De Senaat wil nog voor het einde van het jaar een resolutie goedkeuren over de ‘gewillige houding’ van de Belgische overheid bij de Jodenvervolging.
Tegen het einde van het jaar zou de Senaat een resolutie moeten goedkeuren waarin de verantwoordelijkheid van de Belgische autoriteiten bij de Jodenvervolging wordt erkend. Dat stelde de commissie Institutionele Aangelegenheden.
In de volgende weken wil de commissie vertegenwoordigers van het SOMA en de Coordinatiecomité van de Joodse Organisaties van België VZW (CCOJB) horen.
Gewillig België
Basis van de discussie is het onderzoek van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) “Gewillig België. Overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog” uit 2007. Daarin werd de “gewillige” houding van de Belgische staat tijdens de Tweede Wereldoorlog ten aanzien van de Jodenvervolging door de Duitse bezetter gelaakt.
De commissie besliste om zo snel mogelijk de opgelopen vertraging in te lopen. Tegen het einde van het jaar wil ze dat in een resolutie wordt erkend dat de Belgische autoriteiten een verantwoordelijkheid hebben in de Jodenvervolging.
Jodenvervolging
Zowel de premiers Guy Verhofstadt en Elio Di Rupo als de burgemeesters van Antwerpen, Brussel en Luik, Patrick Janssens, Freddy Thielemans en Willy Demeyer hebben zich reeds uitgesproken over de verantwoordelijkheid van de Belgische autoriteiten in de Jodenvervolging.
Het voorstel van resolutie werd ondertekend door socialisten, liberalen, groenen en CD&V. CDH tekende niet wegens formele bezwaren.
N-VA werd niet betrokken bij het initiatief. (Belga/EE)
