Belgische terroristendatabank rammelt

. © Reuters

Onze centrale terroristendatabank, met informatie over meer dan 600 Syriëstrijders en (potentiële) terroristen, schiet op verschillende punten tekort. Wie onterecht in de databank belandt, wordt er niet op tijd uitgehaald.

Er is ook amper of geen controle op wie de databank kan raadplegen, schrijft De Tijd donderdag.

De regering heeft de databank bovendien zonder wettelijke basis uitgebreid. En het is niet zeker of alle burgemeesters de namen krijgen van de personen uit hun gemeenten die in de databank staan. Dat alles blijkt uit de allereerste doorlichting sinds de regering-Michel in juli 2016 de gemeenschappelijke foreign terrorist fighters-gegevensbank oprichtte.

De doorlichting is uitgevoerd door het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, en het orgaan dat toeziet op de informatie bij de politie. Het controlerapport is deze week achter gesloten deuren besproken in de Kamer.

Het antiterreurorgaan OCAD krijgt in het rapport een pluim voor zijn professionalisme en zijn inspanningen om de kwaliteit van alle informatie in de databank te bewaken, klinkt het nog.

In een reactie in De Ochtend erkende minister van Jusititie Koen Geens (CD&V) dat de databank ‘verdere perfectionering behoeft’, maar dat het oordeel van het Comité I volgens hem ‘heel streng’ is.

‘Men zal naar aanleiding van het rapport de databank opnieuw screenen, maar ik denk dat alle diensten die zijn aangesloten op de databank – ondanks de kritiek – heel gelukkig zijn met het bestaan ervan’, aldus Geens.

Over het feit dat de databank is uitgebreid zonder wettelijke basis, zegt Geens dat er een kb in de maak is. ‘Het komt eraan als we het advies van de privacycommissie en de Raad van State hebben omgezet’, klinkt het.

Partner Content