Pedro De Bruyckere

‘Betrokkenheid van ouders is veel meer dan drie keer per jaar oudercontact’

Pedro De Bruyckere Pedagoog en onderzoeker.

Pedagoog en onderzoeker Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool) benadrukt dat ouderbetrokkenheid nog iets anders is dan drie keer per jaar langsgaan voor een gesprekje over de schoolresultaten van een leerling.

Het is een verzuchting die ik wel vaker hoor van leerkrachten: de ouders die je niet hoeft te zien, zitten er als eerste, de ouders die je zou willen zien, komen niet opdagen. Het zal wellicht voor een stuk te kort door de bocht zijn, maar het is een verzuchting die Bart Somers en Hilde Crevits ook wellicht al te vaak gehoord hebben om niet te reageren. Nu is er een voorstel van de burgemeester van Mechelen om oudercontacten verplicht te maken. Dat klinkt wel goed, maar het is belangrijk te beseffen dat ouderbetrokkenheid veel meer is dan 3 keer per jaar komen babbelen over de prestaties van zoon of dochter.

Onderzoekers Samaey en Vettenburg onderscheidden 7 dimensies als het gaat over ouderbetrokkenheid bij school.

1. de gedragsdimensie, wat ouders doen,

2. de tijdsdimensie, hoe vaak er contact is tussen ouders en school,

3. wat de ouder weet over onderwijs (kennisdimensie);

4. welke gevoelens de ouder heeft in de relatie tot de school (emotionele dimensie);

5. welke overwegingen bepalen of ouders zich al dan niet inzetten voor het onderwijs van hun kinderen (rationele dimensie);

6. de mate waarin de ouder ervan overtuigd is dat hij een rol kan spelen in de schoolloopbaan van zijn kind (overtuigingsdimensie);

7. de mate waarin de ouder zich competent voelt of competent is om zijn kind te ondersteunen (competentiedimensie).

Een gesprek tijdens een oudercontact kan dan een begin zijn om zicht te krijgen op deze verschillende dimensies van betrokkenheid, maar daar zijn een paar voorwaarden voor. Eerst en vooral dat het een echt, open gesprek is en niet een leerkracht die vertelt en ouders die hopelijk begrijpend luisteren. Het gaat dan over beide kanten die elkaar leren kennen in het belang van het kind. Niet voor niets staat in de basiscompetenties van de lerarenopleidingen ook letterlijk ‘partner van ouders’.

Hoe meer de neuzen van school en ouders in de zelfde richting staan – en voeg daar graag de neus van dochter – en zoonlief ook maar aan toe – hoe groter de kans dat het goed gaat met het kind of de jongere. Op basis hiervan is het daarom belangrijk te beseffen wat doel is en wat middel. De omstandigheden voor het kind zo optimaal mogelijk maken is het doel, oudercontacten zijn een middel. Een belangrijk middel, maar niet het enige. Duidelijke, waar nodig laagdrempelige communicatie, is een ander middel.

Maar er is meer. Er zijn ook de leerkrachten die ’s ochtends aan de schoolpoort elke leerling verwelkomen en een praatje slaan met de ouders, er zijn de paar scholen die een ouderkamer hebben,… Een verplicht oudercontact kan hoogstens een allerlaatste hefboom zijn, een stok achter de deur. Maar om de betrokkenheid van de ouders op al de zeven dimensies te vergroten, is veel meer nodig. Partners wordt je niet met azijn, maar misschien eerder met koffie of thee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content