Federaal energieminister Marie Christine Marghem (MR) wist al veel langer van de problemen rond de berekening van de heffing voor het langer openhouden van de kerncentrale Tihange I. Oppositiepartijen sp.a, PS, cdH en de groenen zwaaien nu met een brief van waakhond CREG van 9 oktober. Ze verwijten Marghem dat ze de zaak veel te lang heeft laten liggen, waardoor ons land enkele miljoenen dreigt mis te lopen.
In de Kamer verdedigde zich deze week onder meer met de uitleg dat het rapport van de CREG dateerde van 22 juni, waarna ze op 19 juli een ontmoeting had met vertegenwoordigers om hen over de zaak te horen. Op 11 augustus ontving ze antwoorden, waaruit bleek dat bepaalde parameters onduidelijk bleven. Op 13 september heeft Marghem zich vervolgens gericht tot Electrabel en EDF, wiens antwoorden ze op de 16de ontving.
Intussen is echter een brief opgedoken van de CREG aan het kabinet-Marghem die dateert van 9 oktober en waaraan in december nogmaals herinnerd werd. Daarin waarschuwde de energiewaakhond al voor moeilijkheden bij de berekening van de heffing.
Delen van de brief zijn vertrouwelijk, maar voor sp.a-Kamerlid Karin Temmerman is zonneklaar dat Marghem al veel eerder van de problemen wist. “De minister heeft laten uitschijnen dat ze pas na het rapport van 22 juni op de hoogte was, maar het is heel duidelijk dat ze dit al veel eerder wist en daar helemaal niets mee gedaan heeft”, hekelt de socialiste.
“Ons land dreigt daardoor miljoenen mis te lopen. Komt de expert nog met een hoger bedrag, dan zitten EDF en Electrabel in een zetel om dit aan te vechten omdat de conventie ten laatste op 15 september zijn aanstelling voorzag. De minister moet dus rekenen op goodwill van de tegenpartij en dat is nooit een goede onderhandelingspositie.”
Spoedbijeenkomst
De oppositie eist intussen een spoedbijeenkomst van de bevoegde Kamercommissie Bedrijfsleven, waar ze Marghem en de vertegenwoordigers van de CREG wil horen over de berekeningen.
Voor de liberale minister is het trouwens niet de eerste keer dat ze met de oppositie in aanvaring komt. “De minister wentelt zich in de leugens”, hekelt cdH’er Michel de Lamotte. Ook Ecolo-collega Jean-Marc Nollet vindt dat het stilaan om “een echt politiek probleem” gaat. Bij de PS verwijt men Marghem vooral “aanhoudende nalatigheid” die steeds lijkt uit te draaien in het voordeel van de producenten en niet in het voordeel van de consumenten. “
Met Marghem verliezen de consumenten twee maal. Hun electriciteitsfactuur gaat met 100 euro omhoog door de btw-verhoging en het zijn zij die haar vrijgevigheid ten aanzien van Electrabel en EDF betalen”, besluit Karine Lalieux.
Vuye en Wouters verplaatst: Incident gesloten?
Ondertussen is de scheiding tussen Hendrik Vuye en Veerle Wouters en de N-VA ook zichtbaar in het parlement. Beide Kamerleden zitten nu op de achterste rij, achter de fractie van Open VLD. De twee kwamen in alle stilte binnen vlak voor de zitting, terwijl Kamervoorzitter Siegfried Bracke een rouwhulde aan het uitspreken was.
Vanuit de N-VA-fractie werd vandaag meermaals -opvallend of onopvallend- in hun richting gekeken.
Het enige N-VA-Kamerlid dat even zijn plaats verliet om een praatje te gaan maken met de twee was Jan Vercammen, die woensdag in Het Nieuwsblad nog gezegd had dat hij het een spijtige zaak zou vinden mocht Vuye vertrekken. ‘Hij heeft in zijn pink meer kennis over de staatshervorming en wetgeving dan een kwart van onze Kamerfractie. Ik hoop dat we daarop een beroep kunnen blijven doen’, zei Vercammen daar. Het was een uitspraak waar ze bij verschillende andere partijen de humor wel van inzagen.
Voor de camera’s van Villa Politica benadrukte N-VA-fractieleider Peter De Roover nog eens dat er bij de N-VA van een bocht bij N-VA nooit sprake is geweest. Daarmee lijkt het erop dat de hele zaak zo ongeveer afgerond is.
‘We zitten met een perceptieprobleem, maar we zijn geen sikkepit minder flamingant. Ik ben er eigenlijk redelijk gerust in. Hendrik en Veerle zijn een doodlopende straat ingelopen’, zei De Roover daar nog over in De Standaard.
Peeters hoopt dinsdag akkoord over aanpak discriminatie sector dienstencheques
Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) hoopt dinsdag een protocol af te sluiten met de sociale partners in de sector van de dienstencheques over de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt. Daarbij zal onder meer worden vastgelegd hoe mystery calls kunnen helpen om discriminerende vragen op te sporen.
Dat heeft minister Peeters donderdag tijdens het vragenuurtje in de Kamer aangekondigd. Hij werd er door Vincent Van Quickenborne (Open Vld) aan de tand gevoeld over de uitvoering van een resolutie die de Kamer meer dan een jaar geleden goedkeurde en waarbij discriminatie op de arbeidsmarkt werd geviseerd. De vicepremier antwoordde dat momenteel de laatste hand wordt gelegd aan een protocol met vakbonden en werkgevers in het paritair comité van de dienstencheques. Bedoeling is de overeenkomst dinsdag af te sluiten.
Het ontwerp-protocol bevat vijf gemeenschappelijke acties, zoals de opleiding en vorming van werkgevers en personeel. Daarin zal het vormingsfonds van het paritair comité een centrale rol spelen. Aan alle bedrijven in de sector zal een model van bedrijfspolicy met een gedragscode worden aangeboden. De tekst pleit voorts voor het opnemen van een clausule inzake non-discriminatie tussen bedrijf en klant.
Bedoeling is ook dat er een brede informatiecampagne komt in samenwerking met de bevoegde overheden. Tot slot kondigde minister Peeters aan dat de sociale partners van de sector er van overtuigd zijn dat mystery calls een efficiënte manier zijn om discriminerende vragen op te sporen. Hoe dat in de praktijk in zijn werk zal gaan, moet dinsdag worden vastgelegd.
Indien er met de sociale partners over de mystery calls geen consensus kan worden gevonden, komt Peeters zelf met een wetgevend initiatief. Het protocol kan volgens de minister ook als “best practice” dienen voor andere sectoren.
Thomas Pollet, de woordvoerder van Vlaams minister voor Werk Kris Philippe Muyters, was niet onder de indruk van het antwoord van Peeters:
Mss heeft @peeters_kris1 het gemist, mr dienstencheques & uitzend zijn Vl bevoegdheid & HEBBEN al akkoord over zelfregulering discriminatie
Aanslagen 22 maart: 768.000 euro uitgekeerd aan slachtoffers
Het Fonds voor Terreurslachtoffers heeft na de aanslagen van 22 maart 257 vragen voor financiële bijstand ontvangen. Tot op vandaag vielen er 98 beslissingen en werd 768.000 euro toegewezen. Dat heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) donderdag in de Kamer geantwoord op een vraag van Georges Dallemagne (cdH).
De eerste betalingen vonden begin juli plaats. De 98 beslissingen hebben allemaal betrekking op dringende hulp op korte termijn. Omwille van de subsidiariteit moeten eerst de andere middelen worden uitgeput.
De verzekeringssector is momenteel nog bezig de schade te becijferen. Op 17 juni heeft het Staatsblad een aantal aanpassingen gepubliceerd aan de wet op de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Die hadden de bedoeling de behandeluing van aanvragen te versnellen en ook meer hulp te kunnen bieden.
Er werden verschillende plafonds voor noodhulp opgetrokken en kwamen uitbreidingen van de categorieën begunstigden. Er liggen overigens nog uitvoeringsbesluiten in het verschiet.
Zo kondigde Geens een apart statuut aan voor de slachtoffers van de aanslagen, vergelijkbaar met dat van oorlogsslachtoffers.
Voor het cdH gaat het huidige mechanisme te traag. Dallemagne pleitte ervoor de slachtoffers voorschotten te geven, waarna de overheid die zou kunnen recupereren bij de verzekeringsmaatschappijen.
