Volgende week verschijnt ‘De handelaren des doods’ van Andrew Feinstein, en dat belooft een knaller te worden. De Britse ex-premier Tony Blair komt er bijzonder kwalijk uit. Maar ook België krijgt ervanlangs.
De Brits-Zuid-Afrikaanse journalist Andrew Feinstein onderzocht de internationale wapenhandel sinds de Tweede Wereldoorlog. België krijgt daarin een opmerkelijke rol toebedeeld.
Volgens een recent rapport van Amnesty International leverde ons land de voorbije vijf jaar grote hoeveelheden wapens aan Bahrein, Egypte en Libië – landen die het niet al te nauw namen met repressief optreden tegen hun eigen burgers. Bahrein kreeg voor ruim 5,6 miljoen euro aan wapens geleverd, Egypte voor 770.000 euro en het Libië van kolonel Khadaffi voor maar liefst 18 miljoen.
‘België is met FN in Herstal vooral een vooraanstaand producent van kleinere wapens’, zegt Andrew Feinstein aan Knack. ‘Het is dringend tijd dat uitgezocht wordt hoe het mogelijk is dat een man als Khadaffi, die eerst als terrorist gebrandmerkt stond, plots toegang kreeg tot een overvloed aan uitstekend Belgisch wapentuig.’
Draaischijf Oostende
Nog volgens Feinstein was de luchthaven van Oostende tot vijf jaar geleden de belangrijkste doorvoerhaven voor illegaal wapentuig naar Afrika. ‘Tien jaar lang gingen wapenhandelaars zoals Viktor Bout, Leonid Minin en Joe der Hovsepian er ongehinderd hun gang. Er waren geen regels en niemand stelde vragen. Hoe komt het dat Oostende zo lang die rol speelde en dat de Belgische overheid niet in staat was om de luchthaven te controleren? Daar moet dringend diepgaand onderzoek naar gevoerd worden.’
Intussen is Oostende zijn status van wapenhub volgens Feinstein kwijt en is het actieterrein verlegd naar de Arabische Emiraten en Dubai. (JST)
