meent Van Raemdonck.

De hervorming is geschreven voor beroepspompiers, niet voor vrijwilligers.

Geert Ollevier, voorzitter Vereniging voor Vlaamse Brandweervrijwilligers

‘Mensen zijn minder gemotiveerd. Er is op dit moment nog geen acuut veiligheidsprobleem, maar we moeten vrijwilligers blijven activeren’, meent Ollevier. Toen brandweerkorpsen nog meer op lokale basis werkten, was er volgens de VVB-voorzitter namelijk meer groepsgevoel. ‘Veel brandweerlieden kwamen met een groep vrienden als vrijwilliger bij de brandweer,’ legt Ollevier uit, ‘Ze volgden samen hun opleidingen en voerden samen interventies uit. Nu is de drempel een stuk hoger, sinds de invoering van brandweerzones sta je altijd naast iemand anders tijdens een interventie, en je gaat ook vaak alleen naar opleidingen.’

Ollevier is naar eigen zeggen wel voorstander van grotere zones, maar enkel als de lokale gebondenheid behouden blijft. Volgens Olivier Van Raemdonck staat de huidige schaalvergroting met 34 zones die lokale gebondenheid niet in de weg: ‘Je kan natuurlijk blijven discussiëren over het ideale aantal zones, maar volgens ons is 34 een goed midden.’ Van Raemdonck ontkent evenwel niet dat er mogelijk groeipijnen gepaard gaan met de schaalvergroting.

‘Ook de driehoek brandweerpost, vrijwilliger en werkgever bemoeilijkt vooral overdag de vlotheid van interventies. Je kan niet zomaar bij elke job in het midden van de dag vertrekken. Ook dat is een drempel’, meent Ollevier nog. Bij Binnenlandse Zaken zijn ze op de hoogte van het probleem. ‘De balans tussen activiteiten bij de brandweer en het beroeps- en privé van vrijwilligers is cruciaal’, aldus de woordvoerder van minister Jambon. Die balans wordt volgens hem gewaarborgd door de mogelijkheid tot educatief verlof die vrijwillige brandweerlieden intussen hebben.

Wat reactie- en interventietijden betreft ziet Ollevier bovendien geen problemen. ‘In Vlaanderen blijft de reactietijd meestal onder de tien minuten. In sommige gebieden in Wallonië, en misschien in afgelegen gebieden in Limburg, loopt die tijd af en toe op tot vijftien minuten, maar dat is uitzonderlijk’, verduidelijkt hij.

‘We krijgen serieuze problemen’

‘Als we de uitstroom van vrijwilligers niet onder controle krijgen, hebben we binnen een drietal jaar serieuze problemen’, meent Ollevier wel. Een brandweerkorps met enkel beroepsblussers is volgens hem immers een stuk duurder.

‘Onze hervorming is gebaseerd op de hervorming die in Nederland plaatsvond. Daar hebben ze intussen te kampen met reactietijden van twintig tot vijfentwintig minuten’, waarschuwt hij nog. Bij onze noorderburen werden uiteindelijk burgerwachten opgericht met voormalige vrijwilligers, die de bluswerken al opstarten in afwachting van de beroepsbrandweer.

Het was waanzin geweest om de hervorming niet door te voeren.

Olivier Van Raemdonck, woordvoerder Jan Jambon

In Frankrijk verloren de brandweerkorpsen na hun overstap naar regio’s volgens Ollevier dan weer 12.000 vrijwilligers: ‘Om dat tegen te gaan, hebben ze in elk departement een bureau van vrijwilligers opgericht.’ Die bureau’s helpen om huisvesting te zoeken dicht bij de brandweerkazerne, regelen mutaties van vrijwilligers tussen de verschillende departementen en regelen ook het driehoeksoverleg tussen vrijwilliger, werkgever en brandweerzone.

‘Als VVB zijn wij vragende partij om in België per zone een dergelijk bureau op te richten ter ondersteuning van de vrijwilligers’, stelt Ollevier nog. Zijn voorstel blijkt bovendien niet te veel gevraagd. ‘We denken aan een systeem van zonebureau’s naar Frans model’, klinkt het bij Binnenlandse Zaken. Ollevier vertrouwt erop dat het probleem in België opgelost zal worden: ‘De bevoegde politici zijn ervan op de hoogte, en er zijn al stappen gezet in de goede richting.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content