België geeft twee geroofde beeldjes terug aan Egypte

. © Belga

De federale overheidsdienst Economie heeft, in aanwezigheid van federaal minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS), twee geroofde kunstvoorwerpen teruggegeven aan de Egyptische autoriteiten.

De Egyptische ambassadeur Khaled El Bakly nam de stukken in ontvangst. Het gaat om een zogenaamde ‘ushabti’, een grafbeeldje, en een beeldje van een staande man.

‘Hier zijn we dan’, zegt ambassadeur El Bakly zuchtend, voor hij uit verschillende hoeken een blik werpt op beide beeldjes. De stukken worden bewaakt door twee gehandschoende inspecteurs van de Economische Inspectie.

Omdat verschillende rapporten aantoonden dat de kunstmarkt kwetsbaar is voor witwaspraktijken en ingezet wordt om terrorisme te financieren, begon de Economische Inspectie drie jaar geleden de kunstmarkt te onderzoeken. ‘De indruk was overduidelijk: sommige kunsthandelaars maken zich schuldig aan laakbare, criminele praktijken. Het gaat van bedrieglijke handelspraktijken tot regelrechte oplichting of het opmaken van valse documenten’, zegt minister Dermagne. Intussen werden een twintigtal gerechtelijke onderzoeken naar spelers op de kunstmarkt geopend door de afdeling Fraudebestrijding van de Economische Inspectie, onder toezicht van magistraten.

De vondst van de beeldjes kadert in die onderzoeken. ‘Er zijn kleine dossiers, maar ook heel grote dossiers, waarvoor enkele honderden stukken in beslag genomen zijn. In totaal gaat het om ongeveer duizend stukken, maar dat betekent niet dat ze allemaal teruggestuurd worden’, aldus de Economische Inspectie. Experts bepalen vervolgens of het om vervalsingen, illegaal uitgevoerde stukken of onterecht verdachte – en dus zuivere – kunstvoorwerpen gaat. De in beslag genomen stukken komen onder meer uit Egypte en Italië, maar ook uit Jemen, Libië en Irak. Bij die laatste landen zou het, zoals bij archeologische vondsten in conflictgebieden wel vaker voorvalt, kunnen gaan om de financiering van terrorisme.

De twee beelden die donderdag overhandigd werden aan Egypte, werden tentoongesteld in een Brusselse antiekgalerie en in beslag genomen na een Interpol-alarm van de Italiaanse carabinieri. De stukken waren immers afkomstig van een illegale opgraving, in het gouverneurschap Gizeh in 2015. De Egyptische Republiek werd op de hoogte gebracht en vroeg haar historisch erfgoed terug. De Algemene Directie Economische Inspectie van de FOD Economie onderzocht de zaak, onder leiding van het Brussels parket, maar was niet in staat de rechtmatige eigenaar van de beeldjes te identificeren. Daarom worden ze overgedragen aan de Egyptische overheid.

.
.© Belga

Volgens een nieuw koninklijk besluit moeten kunsthandelaars zich registreren bij hun ondernemingsloket en dus de maatregelen navolgen die witwassen en het financieren van terrorisme voorkomen. De verordening schrijft een risicoanalyse voor. Lopen er al onderzoeken naar de kunsthandelaar in kwestie? Komt het stuk uit een kunstcollectie die niemand kent? Dan hangt er misschien een geurtje aan. De verordening vereist eveneens dat vermoedens van witwassen en het financieren van terrorisme gemeld worden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). De Economische Inspectie zal administratieve sancties tot 1,25 miljoen euro kunnen opleggen bij inbreuken.

Maar zover is het nog niet. Eerst mogen de beeldjes terugkeren naar hun laatste rustplaats. De ushabti is een beschilderd houten beeldje van zeventien centimeter hoog. Een ushabti is een kleine dienaar, die in het graf wordt gelegd om de overledene te helpen met taken in het hiernamaals. Daarom draagt een ushabti vaak kleine werktuigen en een hoofdstuk uit het ‘Dodenboek’, dat de dienaar opdraagt de overledenen te gehoorzamen. Gezien de haardracht van het figuurtje, dat vermoedelijk een vrouw uitbeeldt, en de stijl van het grafbeeldje, dateert de ushabti waarschijnlijk uit de Ramessidenperiode, gesitueerd in de negentiende of twintigste dynastie van het Nieuwe Rijk (1539 tot 1077 voor Christus).

Het 43 centimeter hoge beeldje van de staande man bestaat uit hout en een lendendoek, beiden bepleisterd en beschilderd. De figuur steekt zijn linkerbeen naar voren en houdt zijn armen langs zijn zij. Op de sokkel zijn hiërogliefen geschreven. Dergelijke beeldjes kwamen eveneens in graven terecht, dicht bij de kist met de mummie. In vergelijking met gelijkaardige grafbeeldjes is het stuk van een opmerkelijke kwaliteit. Vermoedelijk behoorde het toe aan een hoogwaardigheidsbekleder. De lendendoek en de stijl van het beeldje zijn kenmerkend voor het vroege Middenrijk (1980 tot 1760 voor Christus). ‘Het staande beeldje kijkt voor zich, alsof hij kijkt naar het hiernamaals’, zegt El Bakly.

Partner Content